Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het magische uur
Zeebrugge, zomer 1999.
Het is een glasheldere avond en de verschroeiende hitte van de voorbije uren heeft eindelijk plaatsgemaakt voor iets draaglijker temperaturen. Er steekt over het strand zelfs iets op dat je met wat goede wil een briesje zou kunnen noemen. Samen met 60.000 andere roodverbrande kreeften sta ik te wachten op de mannen van dEUS, die zo dadelijk op Axion Beach Rock aan hun enige festivaloptreden van het jaar beginnen. Tom Barman is op dit moment zo hot als kokend water, en ook al speelt Massive Attack na middernacht nog een bezwerende set, toch zijn de meesten het erover eens dat gOD vandaag de grootste naam op de affiche is. De groep heeft een paar maanden eerder The Ideal Crash uitgebracht, de eerste plaat zonder Stef Kamil Carlens en Rudy Trouvé. Ik lees overal euforische recensies waarbij het ene superlatief het andere nog overtreft, maar gek genoeg betrap ik mezelf erop dat zoveel lof een averechts effect op me heeft. Jazeker, ook ik heb Worst Case Scenario en In A Bar, Under The Sea grijsgedraaid. Maar nu lijkt het haast of de smaakpolitie eenzijdig beslist heeft dat dit een absoluut meesterwerk is, en je geen andere keuze rest dan het daar mee eens te zijn. Hypes in de popmuziek zijn doorgaans zorgvuldig georkestreerd om de verkoop aan te zwengelen, en in het verleden heb ik me achteraf te vaak bekocht gevoeld. Ik laat de plaat bijgevolg koppig links liggen. Ik heb thuis al meer dan genoeg muziek in de kast staan, luister nauwelijks naar de radio, en van YouTube is voor de millenniumwissel nog lang geen sprake. Als collega-journalisten me vragen wat ik van de nieuwe dEUS vind, haal ik de schouders op. Meer van hetzelfde, toch?
Maar goed: hier staan we op dat strand onder die prachtige maan. Laat ze maar eens bewijzen wat ze waard zijn, de Godenkinderen van Antwerpen. Ze beginnen met Sister Dew. Mmm. Toch niet mis. Little Arithmetics en Suds & Soda volgen. Dat zijn al hits geweest, dus zo is het makkelijk. Maar dan gebeurt het: Barman zet The Magic Hour in, een nummer waar ik – koppig koppig koppig – het bestaan niet eens van afwist. Dit is popmuziek zoals ik ze het liefst hoor: rustig, subtiel en ver weg van alles wat naar machismo ruikt. Alles valt samen: dit moment, deze plek, dit nummer… The magic hour indeed. Mijn vriendin ziet dat ik helemaal van mijn melk ben, en stopt me discreet een zakdoek toe. Maar het is sterker dan mezelf. De rest van het optreden beleef ik in een roes. Ik ontdek Instant Street nog, een song waarvan het tot vandaag ondenkbaar is dat ze ‘m tijdens concerten niet zouden spelen. Ik heb dEUS sindsdien makkelijk nog een keer of vijftig live gezien. Vaak briljante sets zien spelen. Wellicht ook bétere concerten dan toen in Zeebrugge. Maar door dat ene moment toen ben ik fan voor het leven geworden. Deze week kondigde de band aan dat ze in 2019 – twintig jaar later – opnieuw met The Ideal Crash gaat touren. De plaat heeft de hype overleefd. Ik ben inmiddels aan mijn derde exemplaar toe. En The Magic Hour blijft tot vandaag een van mijn favoriete nummers aller tijden. Omdat er een blijvende herinnering aan kleeft van die ene zomeravond op dat ter ziele gegane festival.