Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het ligt niet aan de jeugdspelers
Mits een zege op STVV had Anderlecht tegen RC Genk voor de eerste plaats kunnen spelen. Ongelooflijk, tijdens zo’n snertseizoen. Alleen lukte het niet om te winnen op SintTruiden. Dat lag heus niet aan de zes (!) jeugdspelers onder de 20 jaar die meespeelden. Die jonkies treft geen enkele blaam, integendeel . Amuzu, Verschaeren, Bornauw, Saelemaekers, Sambi-Lokonga en Doku: geef die Vranjes eens flink op zijn donder.
Anderlecht dat aan een wedstrijd begint met maar liefst vijf eigen jeugdproducten onder de 20 jaar. Allemaal Belgen, bovendien. Het moet tientallen jaren geleden zijn dat zoiets nog gebeurde. Daarnaast viel er met de 16-jarige Jérémy Doku nog een zesde Belgisch talent in. Door de blessures van Trebel en co daalde de gemiddelde leeftijd van paars-wit zelfs naar 22,2 jaar. “Hier komen winnen met zo’n jong elftal tegen een STVV dat Play-off 1-ambities heeft, zou ongelofelijk geweest zijn”, stelde trainer Hein Vanhaezebrouck. “Het had nochtans gekund. Daarom ben ik trots op mijn jonkies.”
Pubertijd
De Brusselaars zaten gisteren dus in hun pubertijd. Alleen waren het niet de puistenkopjes die de dommigheden uithaalden. Het waren de ouderen die zichzelf niet in de hand hadden. Hoe Vranjes zich bij drie tegengoals kinderlijk liet aftroeven: dat was pijnlijk. Anderlecht gaf een voorsprong weg en daarna sloeg ook Thomas Didillon - nochtans vaak een betrouwbare keeper- nog eens aan het blunderen. “Vooraf had ik gezegd dat we met dit jong elftal alleen punten konden pakken als iedereen 98 minuten gefocust zou blijven, maar dat lukt ons dus niet. In onze eigen voeten schieten: dat is het verhaal van ons hele seizoen. En je kunt er weinig aan doen, zeker omdat het elke keer iemand anders is die in de fout gaat.”
De gaten zijn ondertussen niet meer te tellen, de tegengoals evenmin. Ook bij sommige stilstaande fases stond Anderlecht opnieuw te zwemmen. Hein had gehoopt dat de meer ervaren spelers de jonkies bij de hand zouden pakken, maar het was eerder omgekeerd.
Neem nu Yari Verschaeren. Een opdondertje van 17 jaar dat debuteerde bij de A-ploeg. Niet te groot, een lichtgewicht maar met een laag zwaartepunt. Die voelde zich als een vis in het water op het kunstgras. Straf hoe Verschaeren zich nooit wegstak en elke keer opnieuw weer de bal vroeg. Hij leidde Amuzu met een geweldige doorsteekpass naar de penalty die Anderlecht kreeg.
Françis Amuzu - Ciske voor de vrienden - was op zijn beurt een gesel voor zijn tegenstander Jordan Botaka. Als gewezen zaalvoetballer pakte hij uit met goeie dribbels en in zijn interview achteraf zei Amuzu: “Trebel had me gezegd dat ik meer moest durven en dus deed ik dat.”
Jawel, Amuzu spreekt onbevangen met de pers. Daar vindt die Vranjes zich klaarblijkelijk véél te goed voor. De Bosniër geeft nooit interviews, terwijl enige verantwoording nochtans op zijn plaats zou zijn. Vanhaezebrouck verving Vranjes toen hij weer geel pakte. “Tja, als Ognjen geel pakt, weet je dat je hem moet wisselen.”
En dan was er nog Jérémy Doku. Met zijn 16 jaar, 5 maanden en 29 dagen de vijfde jongste Anderlecht-debutant ooit na Tielemans, Lamptey, Babayaro en Lukaku. Telkens hij de bal kreeg gebeurde er wat. “Doku zorgde voor gevaar”, gaf Vanhaezebrouck toe. “Op den duur hoopten we dat de bal veel naar hem ging. Die jongeren draaiden allemaal goed mee en bewijzen dat ze klaar zijn voor meer. Misschien moeten we hen meer kansen geven. Al mogen we