Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bedrijven moeten ook luisteren naar jongeren
Antwerps Voka-voorzitter Jo De Backer kwam op de nieuwjaarsreceptie van de ondernemersorganisatie met een wel zeer straf cijfer. De jeugdwerkloosheid bij mensen van allochtone origine zou de stad Antwerpen alleen al een half miljard euro kosten. Het is een maatschappelijk drama, voegde hij daaraan toe. Dat laatste klopt. Jeugdwerkloosheid is geen zegen voor een stad. Maar waar komt dit astronomisch hoge bedrag vandaan? De Backer geeft toe dat hij zelf niet weet hoe deze kosten zijn berekend. Hij zegt dat hij het getal ook maar heeft aangereikt gekregen. Het is jammer dat een toespraak voor het kruim van de bedrijfsleiders en politici van Antwerpen niet beter onderbouwd is. Door de focus te leggen op de werkloosheid onder allochtonen en daar hoge kosten aan te verbinden, legt hij wel heel erg de nadruk op de factor afkomst, meer dan op andere redenen waarom zo veel jongeren in Antwerpen geen werk vinden. Een jonge allochtone werkloze kost de stad ook niet meer dan een autochtone. Dat geeft De Backer toe.
De hoge werkloosheid in de stad is een probleem. De Antwerpse werkloosheidsgraad ligt op 13%, wat het dubbele is van het Vlaams gemiddelde. 75% van de kinderen en jongvolwassenen tot 25 jaar in de steden zijn van allochtone origine. Vier op de tien hebben geen diploma en de helft heeft geen job. Een van de redenen waarom de werkloosheid zo hoog is bij deze groep, is volgens de Voka-voorzitter de slechte kennis van het Nederlands. Dat argument speelde ooit een grote rol, maar ondertussen is dat niet meer de belangrijkste reden. De meerderheid van de jongeren van allochtone afkomst is al tweede, derde en zelfs vierde generatie Antwerpenaar.
Het probleem zit dieper. Jongeren van allochtone afkomst missen een sociaal, professioneel netwerk, net als mensen die in kansarmoede leven. Ze kunnen in hun zoektocht naar een job onvoldoende terugvallen op familie, vrienden en kennissen. De kernboodschap van Voka-voorzitter De Backer is terecht. Bedrijven moeten inspanningen doen om deze jongeren op te nemen in de economie. Er zijn in Antwerpen heel wat getalenteerde jongeren van allochtone afkomst die hen daarbij willen helpen, die hun netwerken willen aanbieden en kunnen uitgroeien tot aanspreekpunten. Bedrijven moeten alleen de deur openzetten, luisteren en bereid zijn om te handelen. De inspanningen van die jongeren onder de aandacht brengen is een betere manier om het probleem te benaderen dan een enorm negatief bedrag te vermelden. Die manier zal de bedrijfsleiders op de duur veel beter helpen om hun vacatures op te vullen.