Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Als ik stop, dan kun je in Vlaanderen geen weefgetouw meer kopen”
Jan Van den Bossche (60) van Meta Weefgetouwen uit Borgerhout is een van de weinige Vlamingen die nog weten hoe je een weefgetouw vervaardigt. En dat is misschien zelfs nog te zwak uitgedrukt. “Ik doe dit al veertig jaar en ben de enige die er nog maakt, al de rest is weggevallen. Als ik stop, dan kun je er in Vlaanderen geen meer kopen. Dan moet je naar Nederland of Scandinavië”, zegt hij onomwonden. Weefgetouwen, waarmee je draden vlecht om er een stuk textiel van te maken, zijn wellicht ook niet de meest gevraagde dingen. “De vraag stijgt de laatste jaren nochtans licht. Ik verkoop er aan onderwijsinstellingen zoals textieldesignscholen of aan mensen die ze als hobby gebruiken. Ze maken er stoffen mee, wandtapijten of tafelkleden. Het handweven wordt zelfs als een kunstvorm bestempeld. Het gebeurt dus zeker nog. De vraagzijde is geen probleem, maar aan de aanbodzijde ben ik dus nog de enige professionele weefgetouwenbouwer”, vertelt Jan, die ook spinnenwielen maakt in zijn zaak in de Spillemansstraat.
“Ik ben 60 en ik heb getwijfeld tussen afbouwen en een opvolger zoeken. Uiteindelijk is het de tweede optie geworden. Die opvolger heb ik gevonden in de Nederlandse Matsen Jorritsma. Ze is enthousiast en leert snel. Je moet inzicht hebben in weven én in houtbewerking. Die combinatie is heel zeldzaam. Zij heeft dat en helpt me nu al. Later kan ze de zaak overnemen.”
“Ik ben heel blij dat deze zaak verder zal kunnen bestaan. Het had me pijn gedaan om de deur hier dicht te trekken en te weten dat alles zou stilvallen. Dit is dus de ideale manier. Dankzij de subsidie kan ik nu echt tijd maken om het ambacht door te geven tot in detail. De bedoeling is om er verschillende uren per dag tijd voor uit te trekken.”
Leerlinge Matsen Jorritsma is 39 en wil als Friese de weefgetouwentraditie in Antwerpen de komende decennia verderzetten. “Eigenlijk ben ik ingenieur van opleiding. Maar ik wilde iets met mijn handen doen. Ik volg dus een opleiding weven aan de academie. Zowat mijn hele familie zit trouwens in de houtbewerking. Ze vonden het dus niet zo heel vreemd dat ik dit wilde doen. Voor mij is dit een fantastische uitdaging. Het moeilijke is dat je héél precies moet werken. Er zitten zestig onderdelen waaronder heel wat draaiende stukken in zo’n weefgetouw. Als de klant alles monteert en er sleept iets of er is ergens wrijving, dan is het niet goed genoeg. Het kan op heel veel manieren fout gaan. Jan is met zijn veertig jaar ervaring natuurlijk de ideale leermeester. En ik word heel blij als ik met mijn handen een product kan maken. Dit is veel leuker dan ingenieur zijn.”