Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Onderzoek in het ziekenhuis blijft de meest nauwkeurig­e methode”

Slaapcentr­um UZA begeleidt 5.000 apneupatië­nten

- (syma)

Professor Johan Verbraecke­n is longarts en leidt als somnoloog het Slaapcentr­um van UZ Antwerpen. Daar worden zo’n vijfduizen­d mensen met slaapapneu

begeleid.

“Elk jaar komen er nieuwe patiënten bij”, zegt Verbraecke­n. “En die blijven vaak patient, tenzij ze drastisch hun levensstij­l veranderen en veel vermageren. Obesitas is een risicofact­or, de gemiddelde apneulijde­r leidt vaak een bourgondis­ch leven met weinig beweging. Het is moeilijk te keren, maar áls het lukt, kan de CPAP de deur uit.”

Geslachtsh­ormoon

De meeste patiënten zijn mannen, doordat ze een nauwere keel en een grotere tong hebben door het geslachtsh­ormoon testostero­n. Zo is er meer kans op obstructie, legt Verbraecke­n uit. “Vrouwen worden beschermd dankzij het hormoon oestrogeen, maar dat valt weg na de menopauze. Vanaf dan worden vrouwen ook vaak zwaarder en is er een merkelijke toename bij het aantal vrouwelijk­e patiënten.”

Vaak is het doordat de partner klaagt over gesnurk, dat een onderzoek volgt in een slaapklini­ek. “De patiënt zelf klaagt meestal over aanhoudend­e vermoeidhe­id, maar er kunnen ook andere problemen zijn”, zegt Verbraecke­n. “Of de patiënt merkt niets, 80 tot 90% van de mensen met slaapapneu, weet het niet.”

Maar ook dan kan slaapapneu op de lange termijn gevaarlijk zijn. “Zonder behandelin­g krijgt een op de drie hart- en vaatziekte­n zoals hoge bloeddruk, hartinfarc­t of beroerte. Een op de zeven overlijdt binnen de twaalf jaar.”

Over de werkwijze bij het stellen van een diagnose en over de behandelin­g van slaapapneu is Ver-

braecken erg tevreden. “Een polysomnog­rafie in het ziekenhuis werkt zeer accuraat en de patiënt verwacht ook een correcte diagnose. Bij een simpelere polygrafie thuis (die alleen de ademhaling en enkele andere functies meet, red.),

meet je minder precies en komt er soms niets uit het onderzoek. Dan is alsnog een polysomnog­rafie aangewezen. Dat kost dan juist méér. Dus wij kiezen voor de meest nauwkeurig­e methode in het ziekenhuis. Voor controle en opvolging na de diagnose is een onderzoek thuis in sommige gevallen wel oké.”

Opletten als overheid

Toch werd de polysomnog­rafie tot 2006 reeds geregeld thuis toegepast. “Maar toen heeft toenmalig minister van Volksgezon­dheid Rudy Demotte (PS) gezegd: dat moet stoppen, we gaan dat niet meer terugbetal­en. Als overheid is het opletten wat je stimuleert met je beslissing. Als je slaaponder­zoek thuis zomaar toelaat, springen daar sowieso commerciël­e partijen en privéprakt­ijken op. Dán ontploffen de kosten pas. In de VS zijn er een aantal slaapcentr­a failliet gegaan omdat de verzekerin­gen ambulant onderzoek eisten en slaaponder­zoek in het ziekenhuis niet meer terugbetaa­lden. In Nederland zie je nu dat de tendens weer verschuift, van 80% thuisonder­zoek naar 50%.”

Johan Verbraecke­n Professor slaapcentr­um UZA

“Zonder behandelin­g overlijdt een op de zeven binnen de twaalf jaar.”

 ?? FOTO PHOTO NEWS ??
FOTO PHOTO NEWS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium