Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Oorlogstaal of peptalk?
“Troepen mobiliseren”, “naar het front”, “bolwerk Vlaanderen verdedigen”
Peter Van Aelst Professor politieke communicatie UAntwerpen
“Bart De Wever wil duidelijkheid brengen voor z’n achterban en weet goed wat hij doet. Net zoals hij weet dat de Vlaming niet houdt van Amerikaanse toestanden.”
“Oorlogstaal”, zo noemt Kris Peeters (CD&V) het woordgebruik waarmee N-VA-voorzitter Bart De Wever maandag drie lijsttrekkers voor de verkiezingen in mei bekendmaakte, en zichzelf kandidaat stelde voor het Vlaams minister-presidentschap. Al “gingen de Antwerpse verkiezingen er véél harder aan toe”, vindt communicatie-expert Fons Van Dyck. “Deze oppeppende praat hoor je ieder weekend in de kleedkamer van een sportclub.”
“De reconquista (Spaans voor
‘herovering’, red.) is aangekondigd, de PS heeft de bedoeling de macht terug te veroveren.” Zo begon De Wever eergisteren de speech waarin hij aankondigde het stadhuis te verlaten indien de kiezer hem de kans zou geven Vlaams minister-president te worden. “Wij zullen het bolwerk Vlaanderen verdedigen.”
Vicepremier Kris Peeters, tot voor kort nog bitsig tegenstander van De Wever in de race naar het Antwerpse burgemeesterschap, ziet in dit woordgebruik regelrechte “oorlogstaal”.
“N-VA heeft een vijand nodig om haar verkiezingscampagne op gang te trappen”, zegt hij. “Daar gaan wij niet in mee.”
Zijn partijgenoot en ex-premier Herman Van Rompuy verwoordde het zo op Twitter: “Hoe een intern lijstprobleem omdraaien tot een externe dreiging? De vijand staat immers aan de deur. De boodschap is dan: zoek beschutting bij mij. Die truc is vandaag weer toegepast.”
Achterban mobiliseren Communicatie-expert Fons Van Dyck nuanceert en minimaliseert de uitspraken van zowel Peeters als De Wever. “Dit soort taalgebruik
is typisch voor het mobiliseren van de eigen achterban en niet alleen voorbehouden voor politieke middens”, zegt hij. “Ieder weekend hoor je dezelfde praat in de kleedkamer van de lokale voetbalclub voor ze het veld oplopen. Dit is opjuttende taal voor de partijleden en zit ingebakken in de stijl van De Wever.”
Professor politieke communicatie Peter Van Aelst (UAntwerpen) ziet N-VA vooral als een hecht blok naar de kiezer trekken. “Als we De Wever mogen geloven, geeft hij zijn eigen hoogste goed, het burgemeesterschap, op voor de partij. Hoe hij dat aan de man brengt, is strak geregisseerd. Dit oorlogstaal noemen is overdreven. Hij mag dan wel niet langer de grote ‘verbinder’ zijn van enkele weken geleden, hij klinkt niet harder dan anders.”
Volgens Van Dyck ging het er enkele maanden geleden dan ook véél agressiever aan toe, toen Open Vld-kopman Philippe De Backer zijn N-VA-rivaal “emotioneel ongeschikt” noemde om Antwerpen te leiden en de verkiezingscampagne persoonlijk werd, onder meer met de hele heisa rond Peeters’ verblijfplaats. “Dat waren Trumpiaanse toestanden”, zegt Van Dyck. “Deze zogenaamde oorlogstaal is universeel en tijdloos.”
Glashelder met een kwinkslag
Nadat De Wever zowat heel Antwerpen met verstomming sloeg en aankondigde dat hij zijn sjerp mogelijk vroegtijdig doorgeeft, postte N-VA op sociale media een foto waarop hun voorzitter op de troon van Game of Thrones zit, met het opschrift “Brace yoursel
ves, Bartje is coming”.
“Hier moet de partij veel harder mee oppassen”, vindt Van Dyck. “De Vlaming heeft altijd een boontje voor de underdog en dit soort beelden kan je moeilijk van enige nederigheid betichten. De Wever stelt zich keizerlijk voor en maakt van zichzelf de inzet van de verkiezingen. Of je bent voor, of je bent tegen. In combinatie met zijn typische Latijnse uitspraken, die hem gezag geven, komt dit bijna imperialistisch over.”
Van Aelst focust vooral op het woord ‘Bartje’. “Als N-VA daar
‘Bart De Wever is coming’ schrijft, komt dat veel harder over. Nu maken ze hun boodschap glashelder, maar met een kwinkslag. Net zoals tijdens de persconferentie ook hier en daar een grapje te horen was (zoals hoe Jan Jambon bijvoorbeeld ‘vergat’ te vermelden dat hij kandidaat-premier is, red.). De Wever wil duidelijkheid brengen voor z’n achterban en weet goed wat hij doet. Net zoals hij weet dat de Vlaming niet houdt van Amerikaanse toestanden.”