Gazet van Antwerpen Stad en Rand
16. Waasland-Beveren
Eerlijk is eerlijk: zoals de kaarten er nu bijliggen, lijkt Waasland-Beveren een van de grootste degradatiekandidaten. Zo heeft de Oost-Vlaamse fusieclub nog veel werk om ten laatste tegen eind augustus een competitief elftal op de mat te brengen. Vooral het onderzoek naar matchfixing, waarvan de club uiteindelijk werd vrijgesproken, heeft de voorbereiding behoorlijk verstoord. Terwijl sterkhouders één voor één de club verlieten, laat de broodnodige versterking lang op zich wachten. Te lang. De klok tikt.
Vorig seizoen had de club zijn transferhuiswerk nochtans wél tijdig klaar, maar dat het merendeel van die transfers geen schot in de roos bleek, mag je een understatement noemen. Die kapitale fout wil het bestuur absoluut vermijden, waardoor het zijn tijd neemt om gerichte, kwalitatieve transfers af te ronden. Die kwaliteitsinjectie is vereist, wil de club het degradatiespook ook dit seizoen achter zich laten. Er is nog lang niets verloren, maar er breken wel cruciale weken aan. Want met Ampomah, Boljevic, Roef en Verstraete (keert hij terug?) verloor de club al minstens vier sterkhouders, die vorig seizoen een groot aandeel hadden in het behoud. Vergelijkbare spelers halen is een moeilijke en vooral dure opgave. Trainer Adnan Custovic stond dan wel te popelen om voor het eerst als hoofdtrainer een voorbereiding uit te stippelen, nu moet hij de verhoopte nieuwkomers in sneltempo integreren en automatismen kweken. Niet evident, eenmaal de competitie begonnen is. Intussen haalde de club wel al drie nieuwkomers in huis. Doelman Lucas Pirard moet Davy Roef doen vergeten, Inter-huurling Xian Emmers – zoon van ex-Rode Duivel Marc – moet zijn talent ontplooien op het hoogste niveau en derde doelman Brent Gabriël werd gehaald als wissel op de toekomst.