Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“De nood om opnieuw te acteren is heel groot”

- TOM VETS

pesterijen.

Besefte je toen dat je te ver ging?

Nee, want ik vond niet dat er iets aan de hand was. Dat waren ook andere tijden. Wij vonden dat zij maar met onze capriolen moest kunnen omgaan. Wij zagen onvoldoend­e dat zij onzeker was, en ons gedrag niet kon pruimen. Toen haar naam op de shortlist belandde voor Op Weg Met Jan, zag ik de bui al hangen. Maar we hebben het bijgelegd, hoor.

Eens onderweg, werd het emotioneel. Tina heeft het lastig om de dood van haar vader te verwerken.

Wat ik begrijp. Ik verloor ook vroeg mijn vader. Ongeveer een jaar geleden stierf mijn zus Marleen, amper 50 jaar, aan kanker. Die periode heeft er ook ingehakt. Maar Tina durft echt te weinig haar emoties los te laten. Ze zegt dat ook in de uitzending. Door de dood van haar vader werd ze nog onzekerder.

Ronduit grappig is de vader-dochterdis­cussie met Nora Gharib, als zij voor de zoveelste keer foto’s wilt maken.

Tja, ik ben 50 jaar en begrijp dat sociale media-gedoe niet. Facebook, Instagram,… mijn dochter van 22 zegt dat ik er mee moet beginnen, maar ik zie de noodzaak niet. Enfin, ik vroeg aan Nora na een tijdje of zij met haar ogen of met haar smartphone kijkt. Ik geniet van een uitzicht en zal misschien op een hele reis vijf foto’s maken. Nora komt thuis met tweeduizen­d beelden. Nog voor ze ergens was uitgestapt, nam die al foto’s. We hebben er verder niet over gediscussi­eerd, maar het gaf de generatiek­loof goed weer.

Wie had de meeste bagage mee?

Allemaal! Tonnen! (lacht) Die dames sleurden wat mee. Ze zeiden me ook vaak dat ze hun hele kleerkast hadden meegebrach­t, omdat ‘ze niet konden kiezen’. Leuke anekdote: op de luchthaven van El Salvador bleek de koffer van Lien Van de Kelder niet van de band te rollen. Daar sta je dan… ‘Als ze die koffer niet meer vinden, heb ik thuis niks meer om aan te doen’, zei ze. Gelukkig was de bagage er de volgende dag wel.

Hoe lastig is het om vijf dagen op je taal te letten? Ik stel de vraag omdat je ooit vertelde dat je daarover opmerkinge­n kreeg bij het Eén-programma Voor Hetzelfde Geld.

Ik kan nog steeds geen algemeen Nederlands. Dat hoeft ook niet, want dan ben ik mezelf niet meer. Er is ook een verschil tussen plat Antwaarps en het gekuiste dialect dat ik op televisie spreek. Het was wel grappig dat Karolien Debecker, die het gewoon is om keurig Nederlands te praten op de radio, op den duur werd aangestoke­n door mijn Antwerpse tongval. Na een tijdje riep ze: ‘hey gast, deur a begin kik Antwaarps te klappe’.

Je bent geen ervaren interviewe­r. Speelt dat soms in je nadeel?

Tuurlijk. Maar ik moet niet per se de journalist spelen die zijn op voorhand bedachte vraagjes één voor één stelt. Ik ben Jan die oprecht mensen wil leren kennen. Als ik een rolletje speel, schiet het programma zijn doel voorbij. De VRT vroeg trouwens om nu meer uit de auto te komen en meer met de lokale bevolking te praten. Waardoor het onvermijde­lijk weer een tikkeltje meer opschuift richting Reizen Waes. Maar ik ben niet boos om die vergelijki­ng. Ik heb altijd gezegd dat Op Weg Met Jan een mix is van Reizen Waes en Die Huis.

De gesprekken worden soms delicaat. Durf je dan doorvragen?

Als Tina zegt dat ze de dood van haar vader niet heeft verwerkt, waarop ik vraag wat ze dan voelt en zij begint te wenen… dan zegt dat toch voldoende? Even zwijgen zegt soms meer dan twee extra vragen. Het is ook mooi om de stilte te laten werken.

Waarom moeten al die BV’s een reisprogra­mma maken, is soms te horen.

Klopt. Maar dankzij de beelden uit de programma’s als Reizen Waes, Goed Volk of Last Days zien sommige mensen in hun huiskamer een stuk van de wereld waar ze zelf nooit zouden komen. Ik weet dat mijn mama nooit naar Albanië zal reizen, maar ze weet nu wel hoe het er daar uitziet. Het heeft dus zijn doel. Hoewel… Mijn moeder zag al beelden van die ravijnen en stuurde een sms’je: ‘voor mij hoeft er geen derde seizoen meer te komen’.

Welke gevaarlijk­e wegen vormden de lastigste uitdaging?

Zonder twijfel Sri Lanka. Je moet daar aan de andere kant van de weg rijden. Links rijden, rechts aan het stuur zitten. Daardoor ben je je oriëntatie wat kwijt. In eigen land kan je na jaren autorijden perfect de breedte van je auto inschatten. Maar daar is dat anders. Ik had constant de neiging om te veel naar links te rijden. Ook de bevolking kent er wat van. Van twee rijstroken maken die er zelf drie.

Gelukkig bleven we gespaard van ongevallen. We zijn wel verrast door een platte band in Marokko. Net op dat moment brak er een zandstorm los. We hebben dat niet gefilmd, want de camera zou het niet overleefd hebben.

Zou je je eigen vrouw durven meenemen?

Ja, maar het concept is dat ik de vrouw beter leer kennen. Els ken ik vanbinnen en vanbuiten. Vijf dagen met haar in de auto? Dat zou vooral lachen worden. Alhoewel… als we al eens woorden hebben, is het vooral tijdens autoritten. Ik ben een middenvakr­ijder en Els ergert zich daar aan. Ik weet ook wel dat je rechts moet rijden. Maar de chauffeurs achter mij kunnen langs links voorbij en ik wil in het midden rijden om de auto’s aan de rechterzij­de voorbij te steken.

Hoe heldhaftig ben je als je rakelings een afgrond passeert?

Als ik de passagier ben, merk ik dat ik mee aan het remmen ben met mijn voet. Nee, liever bestuur ik zelf de auto. Al moet ik oppassen. Als je veel zelf achter het stuur zit, creëer je gewenning en dat is gevaarlijk. Het is zo verleideli­jk om even wat gas bij te geven. Ik herinner me hoe de regisseur en ik ’s nachts door het Altiplanog­ebergte reden in Peru met Assita Kanko. Ze drong meermaals aan om trager te rijden, omdat ons rijgedrag redelijk risicovol werd. Ook gidsen hebben ons er vaak op attent gemaakt dat het echt rustiger moest. Soms namen de dames mijn rijgedrag niet in dank af. Zoals bij Lien Van de Kelder. ‘Je moet je machogedra­g niet ventileren’, zei ze. Ook leuk hoor, een blauwtje lopen (lacht).

Waren de vrouwen goede chauffeurs?

Ik was aangenaam verrast. Zelfs Nora, die amper zeven maanden haar rijbewijs had, kon aardig overweg met de jeep. Al vergiste ze zich van gas en rem op een gevaarlijk moment. Tina stond er niet echt voor te springen. Zij moest echt haar angst overwinnen. De persoon waarvan ik het meest opkeek was Karolien. Die ging haast flui-

Jan Van Looveren brak destijds door als acteur. Eind jaren 90 dook hij al op in onder meer Windkracht 10, en in 2003 had hij in Zone Stad zijn eerste hoofdrol beet. Maar de voorbije jaren lijkt Jan haast fulltime presentato­r geworden. Waar is Jan de acteur gebleven? “Ik ben blij dat je erover begint, want er zijn veranderin­gen op til”, zegt Jan. “Ik zit niet meer bij productieh­uis Warner Bros (waar Jan in 2015 een exclusivit­eitscontra­ct tekende voor drie jaar, red.). In december stopt onze samenwerki­ng. Er was geen ruzie, maar afgelopen jaar kreeg ik een belangrijk­e rol aangeboden in de speelfilm Torpedo. Ik moest die rol (die uiteindeli­jk naar Sven De Ridder ging, red.) laten schieten vanwege de opnames van Op Weg Met Jan. Ik vond die film zo’n mooie kans en was enorm teleurgest­eld dat het niet kon doorgaan.”

“De nood om opnieuw te acteren – toch mijn grootste liefde – is bijzonder groot geworden. Ze konden mij bij Warner echter niet beloven dat er een film of een serie inzat. Mocht ik hebben bijgeteken­d, zat ik wellicht opnieuw drie jaar vast aan presentati­ewerk. Daarom gaan we uit elkaar. Ik ga op korte termijn met Stany Crets samenwerke­n voor Spamalot, en verder sta ik open voor alle mogelijke voorstelle­n.”

Van De Zonen van Van As staat een vijfde seizoen in de steigers. “Maar niet voor mij. Ik vond die serie na drie seizoenen voldoende. Uit collegiali­teit heb ik nog enkele aflevering­en in de vierde reeks gedaan om me er beter uit te schrijven. Maar dat is echt wel een afgesloten hoofdstuk. Op het einde was ik scènes aan het spelen met mijn vrouw of met Carry Goossens die ik precies al eerder had gespeeld.” tend over de wegen. Ze was ook de enige aan wie ik heb moeten vragen of ze géén schrik had.

Iets anders: loop je nog marathons?

Ik heb die van Berlijn en New York achter de kiezen. Noem het geen verslaving. Want dat zou inhouden dat ik extreem zou vermageren en echt ga focussen op de tijd. Dat is niet het geval. In Berlijn liep ik boven de vijf uur, in New York zat ik er onder. Ik loop omdat ik me er goed bij voel. Drie keer per week loop ik 10 à 12 kilometer. Lopen is voor mij ook een soort van therapie. Soms malen er dingen in je hoofd en tijdens het lopen kom je tot rust. Hoe mijn lichaam reageert op die krachtinsp­anningen? Ik heb momenteel wat last aan de voet, maar een osteopaat lost dat wel op.

Had je die marathons niet twintig jaar geleden moeten doen?

Nee, omdat ik toen niet het gevoel had dat mijn lichaam die uitdaging nodig had. Ik hield me toen met boksen en gevechtssp­ort bezig. Ik denk dat ik juist nu die investerin­gen in mijn lichaam moet doen om kwaaltjes tegen te gaan. Het volgende doel? De marathon van Londen en opnieuw finishen binnen vijf uur. Met doorgedrev­en training moet dat lukken. Maar een toptijd zal er nooit inzitten.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium