Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ondergrondse parking kan museum of zwembad worden
UA-studenten nemen Mechelen als testcase voor alternatieve invulling parkeergarages
Masterstudenten architectuur van de Universiteit Antwerpen hebben zich gebogen over de herbestemming van parkeergarages in onze steden. Als testcase gebruikten ze de Mechelse binnenstad. Daar zien ze ondergrondse mogelijkheden voor musea en tentoonstellingsruimtes, wateropslag en zwembaden, of zelfs grafkelders en openluchttheaters.
Vlaamse steden tellen veel parkings. Vaak ondergronds en centraal in de stad gesitueerd. “Vanuit het huidige discours van de leefbare stad is een tendens merkbaar om deze centraal gelegen parkings die het autoverkeer tot pal in het centrum van de stad loodsen, terug te dringen”, zegt Maarten Van Acker, professor aan de Universiteit Antwerpen. Samen met stedenbouwkundige Raf Ilsbroekx onderzocht hij de mogelijkheden om deze ondergrondse ruimtes te herbestemmen.
Dat vraagstuk trok de aandacht van Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck, die de onderzoekers vorig jaar het Bouwmeesterlabel toekende. “Het bood ons de kans om met twintig studenten gedurende een jaar ontwerpen te maken voor de herbestemming van zulke parkeergarages”, stelt Van Acker. Voor hun onderzoek spitsten ze zich toe op de situatie in de Mechelse binnenstad, waar zowel parking Grote Markt, Veemarkt als Kathedraal onder de loep werd genomen.
Autoluwe binnenstad
Mechelen zet al sinds eind 2011 in op een autoluwe binnenstad. Tegelijk investeerden privépartners in ondergrondse parkeergarages. Aan de stadsrand zijn er recent zelfs nog twee bijgekomen. “Steeds meer parkeergarages staan leeg, bijvoorbeeld omdat mensen de parkings te duur vinden. Daardoor kiezen ze voor alternatieven: gratis parkeergelegenheid, de fiets of het openbaar vervoer”, vertelt Van Acker. Hij verwacht dat door de komst van zelfrijdende wagens, in combinatie met een model van mobiliteit met deelauto’s en -fietsen, de parkeerbehoefte de komende jaren nog sterk zal afnemen.
Bijgevolg wacht er een grote uitdaging voor de herbestemming van parkeergarages. “Daarbij worden we telkens geconfronteerd met dezelfde hindernissen: de plafondhoogte in die garages is laag en de hellingsgraad om uit te rijden, is doorgaans alleen geschikt voor auto’s. Dat zijn werkpunten voor toekomstige herbestemmingen”, legt Van Acker uit.
Voor de Mechelse parkeergarages zijn de onderzoekers bij heel wat mogelijke opties uitgekomen tijdens het ontwerpen. Binnenspeeltuin voor kinderen
Parking Kathedraal is de enige van de onderzochte Mechelse parkings met twee verdiepingen. “Dat vergroot de mogelijkheden voor herbestemming aanzienlijk, omwille van de grotere totale hoogtes”, zegt Ilsbroekx. Studenten experimenteerden voor de parkeergarage met de herbestemming van een gedeelte van het Speelgoedmuseum. Voorts passeerden een binnenspeeltuin en een kinderopvang de revue. Opties die meer aansluiten bij het verleden zijn de invulling met herdenkingsruimtes of columbaria. “Historisch was op deze plek het Sint-Romboutskerkhof”, stelt Maarten Van Acker.
In parking Grote Markt zien de studenten ruimte voor een zwembad en verschillende opslagfuncties. “In plaats van de bestelwagen die je vandaag overal ziet rijden, zou de bedeling van pakjes in de binnenstad hoofdzakelijk door fietskoeriers gebeuren”, zegt Van Acker. Ook culturele invullingen met onder andere tentoonstellingsruimtes en werkateliers worden gezien de centrale ligging als een zinvolle herbestemming ervaren.
Parking Veemarkt wordt interessant bevonden als multimodale hub. De korte lus door de binnenstad en de huidige functie als busknooppunt spelen mee om tot dat besluit te komen. “Een ondergrondse uitbreiding van fietsenstallingen, deelfietssystemen, centrale laadplaatsen voor elektrische (deel)wagens maken allen deel uit van de ontwerpen van de studenten”, vertelt Ilsbroekx.
Volledig openbreken
Ook de optie om het plein volledig open te breken en opnieuw aan te leggen als multifunctioneel plein is onderzocht. “Dit plein zou bijvoorbeeld als buffer voor wateropslag kunnen dienen in periodes van hevige regenval en een vertraagde waterafvoer garanderen”, legt Raf Ilsbroekx uit. “Tijdens de winter zou je er kunnen schaatsen en tijdens de zomer kan het plein als sportveld of als openluchttheater dienstdoen.”
SVEN VAN HAEZENDONCK
De ontwerpen zijn vanaf 6 februari te zien in deSingel in Antwerpen, van woensdag tot zondag tussen 14 en 19u en bij avondvoorstellingen tot 22u. Op 5 februari om 20u wordt de tentoonstelling geopend.