Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Balanceren op een slappe koord
24 stemmen te kort voor meerderheid Oppositie weigert steun te geven aan “afbraakpolitiek” N-VA nu al meer bezig met volgende verkiezingen Aartsmoeilijke regeringsvorming na 26 mei Voor het eerst sinds 1974 minderheidsregering
Michel II heeft 24 stemmen te weinig voor meerderheid Jan Jambon burgemeester, tot grote vreugde van de Brasschatenaars N-VA begint nu al aan campagne voor verkiezingen in mei
De Zweedse coalitie is niet meer. Voor het eerst sinds 1974 heeft ons land een minderheidsregering. Met 52 van de 150 zetels, en geen meerderheid meer aan Nederlandstalige kant, belooft het oranje-blauwe kabinet-Michel II een aartsmoeilijke evenwichtsoefening te worden. Kan de nieuwe regering nog iets realiseren of staan we voor een half jaar van keihard campagne voeren? En hoe moet het verder na de verkiezingen op 26 mei, wanneer zich een zo mogelijk nog moeilijkere regeringsvorming aankondigt?
Ze waren nog niet koud, de woorden van Bart De Wever, of premier Michel kondigde zaterdagavond de vorming aan van een oranje-blauw minderheidskabinet. De snelheid waarmee hij dat deed, toont aan dat met dat scenario achter de schermen al enkele dagen rekening werd gehouden. Ook op de N-VA-kabinetten was het eind vorige week al duidelijk dat het einde nabij was. Halsoverkop werden de belangrijkste documenten en computerbestanden gekopieerd.
De keuze voor een minderheidskabinet was dan ook de meest logische voor de overgebleven coalitiepartners MR, Open Vld en CD&V. Niet omdat het een walk in
the park belooft te worden, integendeel, maar wel omdat geen van de drie partijen zin heeft in vervroegde verkiezingen, vooral niet omdat die op dit moment weleens zouden kunnen uitdraaien op een referendum over migratie. Doordat ook de linkse oppositie daar geen trek in heeft, is het dus uitgesloten dat er een meerderheid wordt gevonden in de Kamer om nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
Gedoogsteun
Zo komt er dus voor het eerst
sinds 1974, toen Leo Tindemans het anderhalve maand lang met een minderheidskabinet deed tot hij de Rassemblement Wallon aan boord haalde, een minderheidsregering in ons land. Die formule is in de hedendaagse, Belgische context onbekend politiek terrein. Met 52 op 150 zetels belooft het alleszins een aartsmoeilijke evenwichtsoefening te worden voor Michel II.
De regering komt maar liefst 24 zetels tekort voor een meerderheid, waardoor ze niet genoeg heeft aan de gedoogsteun van een kleine oppositiepartij om nog nieuwe zaken op de rails te zetten. Telkens opnieuw zullen Michel en co. bij de volledige oppositie of de N-VA moeten smeken om steun. Sp.a-voorzitter John Crombez liet gisteren meteen weten dat het “ondenkbaar” is dat zijn partij “steun zal geven aan de afbraakpolitiek” als die lijkt op die “van de afgelopen vier jaar”. Ook bij andere oppositiepartijen klinkt al een soortgelijk signaal. De sfeer is daarmee gezet.
Aan de andere kant lijkt N-VA wel bereid om de sociaaleconomische dossiers die nog op stapel stonden te blijven steunen in het parlement. Zo komt ze over als een verantwoordelijke bestuurspartij, ook al zit ze in de oppositie. Het zal voor het minderheidskabinet de vraag zijn hoe het daarmee omgaat: willen Michel en vooral de Vlaamse partijen deze dossiers nog realiseren in de wetenschap dat ze essentieel zijn voor de economische toestand van ons land, of gunnen ze N-VA, die voor de rest niet zal nalaten om de “Marrakesh-coalitie” met vuur te bestrijden, die overwinning niet?
Het gaat onder andere om de begrotingscontrole in het voorjaar (waarbij wellicht opnieuw bespaard moet worden), het finale luik van de arbeidsdeal (met als sluitstuk de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen) en de pensioenhervorming (met de discussie over de zware beroepen).
De lof die N-VA en premier Michel afgelopen weekend voor elkaar overhadden, kan er wel op wijzen dat op dit gebied al afspraken zijn gemaakt voor de komende maanden. Zowel voor Michel zelf als voor N-VA zou dat goed uitkomen. Nog afgezien van het feit dat N-VA zich op deze manier verantwoordelijk gedraagt, heeft de partij baat bij een goede relatie met de Franstalige liberalen van MR met het oog op de volgende regeringsvorming. Michel helpen om op sociaaleconomisch vlak te scoren, kan in Wallonië de opmars van links helpen stuiten.
Wat in mei?
Het zal er de komende maanden hoe dan ook hard aan toegaan in het parlement. Dat Bart De Wever het tijdens zijn persconferentie zaterdagavond zo vaak over de “Marrakesh-coalitie” had, toont glashelder aan dat de campagne voor mei nu officieel is begonnen. De N-VA probeert de overgebleven regeringspartijen, en met name CD&V en Open Vld, te framen als voorstanders van een opengrenzenbeleid. Met zijn populairste politicus Theo Francken op kop zullen de Vlaams-nationalisten dat tot 26 mei blijven herhalen.
De regeringsvorming die daarna zal volgen, belooft zo mogelijk nog moeilijker te worden dan het kabinet-Michel II. Afgelopen week vielen in het parlement bijzonder harde woorden tussen CD&V en Open Vld enerzijds en N-VA anderzijds. Ook de relatie die de Vlaams-nationalisten, en met name minister van Binnen- landse Zaken Jan Jambon, de afgelopen jaren zorgvuldig opbouwden met de MR, heeft ongetwijfeld een deuk(je) opgelopen. Een klassieke tripartite met PS, sp.a en cdH komt zo terug in zicht, maar alles hangt af van de uitslag op 26 mei.
Met migratie als belangrijk thema en N-VA in een comfortabele oppositierol zou dat er voor kunnen zorgen dat niet alleen N-VA zelf erop vooruitgaat, maar ook Vlaams Belang nieuwe steun verwerft. De partij haalde zaterdag ex-Trump-adviseur Steve Bannon en Marine Le Pen, de leidster van het Franse Rassemblement National, naar het Vlaams Parlement om zich net te profileren op het VN-migratiepact. Het idee dat N-VA en Vlaams Belang zich gedragen als communicerende vaten, waarbij de stemmen van de ene naar de andere kant vloeien maar stabiel blijven rond de 40%, zou eind mei schade kunnen oplopen.
De vraag is hoe het verder moet met het land als die ruk naar rechts zich effectief voordoet en N-VA meer dan ooit incontournable wordt. De regeringsvorming zou dan heel lang kunnen aanslepen en het land in een nieuwe existentiële crisis storten.