Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zaterdag Essen
lachen de hele tijd, met de mopjes van Baziel van Guido Depraetere en een ‘meme’ over de zak van Sinterklaas die op de gsm is binnengekomen. Wanneer Van der Poel zich een keer plat legt over zijn stuur, is zijn rug zo kaarsrecht dat Vermeersch er in volle vaart een drinkbus op kan zetten. Het ding blijft zelfs een paar seconden staan.
“Met Gianni kom ik nu supergoed overeen”, zegt van der Poel. “Terwijl ik hem vroeger in de koers een kwal vond, om het met een lelijk woord te zeggen. In onze tijd bij de beloften hadden we af en toe trammelant. Altijd onder je door rijden waar dat niet moet, bochten breed pakken, dat soort dingen. Maar nu merk ik dat het een supertoffe gast is. Goeie renner ook. In het voorjaar kan ik ook veel hebben aan Gianni.”
Bij het volgend rode licht is het alweer lachen geblazen. Wanneer het groen wordt, sprinten ze allebei vol weg, zoals bij de start van een cross.
Je wordt als renner en als persoon vaak vergeleken met Peter Sagan. Zie je die gelijkenis zelf ook?
“Ik ken Sagan eigenlijk niet. Ik heb hem één keer gezien, op een na-Tourcriterium in SintNiklaas of zo. Toen hebben we kort gepraat, een foto genomen samen. En ja, ergens snap ik de vergelijking wel. Omdat hij ook die speelse uitstraling heeft op de fiets. Ik heb het al vaak gezegd: dat speelse wil ik zelf zo lang mogelijk vasthouden.”
Sagan vindt wegwielrennen saai. Hij zei deze maand nog blij te zijn dat zijn carrière er bijna op zit. Jij verveelt je ook vaak op de weg.
“Er zijn veel renners die wegwielrennen een beetje saai vinden, denk ik. Van Avermaet heeft daar ook eens iets over gezegd. Dat zijn ook mannen die je vaak op de mountainbike ziet trainen. Het is gewoon zo: af en toe is wielrennen op de weg saai.”
Ga jij dat kunnen, de saaiheid aanvaarden en zo zuinig mogelijk koersen?
“Dat zal voor mij het allermoeilijkste worden. Het zal moeten. Ik heb al langere koersen gewonnen. Ik denk wel dat ik het kan.”
Om de vergelijking met Sagan door te trekken: over hem hoor je soms dat hij alleen maar doet alsof hij het allemaal niet zo ernstig neemt. Is dat bij jou ook niet zo? Is die speelsheid ook niet een stuk imago?
“Dat denk ik niet. Natuurlijk werk ik serieus, daar maak ik toch ook geen geheim van? Het is echt niet zo dat ik lukraak iets doe. Als je op dit niveau een verschil wil maken, kan je niet anders.”
We zagen je onlangs in ‘Over Eten’ op Eén en daarin zag je de speelvogel en de echte prof tegelijk: een pak frieten na de cross, maar met Karolien Rector heb je ook een voedingsspecialiste die je begeleidt.
“Met voeding ga ik nu heel bewust om. Alles hangt af van het aantal calorieën dat ik heb verbrand. Op rustdagen zal ik altijd minder eten. Zonet heb ik aan het buffet ook bewust de lasagne laten staan.”
Goeie keuze.
(lacht) “Niet lekker misschien? Ik dacht het nog.”
Wat met je training? Er zijn mensen die niet kunnen geloven dat jij op dit moment geen volwaardige coach hebt.
“Serieus? Ik zou echt niet weten wie. Christoph regelt dat allemaal, samen met dokter Guy De Schutter. Verder is er echt niemand. Volgend jaar is het wel de bedoeling nog wetenschappelijker te gaan werken. Omdat het voorjaar er dan ook nog bijkomt. Dat is weer een volgende stap.”
Volgens Michel Wuyts word je met een coach nog eens twintig procent beter.
(lacht) “Ik teken er direct voor.”
Liefde & Porsche
Terug in het hotel na de training loopt Van der Poel aan de balie Nederlander Marc de Reuver tegen het lijf, ooit een van Nederlands beste motorcrossers. Motorfanaat Van der Poel was en is een fan. “Hij is echt helemaal gek. Deze week heeft hij mij een röntgenfoto getoond van zijn lijf. Al zijn botten hangen met metalen plaatjes aan elkaar. Zijn scheenbeen, zijn bekken, zijn nek, echt álles. Waanzin. Dan sta ik er echt goed voor: een kleine pin in mijn scaphoïde (handwortelbeentje, red.) dit jaar na een val met de mountainbike. En op mijn zestiende heb ik een keer mijn sleutelbeen gebroken, maar dat plaatje heb ik er later laten uithalen. Op mijn knieën staan veel littekens, maar pijn voel ik nooit meer.”
“Ik heb zelf een enduromotor, maar rijden komt er niet vaak meer van. Het is gevaarlijk voor blessures. Christoph is ook geen grote fan. (lacht) Vroeger deed ik het altijd in de zomer, maar door het mountainbiken is er nu ook geen tijd meer voor.”
Wat je zegt: je doet nu een crosswinter, dan een voorjaar én daarna alle wereldbekers in het mountainbike. Is dat mentaal en fysiek haalbaar?
“Voorlopig lukt het. Ook mentaal: als het goed gaat, is dat allemaal geen probleem. Als het slecht gaat, zal het misschien wel beginnen te wegen. Wat het ook is: ik rust niet graag meer. Na mijn knieblessures heb ik gemerkt hoe moeilijk het is om opnieuw niveau te halen als je lang niet hebt gefietst. Sindsdien heb ik daar een regel van gemaakt: maximaal twee weken rust. Ik wil het niet meer meemaken dat ik alles kwijt ben.
Nu doen we het zo: af en toe een weekje rust ertussen. Zo was het eerst de bedoeling om vorige week maandag al naar hier te vertrekken. Uiteindelijk hebben we daar vrijdag van gemaakt. Om een extra rustperiodeke thuis te hebben. Ik ben maandag en dinsdag eens in het zand gaan rijden, meer niet.”
Met permissie: klopt het dat je ook om privéredenen liever wat vaker thuis bent dezer dagen?
(lacht) “Vertel, wat ben je te weten gekomen?”
Dat je een vaste vriendin hebt.
“Dat is zo. Joh, dat mag ook in de krant, hoor. Dat kan je toch niet tegenhouden. Vinden jullie lezers dat interessant? Wel, ze heet Roxanne Bertels, een Belgische, die op de marketingafdeling werkt van Porsche. Wat wil je nog meer weten?”
Misschien hoe jullie elkaar hebben leren kennen.
“Ik ben ooit met Porsche in Finland op ijs gaan rijden. Roxanne was mee en zo hebben we elkaar ontmoet. Daarna zijn ze nog met een hele delegatie naar de cross in Hulst komen kijken, waarna we iets hebben gedronken in Antwerpen. Nadien dan nog een paar dates en ondertussen zijn we een paar maanden samen. Ik ben content.”
Vader Adrie ook?
“Zeker, die komen heel goed overeen. Hij heeft gelukkig nog niet geprobeerd om me over dat stuk van mijn leven advies te geven. (lacht) Had hij dat wel gedaan, ik had zeker niet geluisterd.”
Had je graag gehad dat ze met je meekwam op stage?
“Ik heb nog nooit geweten dat vrouwen of vriendinnen naar een stage komen. Op de crossen zelf is ze er wel vaak bij. Dat is tof.”
Als het voor jou goed is, dan graag terug naar het wielrennen. Moet jij straks wereldkampioen veldrijden worden? Columnist Thijs Zonneveld zegt: hoe meer Van der Poel tijdens het seizoen wint, hoe meer
10.00u: nieuwelingen
11.00u: juniores
12.00u: G-sport
13.45u: vrouwen
15.00u: elite en beloften mannen
Laurens Sweeck, Daan Soete, Tom Meeusen, Kevin Pauwels, Jim Aernouts, Gianni Vermeersch, Tim Merlier, Jens Adams, David van der Poel.
Vrouwen: Denise Betsema, Annemarie Worst, Ellen Van Loy, Loes Sels, Eva Lechner, Laura Verdonschot, Kim Van De Steene.
rechtstreeks op VTM
hij op het WK te verliezen heeft.
“Je kan het zo bekijken, of je kan zeggen dat ik mijn seizoen niet moet redden op het WK. Eigenlijk is dat uitgangspunt voor mij nu al drie jaar hetzelfde.”
Akkoord, maar als je opnieuw niet wint, dan wordt ‘Mathieu van der Poel en WK’s’ wel echt een dingetje.
“Ja, dat zal zo zijn. Maar al die kampioenschappen hebben hun eigen verhaal. Vorig jaar was Wout simpelweg beter en Bieles in 2017 was gewoon kut. Honderdvijftig lekke banden in totaal of zoiets? Het is echt niet dat ik op een WK mijn zenuwen niet de baas ben of zo.”
Het mocht hier op stage niet over je aanstaande voorjaar op de weg gaan, maar graag toch één vraag daarover: hoe moeten we jou daar inschalen? Ben jij een renner voor de klimklassiekers of voor de kasseien?
“Goeie vraag. Zeker geen ronderenner, maar in de klassiekers zit ik er ergens tussenin, denk ik. De Ronde van Vlaanderen moet me goed liggen. De Amstel ook nog, de Waalse Pijl misschien ook, maar ik verwacht dat Luik te zwaar zal zijn. Ik merk het in het mountainbiken. Ik weeg 75 kilo, bergop moet ik te veel wattage trappen om mee te zijn. Veel ga ik er ook niet meer afkrijgen, want in vetpercentage zit ik nu al op vier, vijf procent. Dan zou ik al spieren moeten gaan verliezen.”
Om af te ronden: je bent nu Nederlands kampioen in het mountainbiken, de cyclocross en op de weg. En toch ben je deze week geen Nederlands Renner van het Jaar geworden. Ontgoocheld?
“Euh, neen. Ik wist zelfs niet dat de Nederlandse Renner van het Jaar verkozen was. Maandag? Serieus? O ja, Tom Dumoulin heeft gewonnen. Juist, daar heb ik iets van zien voorbijkomen. Terechte winnaar, hoor. Drie nationale truien is mooi, maar wat Tom heeft gedaan – als Nederlander tweede worden in de Giro en de Tour – dat heeft internationaal toch meer aanzien. Zo’n verkiezing is mooi, maar hier op stage ben ik er echt geen minuut mee bezig geweest.”