Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Alleen het deuntje is gebleven
Van het door drugskartels geregeerde Colombia gaat het dus naar een levendig in beeld gebracht Mexico, toneel van een drugsoorlog die al aan een half miljoen mensen het leven kostte. “Een verhaal waarvan we niet weten hoe het eindigt, en of het een einde heeft”, vertelt de bombastische vertelstem. Voorlopig moeten we het dus doen met de ontstaansgeschiedenis van Mexico’s kartels: een verhaal van hoe kleine schurken uit de achtergestelde staat Sinaloa vanaf eind jaren zeventig met geweld een crimineel koninkrijk uitbouwen. Gloednieuw verhaal, nieuw tijdperk en nieuwe personages: alleen het introdeuntje van Rodrigo Amarante is gebleven.
Kat-en-muis
Het typische succesrecept van Narcos blijft niettemin overeind: een snelle criminele geschiedenisles overgoten met tonnen actie en even sinistere als intrigerende figuren. Deze keer is het aan de meedogenloze en calculerende Miguel Angel Felix Gallardo (Diego Luna) om het bloedvergieten in gang te zetten: een voormalige politieman in Sinaloa die zijn kans ruikt om zijn familiebedrijfje in marihuana uit te bouwen tot Mexico’s eerste drugsimperium. Daarvoor gaat hij over lijken, en maakt hij van het naburige Guadalajara de met bloed doordrenkte dopedraaischijf van het land. Aan Kiki Camarena (een verrassende Michael Peña), agent bij het dan nog nietige Amerikaanse antidrugsagentschap DEA, om een stokje voor die plannen te steken. Al moet hij daarbij net zo goed afrekenen met de corrupte politiediensten en weinig ambitieuze collega’s. Kortom: Narcos: Mexico heeft alles voor een bloedig en nerveus kat-en-muisspelletje tussen de drugsbazen en de wet. Ook dat is gelukkig hetzelfde gebleven.
Nu op Netflix