Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Reuzegom: vuil clubje voor chique studenten
In Leuven stonden ze al bekend voor hun extreme dooprituelen en hun balorigheid. De jongens van studentenclub Reuzegom verzamelen GAS-boetes als trofeeën, slachten hun huisdieren en weigeren de dooprichtlijnen te aanvaarden. En zeggen dat dat troebel clubje net volk als notarissen, politici en bedrijfsleiders voortbrengt. “Maar die smeerlapperij hoorde er destijds niet bij”, zegt een man van de oude garde. “Dit maakt mij beschaamd dat ik ooit preses van Reuzegom was.”
Ze kregen allemaal een konijntje mee naar huis, de aspirant-leden van Reuzegom. Om het op hun kot een semester lang te voederen en te vertroetelen. Tot op de doop. Dan moest elke schacht zijn eigen konijntje de nek omwringen en het opeten. Dat was in 2013. En Michel Vandenbosch van GAIA stond eerder al op zijn achterste poten. De jongens van Reuzegom hadden een paar jaar daarvoor op hun doopfeest hun clubmascotte – het biggetje Spekkie – met een karabijn afgeschoten, het hart uitgerukt en een filmpje ervan op het internet geworpen.
Opgehitst
In 2009 organiseerden ze een cantus met de naam Champagneboer zoekt Hoer, naar het bijna gelijknamige tv-programma. Ze hadden een tiental studentes zo ver gekregen om in een decembernacht schaars en uitdagend gekleed naar hun drinkfeest te komen. De jongens raakten zo opgehitst dat ze hun cantuszaaltje half afbraken en collectief wegliepen zonder de huur te betalen. En dan was er die keer in 1999 toen een schacht bloed begon te braken en niemand het een goed idee vond om een dokter te bellen.
Om maar te zeggen: die van Reuzegom hadden dus al een naam nog voor het doopritueel van afgelopen dinsdag in een bos in Vorselaar heel erg misging.
Doopcharter
In Leuven bestaat een doopcharter, met richtlijnen over wat wel en niet kan bij studentendopen. Om accidenten te vermijden. Reuzegom weigert te tekenen. “Omdat dan limieten worden opgelegd, onder andere qua drankverbruik, en dat is voor hen een breekpunt”, zegt Stephanie Homans, studentenflik. Ze kent de jongens van Reuzegom. Ze gaan in hun clubkleuren door de Leuvense straten, geven overlast, verzamelen GAS-boetes. “En als we hen vragen om met ons samen te zitten, reageren ze weigerachtig. Of helemaal niet.”
Opgericht door Hugo Schiltz
Nu zwijgen ze ook. Huidige leden willen niet reageren op vragen over hun club. Sommige bestuursleden uit het recente verleden spreken wel, maar anoniem. Om hun “professionele reputatie” te beschermen. Veel oud-leden hebben inderdaad een reputatie hoog te houden. Onder hen: een deurwaarder, de baas van een grote bank, een man met een eigen merk van schuimwijnen en iemand met een hoge positie bij een Europese instelling.
Het draagt bij aan het imago van Reuzegom als een elitair clubje van rijke jongens. Het zijn de zonen van gegoede families uit Antwerpen, Schoten, Brasschaat, Schilde en omstreken. Die op de betere colleges in het Antwerpse hebben gezeten en in Leuven economie of rechten of burgerlijk ingenieur gaan studeren. De Reuzegom werd in 1946 opgericht, mede door wijlen Hugo Schiltz, de Volksunie-voorman. Het was de studentenclub in Leuven voor oud-leerlingen van het Xaveriuscollege van de jezuïeten in Borgerhout. Vandaag is een Antwerpse afkomst de enige vereiste om lid te worden. “Maar het is niet te ontkennen dat ze in bulk uit gegoede kringen komen”, zegt een voormalige preses. “En de club heeft geen politieke affiliatie, maar veel linkse jongens zul je er niet vinden. Toch, Reuzegom is vooral een club waar veel gedronken wordt, waar kattenkwaad wordt uitgestoken en waar een doop twee dagen van vetzakkerij inhoudt. Zijn we daarin extreem? Wat is extreem?”
Flauw, maar plezierig
“Natuurlijk zijn die dopen van nu overdreven”, zegt zakenman Stany Laenen, die preses was in de vroege jaren tachtig. “Destijds waren er niet zo van die uitspattingen. Wij stuurden schachten met een ladder om hun nek over de Bondgenotenlaan en lieten ze een paar ad fundums drinken. That’s it.”
Theo Boel, preses aan het eind van de jaren zeventig en vandaag OCMW-voorzitter voor de N-VA in Duffel, zegt hetzelfde. “Dit soort dommigheden gaat veel en veel te ver. Wij lieten ons bloot gat fotograferen in een fotohokje. Flauw, ja, maar het bleef plezierig. Maar als je een te harde schachtentemmer hebt en een preses die zijn mensen niet onder controle heeft, dan kan een doop uit de hand lopen.”
“Soms doen jonge gasten dingen waarvan ze zelf de gevolgen niet kunnen inschatten”, zegt Xavier Van de Poel, Reuzegom-leider in de vroege jaren zeventig. “Maar het is geen excuus. Wat nu gebeurd is, maakt mij beschaamd dat ik ooit preses was.”