Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meer geld nodig voor betere bus en tram
Iedereen, inclusief De Lijn zelf, weet dat het openbaar vervoer sneller en efficiënter moet dan nu het geval is. Als bus en tram een waardig alternatief moeten worden voor de auto is er geen andere keuze dan het netwerk van openbaar vervoer fors te verbeteren en uit te breiden. Niet alleen in, maar vooral ook rond de centrumsteden.
Door Vlaanderen onder te verdelen in vijftien vervoerregio’s en de betrokken lokale besturen deels mee te laten beslissen over de budgetten, hoopt de Vlaamse regering een stap in de goede richting te zetten. Want, zo is de redenering, steden en gemeenten weten immers het best welke noden er zijn in hun regio om het openbaar vervoer beter te maken.
De beslissing om vervoerregio’s in te voeren dateert van vorig jaar. Het budget werd gisteren verdeeld. Alles bij elkaar is er 226 miljoen euro gereserveerd waarmee steden en gemeenten autonoom of met verregaande medezeggenschap het openbaar vervoer in hun regio kunnen sturen. Op het totale budget van De Lijn, waarmee het overheidsbedrijf bussen en trams op de belangrijke assen moet laten rijden, is dat een flinke hap.
De Lijn heeft immers een budget van slechts 725 miljoen euro. Slechts, omdat dit ontoereikend is om Vlaanderen een degelijk openbaarvervoernetwerk te bieden. Als het openbaar vervoer echt een alternatief wil zijn om de files op onze wegen terug te dringen, zal er flink wat geld moeten bijkomen. Hopelijk ziet ook de nieuwe Vlaamse regering dit in en wordt de huidige politiek van besparen er een van investeren. Dat dit loont, is in het buitenland al bewezen. In regio’s of landen waar openbaar vervoer een prioriteit is, blijkt dat niet alleen het aantal reizigers maar ook de tevredenheid toeneemt. Met als gevolg dat de filedruk op de wegen afneemt. Soms mondjesmaat. Maar het gebeurt wel.
Of de vervoerregio’s voor een betere mobiliteit zullen zorgen, moet nog blijken. Het idee om lokale besturen een eigen budget voor openbaar vervoer te geven is alvast niet verkeerd. Op voorwaarde dat de leden van deze vervoerregio’s, en dat zijn in het geval van Antwerpen maar liefst 33 gemeenten, bereid zijn om verder te kijken dan alleen naar de voordelen voor de eigen gemeente. In het andere geval zal het project een maat voor niets blijken en is de vervoerregio geen lang leven beschoren.