Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Niemand wist dat het met hem zo snel bergaf zou gaan”

- TOM DE LEUR

Toen hij te horen kreeg dat zijn personage in de spierziekt­e ALS zou krijgen, moest Ben Van Ostade (60) even slikken. De acteur wist wat ALS met een mens kan doen: hij maakte de aftakeling van zijn boezemvrie­nd Carl Ridders (50) van dichtbij mee. Nu de acteurs uit

de

Thuis

Thuis Warmste Week

ALS Liga,

in

een voetbalmat­ch spelen voor de

praat Van Ostade voor het eerst over het

afscheid van Carl.

“Paardje is moe, paardje wil gaan slapen.” Vlak voor zijn dood op 7 december 2008 gaf Carl Ridders nog een knipoog naar de legendaris­che woorden waarmee de wereldbero­emde balletdans­er Vaslav Nijinski middenin een voorstelli­ng totaal onverwacht afscheid nam van zijn publiek. “Carl was ook een danser, in de ruime betekenis van het woord”, zegt Ben Van Ostade, “een ongeloofli­jk fiere man.” Net als zijn grote voorbeeld Vaslav Nijinski was Carl Ridders moe. Moe van de spierziekt­e die anderhalf jaar had huisgehoud­en in zijn fiere lijf. Dus koos hij voor euthanasie. “Carl was gek op de zee”, zegt Van Ostade. “Dat afscheid was zijn laatste grote uitvaart. We hadden van zijn bed een troon gemaakt, met honderden witte bloemen, een buffet met desserts, kratten Veuve Clicquot-champagne, de vrouwen met witte boa’s rond de nek, de mannen uitgedost als Bretoense matroosjes. Het was een beetje met prachtige muziek. We waren met een man of dertien, zijn stiefmoede­r, zijn broer, zijn beste vrienden die anderhalf jaar voor hem hadden gezorgd. Carl liet ons repeteren voor wat we een week later op zijn begrafenis zouden doen. Ik las de tekst voor die ik geschreven had. ‘Gij moogt eerst Benneke’, zei hij, ‘anders gaat ge straks te nerveus zijn’. (lacht) Een uur of drie later kwamen de artsen. Carl had nog een grote teug genomen van zijn glas champagne, weliswaar door een rietje. En zijn laatste sigaret gerookt.

Titanic, ‘Ik mag toch nog íéts hebben’, zei hij over dat roken. In al zijn droefheid was dat afscheid voor mij een van de schoonste dingen die je kunt meemaken. Iemand wordt letterlijk uit zijn lijden verlost, omringd door de mensen die hij het liefste had.”

De muis in Wizzy en Woppy

Ben Van Ostade kende Carl Ridders al van toen ze studeerden aan Studio Herman Teirlinck. Ze waren gezworen kameraden, werkten samen in het theater, carpoolden samen. “Carl kon wel niet met de auto rijden. Ik heb geprobeerd het hem te leren, maar hij kon écht niet rijden. (lacht) Ook niet met de rolstoel. Hij kreeg een elektrisch­e rolstoel en reed zichzelf meteen klem in de wc van het ziekenhuis.” Carl Ridders, bekend van zijn hoofdrol in de film Het Sacrament (1989) van Hugo Claus én als muis Woppy in de Studio 100reeks Wizzy en Woppy, was 48 toen hij zijn goede vriend Ben opbelde: “Hij was op weg naar het conservato­rium waar hij net als ik lesgaf. ‘Heel gek’, zei hij, ‘ik ben daarnet met mijn voet achter een stoeptegel blijven hangen. Mijn voet luisterde precies niet meer’.” Het verdict volgde vrij snel: Carl had ALS. “We hadden daar weleens van gehoord, maar we wisten er eigenlijk niets over. Niemand wist dat het zo snel bergaf zou gaan.”

Anderhalf jaar zou Carl Ridders nog leven. Een periode die hij zelf omschreef als “wegzakken in drijfzand”. De acteur verloor er zijn lach niet bij, maar alle kracht sijpelde uit zijn lijf. “Uiteindeli­jk had hij voor alles hulp nodig. Daarom vormden we met vrienden het C-Team, Team Carl, naar analogie van het A-Team uit de Amerikaans­e serie. Er waren mensen die voor hem kookten, die zijn administra­tie deden, hem opvrolijkt­en, hem rondreden, zijn appartemen­t verbouwden, geld inzamelden voor al die dure behandelin­gen. Samen met de verplegers hebben we Carl alles uit handen genomen.”

Dat Ben Van Ostade in een man speelt die ALS heeft, is toeval. “De makers wisten niet dat ik de ziekte van dichtbij had meegemaakt. Ik wist niet goed wat ik moest doen toen ze me vertelden wat mijn personage zou overkomen. Ik ben thuis voor de foto van Carl gaan staan, met de vraag: Wat moet ik doen? (lacht) Uiteindeli­jk heb ik ja gezegd. Omdat het een ziekte is die weinig mensen kennen. Ik wil vooral laten zien wat de ziekte met iemand doet en met zijn omgeving. Ik speel mijn rol ook niet met Carl in het achterhoof­d, wat niet betekent dat ik niet elke dag aan hem denk. Zijn foto staat thuis op een kastje, ik loop er altijd langs bij het buitengaan. Dan zie ik Carl, moet ik glimlachen en denk ik: weer een mooie dag.”

Thuis

ALS Liga

Thuis

Op 23 december spelen acteurs van

‘de warmste match’ ten voordele van de tegen de Belgian Red Flames in Leuven. Kaartjes zijn verkrijgba­ar via www.een.be. Info op www.als.be

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium