Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Toon Aerts wil broer Thijs mee op WK.
Mariagaarde Instituut uit Westmalle zag vier (ex-) leerlingen Belgisch kampioen worden
Kersvers Belgisch kampioen veldrijden Toon Aerts (25) is nog niet verzadigd: hij wil de komende drie weken de eindzege in de Wereldbeker binnenhalen én schitteren op het WK. “Ik hoop dat mijn broer Thijs ook mee mag. Ik ga daar met de bondscoach over praten”, zei Aerts gisteren in Otegem, waar hij na een bewogen nacht toch nog derde werd.
“Het feestje met de supporters was leuk, maar ik ben maar anderhalf uur gebleven. Toch heb ik amper geslapen. Ik heb eerst naar beelden zitten kijken, artikels gelezen en berichtjes beantwoord. Ik heb de cross ook nog een paar keer in mijn hoofd gereden. En als ik dan in slaap viel, maakte Sarah (zijn vriendin,
red.) mij weer wakker. Of omgekeerd. Vanmorgen kreeg ik meteen telefoontjes. Ik wist dat het zot ging zijn, maar zo zot had ik het niet verwacht.”
Toon Aerts werd derde in Otegem, na Mathieu van der Poel en Wout van Aert. “Al die aandacht kruipt in de benen, vandaar dat ik blij ben met die podiumplaats. Maar vanaf nu ga ik weer volledig focussen op de koers. Er staat nog veel op het spel.” Zondag in Pontchâteau verdedigt hij zijn leidersplaats in de Wereldbeker. “Die wil ik echt winnen.”
Na Pontchâteau maakt bondscoach Sven Vanthourenhout zijn WK-selectie bekend. Aerts zal op gelijke voet starten met wereldkampioen Van Aert en hoopt op extra steun. “Ik ga bellen met de bondscoach en uitleggen welke waarde mijn broer Thijs voor mij kan hebben in de selectie. Hij zorgt voor rust. Wat Tim Merlier voor Van Aert is, is Thijs nog een tikkeltje meer voor mij. Ik ga daar met de bondscoach en ook met Wout eens over babbelen.”
België mag zeven renners selecteren voor het WK. Wout van Aert, Toon Aerts, Michael Vanthourenhout en Laurens Sweeck zijn zekerheden. Voor de drie andere plaatsen komen Quinten Hermans, Daan Soete, Tim Merlier, Jens Adams, Gianni Vermeersch en Thijs Aerts in beeld. De jongere broer van Toon werd zondag als eerstejaarsprof knap vijfde. Trouwens: als Toon Aerts de Wereldbeker wint - en niet wereldkampioen Van Aert mag ons land een extra man naar het WK sturen. “Ik heb het dus misschien zelf een beetje in de hand.”
Raadsel. Wat hebben Toon Aerts, Sanne Cant, de 14-jarige Aäron Dockx en het één jaar oudere meisje Sterre Vervloet gemeen? Ze zijn sinds dit weekend alle vier Belgisch kampioen veldrijden. Maar even opmerkelijk: ze zaten alle vier op dezelfde schoolbanken. Wenst u uw kinderen een Belgische titel in het veldrijden toe, stuur hem of haar naar het Mariagaarde Instituut in Westmalle.
Het is een fiere directrice die we aan de lijn krijgen in Westmalle. “Het zal wel zijn”, lacht Denise Eelen. “Er hangen hier vanochtend overal affiches van Aäron en Sterre in de gangen. Twee Belgische kampioenen erbij. En evengoed hadden we ook nog affiches van Toon en Sanne kunnen ophangen. Er moet hier blijkbaar iets in het water zitten.”
En of het merkwaardig is. Een slordige 420.000 leerlingen zitten er in Vlaanderen in het middelbaar onderwijs. Daarvan zitten er een 1.200-tal in het Mariagaarde Instituut in Westmalle. Maar toen er afgelopen weekend op het BK in Kruibeke over alle categorieën heen tien titels werden uitgereikt, hadden er liefst vier een rechtstreekse band met de Westmalse onderwijsinstelling die zichzelf op haar website omschrijft als een ‘bruisende, actieve school, gelegen in het groen, in het hartje van de Kempen.’
Actief is ze alleszins, en al zeker in het veldrijden. Aäron Dockx en Sterre Vervloet zitten er vandaag respectievelijk in het derde en het vierde jaar, Sanne Cant en Toon Aerts liepen er in het verleden school. Hoe doen ze dat?
“We hebben hier een grote afdeling sportwetenschappen”, aldus de directrice. “Dat scheelt. Tussen onze leerlingen zitten sowieso al heel veel sportieve jongens en meisjes. En we hebben veel en goede sportleerkrachten. Altijd hameren we op het belang van een gezonde levenshouding, veel beweging en discipline. Op alle vlak. Wie pijn wil en kan lijden voor zijn sport, moet ook een beetje pijn kunnen lijden als hij voor zijn boeken zit.”
Toon Aerts, vandaag 25, zat er tot zijn achttiende. De nieuwe Belgische kampioen beaamt. “In de sportrichting werd echt professioneel gewerkt. Alles kwam aan bod, tot hygiëne in de sport toe. We deden ook alle sporten.”
Dat de school uitgerekend vier veldritkampioenen telt, is dan ook een beetje vreemd, en wellicht toeval.
“Het is niet dat wielrennen hier meer aandacht krijgt”, aldus Denise Eelen. “We werken heel breed. Wat wel zo is: het veldrijden leeft hier heel erg in de
streek. Ze steken mekaar aan.”
Rustige, gedreven leerlingen
Toch schrikken ze er niet van. Vooral de manier waarop Aerts en Cant de absolute top in hun sport hebben bereikt, verbaast niet.
“Het waren twee rustige, maar heel gedreven leerlingen”, herinnert Daniëlla Verlooy zich. Ze had beide Belgische kampioenen in haar klas. Toen al zag ze signalen. “In het vak fysiologie laten we elk jaar een leerling een inspanningstest doen. Die analyseren we dan klassikaal. In zijn jaar was het toevallig Toon die de test moest doen. Ik weet nog dat ik zijn resultaten onder ogen kreeg en direct dacht: Hola,
dat is iets aparts. Hij had heel veel capaciteiten. Toon en Sanne
“Wie pijn wil en kan lijden voor zijn sport, moet ook een beetje pijn kunnen lijden als hij voor zijn boeken zit.” Denise Eelen directrice Mariagaarde Instituut
waren ook heel plichtbewust. Die hadden een plan en die gingen daarvoor. Voor het vak bewegingsagogiek moeten de leerlingen op het einde van het schooljaar zelf een training geven aan de rest van de klas. Sanne gaf een fietstraining. Dat was àf. Heel professioneel.”
Nog toptalent uit het Mariagaarde Instituut? Wielrenner Kris Boeckmans sleet er in het verleden zijn korte broek. De 17-jarige Robbe Quirynen heeft er net zijn eerste stage met de A-kern van Antwerp opzitten. En ook in het schermen, kunstschaatsen en volleybal telt de school talent dat in zijn leeftijdscategorie bij het beste hoort wat België te bieden heeft. Om aan belangrijke wedstrijden of tornooien te kunnen meedoen, mag er al eens een dagje worden overgeslagen. Op twee voorwaarden: de leerstof moét ingehaald worden én de algemene studieresultaten moeten in orde zijn. De meesten stromen immers door naar het hoger onderwijs.
“Al was dat het grote verschil tussen Toon en Sanne”, besluit klastitularis Verlooy. “Toon wilde na het middelbaar absoluut nog een diploma halen. Sanne niet. In het zesde middelbaar praten we altijd over studiekeuzes. Sanne was daar toen al resoluut in. Ik ga
niks meer doen, hoor ik haar nog
zeggen. Ik zet alles op een profcarrière. Ze heeft woord
gehouden.”