Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Op zijn kortst samengevat onderwees Jezus de liefde”
Trappistenmonnik van Westmalle stelt boek voor in Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
Toeristen die zondag een bezoek brachten aan de kathedraal in Antwerpen, kwamen pardoes terecht in de boekvoorstelling van
School van de Liefde van broeder Guerric. De trappist uit Westmalle schreef over de vroege gangmakers van de cisterciënzers.
In de middenbeuk voor het altaar stond een tafel met vier panelleden, die de monnik het habijt van het lijf mochten vragen over zijn jongste boek. De 63-jarige broeder Guerric (doopnaam Dirk Aerden) is afkomstig uit Hove. Hij werd op zijn 23ste trappist en is ook priester in de abdij van Westmalle, waar hij onder andere de taak van novicemeester uitoefent en een groep cisterciënzerleken begeleidt. Vorig jaar lanceerde hij onder meer de campagne Mannen
die van het leven houden, waarbij single mannen tijdens twee monastieke weekends mochten deelnemen aan het gebed en het werk op de boerderij van de Abdij der Trappisten in Westmalle.
De boekvoorstelling was een initiatief van de kathedraal zelf. “Het is een van de afleveringen van ‘boek van de maand’, een ken- nismaking met een hedendaagse en relevante verwoording van christelijk geloven”, zegt Katrien Sollie van de kathedraal.
Dat een aan het celibaat gebonden monnik over de liefde schrijft, klinkt misschien raar. “Maar ik schrijf niet over de soort liefde die aan Valentijnsdag doet denken”, legt broeder Guerric zelf uit. “Het gaat niet om de flamboyante hartstocht waar piek en afgrond zo dicht bij elkaar liggen. De liefde die in dit boek ter sprake komt, is ook allesverzwelgend, maar niet zonder het leerproces van zelfkennis en uitzuivering.”
Volgens broeder Guerric was de leerlingengroep rond Jezus eigenlijk de eerste school van de liefde. “Op zijn kortst samengevat, onderwees Jezus de liefde. Zoals Jo- hannes het al zei: een mens zonder liefde kent God niet. Elke christelijke monnikengemeenschap is een school van de liefde. Ik vertrek in mijn boek bij het ontstaan van de cisterciënzerbeweging rond de elfde eeuw en haar gangmakers. Ook de twaalfde eeuw komt ruim aan bod.”
Volgens broeder Guerric hebben cisterciënzers nooit een discrepantie gezien tussen de godsliefde en de mensenliefde. “Integendeel: ze hebben beiden bestudeerd, om niet in een spagaat te belanden.”
Narcisme
In zijn boek gaat de broeder ook verder in op de abdij Saint-Nicolas-lès-Cîteaux in Frankrijk. Tot de Franse Revolutie was deze abdij het moederhuis van de cisterciënzerorde.
Guerric had vier vrienden uitgenodigd aan tafel die zijn boek gelezen hadden om hem vragen te stellen. Joost Baneke, priester van het aartsbisdom Utrecht die zelf ooit getrouwd was, merkte op dat sommige kloosters in plaats van scholen van de liefde ook scholen van de haat kunnen zijn. “Naast liefde is er ook nijd en ergernis in abdijen. Soms is het voor een gemeenschap moeilijk om met begaafde creatieve monniken om te gaan. De emancipatie van het individu zet kloostergemeenschappen onder druk”, stelt Baneke.
Broeder Guerric zei dat die strijd tussen individu en gemeenschap in de twaalfde eeuw ook al bestond. “Ik heb zelf 35 jaar ervaring in het gemeenschapsleven. Je individuele narcisme stelt je soms op de proef. Maar er is geen liefde zonder vrijheid.”
Theoloog Krijn Pansters vond het sterk dat het boek een groot publiek kan aanspreken, maar tegelijk wetenschappelijk-academisch verantwoord is. “Wat mij niet verbaast, want we zitten hier met een intellectueel in habijt.”
Broeder Guerric verontschuldigde zich omdat er nauwelijks vrouwen in het boek voorkomen. “De schrijvende monialen zoals Geertrui van Helfta, Beatrijs van Nazareth en Lutgardis van Tongeren verdienen een aparte publicatie.”
Broeder Guerric
School van de Liefde
“Er is geen discrepantie tussen de godsliefde en de mensenliefde.”