Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Volgens de traditionele methode werken spreekt me aan”
Dieter Van Mol (36) is als Kapellenaar collectiebeheerder van het Karrenmuseum in Essen. Op het domein aan de Moerkantsebaan bevindt zich de grootste collectie karren, wagens en koetsen van de Lage Landen. “De kennis rond het bouwen van wagens en karren staat enorm onder druk, merken we ook hier in het museum”, zegt Dieter, die de komende twee jaar als leerling tot wagensmid opgeleid zal worden. “Het zijn vaak oudere mensen die nog wel veel weten, maar lang zullen we niet meer van hun ervaring gebruik kunnen maken. Nu worden herstellingen al vaak met wisselstukken uit andere wagens gedaan, maar die voorraad is niet oneindig. Er moet dus een jongere generatie de fakkel overnemen en zelf nieuw smeedwerk maken. Dat wil ik doen.”
“De kennis over het houtwerk van zo’n wagen is er nog wel hier en daar. Het tekort aan kennis over het smeedwerk is nog veel nijpender. De smid moet beugels, muilbanden, krammen, naafringen, draaimolens, assen, asbussen enzovoort maken. Al die elementen samen zorgen dat een voertuig al dan niet goed rijdt en functioneert. Het is de bedoeling dat mijn leermeester me gedurende het traject alle smeedijzeren onderdelen zal leren maken. Ik weet dat het niet makkelijk zal zijn, maar ik heb er ongelofelijk veel zin in.” In eigen land was het moeilijk om een leermeester te vinden. “Sommige oudere mensen hebben weinig zin om zo’n traject te doorlopen. Er kruipt veel tijd in. En voor die paar overgebleven wagensmeden is het natuurlijk ook interessant dat er niet te veel nieuwe worden opgeleid. Ik ga mijn opleiding daarom krijgen in Nederland bij de mensen van Smederij Harm Struik. Ik ga twee dagen per maand les krijgen. Dankzij die subsidies lukt dat.”
“Wat er zo mooi aan dit ambacht is? We leggen de focus hier op de oude, historische techniek, waarbij zo’n wagen echt met de hand wordt vervaardigd volgens de traditionele methode. Dat spreekt me wel aan. Als de laatste echte wagensmid ooit zou wegvallen, dan zullen er nog altijd wagens rijden, maar dan met moderne technieken. Dat is lang niet zo charmant.”
Op termijn wil Dieter zelf zijn kennis gaan verspreiden vanuit het Karrenmuseum. “Het zou toch mooi zijn als ik van hieruit mijn kennis verder kan doorgeven aan een breder publiek en zo het ambacht van wagensmid verder kan doen leven. Maar eerst moet ik het zelf leren, pas dan kan ik anderen warm maken voor deze bijzondere stiel.”