Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We kunnen niet altijd hopen dat de concurrentie verliest”
Oostendecoach Gert Verheyen waarschuwt
Lokeren is de verliezer van het
weekend. De Waaslanders namen zaterdag na de nederlaag
tegen Oostende de rode lantaarn opnieuw mee naar Daknam. Aanvoerder Killian Overmeire is er het hart van in, maar weigert op te geven. “Ik
val nog liever neer.”
De verslagenheid in het Lokerse kamp na de nederlaag tegen Oostende was immens, en dan al zeker bij aanvoerder Killian Overmeire.
“Besefte iedereen wel het belang van deze match?”, vraagt het Lokerenboegbeeld zich luidop af. “Als je op die laatste plaats staat, moet er een vuur in je branden. Dan moet je in je eer gekrenkt zijn. De drang om de rode lantaarn zo snel mogelijk door te geven moet zodanig groot zijn, dat je alles voor de club wil geven. Zoiets neem je ook mee naar huis, je bent er voortdurend mee bezig. Want ergens ben ik ook supporter. Het doet pijn om te zien wat er nu allemaal gebeurt. Maar ik val nog liever neer dan dat ik opgeef. Het is niet dat Oostende beter is dan ons. Zeker niet. Ook zij hebben bijna geen kans gekregen. Maar elke kans die een tegenstander krijgt, wordt een doelpunt. Tijdens de winterstop moeten er versterkingen bijkomen. Dat is al een tijdje duidelijk. Op welke posities? Dat moet je aan de trainer vragen.”
Pijn aan de ogen
En dus blijft Lokeren voorlopig in de hoek zitten waar de klappen vallen. Alsof de nederlaag nog niet erg genoeg was, zag het alle rechtstreekse degradatieconcurrenten minstens één puntje sprokkelen, waardoor de rode lantaarn weer minstens een weekje op Daknam hangt.
“Eigenlijk verdiende niemand te winnen”, vertelt trainer Trond Sollied. “Deze match had altijd op een doelpuntloos gelijkspel moeten eindigen. Als we deze match gewonnen
hadden, had ik gezegd dat we deze
Zijn schreeuw van opluchting richting de supporters toen hij van het veld stapte, sprak boekdelen. Al zag Gert Verheyen zijn ploeg niet goed beginnen aan de wedstrijd.
“De eerste twintig minuten waren we erg slecht. Ik zei nog tegen mijn bank dat het wachten was op een tegendoelpunt voor we in actie schoten, maar gelukkig kwam dat er niet. Als eerste scoren in zo’n match is cruciaal”, stelt Verheyen. “Maar ik wil focussen op het positieve. Gelukkig kunnen we reageren en winnen we door een heel goed doelpunt. De tweede helft begonnen we goed en de invalbeurt van zege gestolen hadden. De bal viel één keer goed voor Oostende. En dan zag je waarom wij op de laatste plaats staan.”
Nochtans was er onder de Noorse coach progressie zichtbaar: Lokeren voetbalde weer met veel druk vooruit en versierde zelfs opnieuw kansen. Alleen vergat het zichzelf meermaals te belonen. Iets wat het later cash betaalde. Het verhaal van dit seizoen. Tegen Oostende had Lokeren wel het meeste balbezit (62%), maar het kon dat veldoverwicht nooit omzetten in uitgespeelde kansen. Vooral de ontelbare dramatische voorzetten deden pijn aan de ogen. Resultaat: slechts drie doelpogingen en zelfs geen enkele bal binnen het kader. Marecek had na knullig balverlies van Oostendedoelman Ondoa altijd moeten scoren, maar de Tsjech besloot onbesuisd naast.
“We speelden een goede match tot aan de zestien van de tegenstander”, analyseert Sollied. “We trapten veel voorzetten, veel meer dan anders. Maar we waren te overhaast en verloren het overzicht. Nochtans weten ze waar de spitsen lopen. En toch vergeten we het gewoon. Een blackout. Maar vroeg of laat zal het wel eens in ons voordeel uitdraaien. In de verdediging hebben we vaak de verkeerde keuzes gemaakt. Keuzes die ons veel punten gekost hebben. De stap om eindelijk drie punten te pakken, is als de Himalaya beklimmen: een heel grote stap.” Bataille was belangrijk. Hij bracht aanvallend veel bij.”
Oostende zet met de driepunter weer een stap in de goede richting: omhoog in het klassement.
“Maar of we nu veilig zijn? Neen”, reageert Verheyen gepikeerd. “Met 22 punten blijf je er nog steeds niet in. We kunnen niet elke week hopen dat de concurrentie blijft verliezen.”