Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Kostprijs autochtone werkloze is níét hoger”
Antwerps Voka-voorzitter nuanceert uitspraak van “half miljard” over jonge werkzoekenden
Is de kostprijs van de jonge, allochtone werkloze hoger dan die van een autochtone, jonge werkloze? Jo De Backer, Voka-voorzitter van Antwerpen-Waasland, liet op zijn nieuwjaarsreceptie uitschijnen van wel. Alleen valt het niet te bewijzen, geeft ook De Backer toe.
Jo De Backer, Voka-voorzitter van Antwerpen-Waasland, kwam vrijdag op de nieuwjaarsreceptie van de ondernemersorganisatie met een opmerkelijk cijfer. “De jeugdwerkloosheid bij mensen van allochtone origine kost de stad Antwerpen alleen al een half miljard euro”, zei hij.
De Backer deed dit voor een volle zaal met bedrijfsleiders en politici. Hij kon achteraf echter niet uitleggen hoe hij tot dit specifiek cijfer kwam voor deze groep werkzoekenden. “We zijn vertrokken van de 20.000 tot 25.000 jongeren die werkloos zijn in Antwerpen”, zegt De Backer. “De kosten die verbonden zijn aan werkloosheid zijn naast de uitkeringen, ook de ondersteuning en de huisvesting. Als jongeren zelf geen inkomen hebben, dan moet de gemeenschap ervoor opdraaien. Het cijfer van een half miljard euro is mij toegespeeld voor in de speech, maar ik weet niet hoe men tot dit resultaat kwam.”
Waarom de opsplitsing?
Maar wat maakt dan het verschil tussen een werkloze jongere van allochtone afkomst en autochtone werkloze? Is een autochtone werkzoekende dan duurder of goedkoper?
“Ik heb geen reden om te denken dat de kostprijs verschillend zou zijn tussen deze twee”, zegt De Backer nu. “Er zijn natuurlijk wel specifieke problemen waardoor jongeren van allochtone afkomst moeilijk toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Het gaat om jongeren die de taal onvoldoende machtig zijn en geen di- ploma op zak hebben. 40% van de jongvolwassenen van allochtone afkomst verlaat de school zonder diploma, de helft heeft geen job.”
Tactische uitspraak
Arbeidsmarktspecialist Walter Janssens nuanceert de uitspraken van De Backer. Hij vermoedt dat de Voka-voorzitter veeleer een “tactische uitspraak” deed, dan een die op feiten is gebaseerd. “Elke werkloze kost geld aan de gemeenschap en dat staat los van afkomst”, zegt Janssens. “Dat er een verschil zou zijn, is nonsens. Je hebt directe kosten, via de uitkeringen, maar ook indirecte. Dat laatste weegt misschien nog het zwaarst door. Wie werkloos is levert geen economische bijdrage aan de samenleving.”
Het klopt volgens Janssens dat de afwezigheid van een diploma een probleem is, maar de kennis van het Nederlands is minder aan de orde, zeker bij de tweede en derde generatie jongeren van allochtone afkomst.
“Bovendien moet je niet voor alle jobs perfect Nederlands kunnen spreken, schrijven en lezen”, zegt Janssens. “Trouwens, ook bij autochtonen is niet iedereen even taalkundig. Het is vooral belangrijk dat iemand al of niet communicatiekundig is.”
Het vinden van werk hangt voor een groot deel af van het netwerk van de betrokkene. Familie of vrienden zijn een belangrijke eerste stap naar de arbeidsmarkt.
“Dat ontbreekt bij werkzoekenden van allochtone afkomst, maar ook bij mensen die in kansarmoede leven”, zegt Janssens. “Zij beschikken niet over een sociaal, professioneel netwerk. De basis ligt ook hier in het onderwijs. De schoolbanken zijn de eerste plek waar een mens zijn of haar eerste netwerk opzet. Maar op een ‘concentratieschool’ zitten hypothekeert al je toekomst.”