Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Burendag bij Fedasil: “Ik had een fout beeld van wat hier gebeurt”
Uitbater Mo van tijdelijk gesloten Willebroekse shishabar schreeuwt onschuld uit
De uitbater van shishabar Lounge Havana in Willebroek schreeuwt zijn onschuld uit. Afgelopen maandag werd er voor de tweede keer een granaat naar de zaak gegooid en werd al snel geopperd dat er een link is met het drugsmilieu. “Maar ik ben totaal niet met drugs bezig. Ik heb er ook niet het flauwste vermoeden van wie achter de granaataanvallen zit”, zegt de man.
Twee granaataanslagen in vijftien maanden. Alles wijst erop dat iemand nog een flinke rekening te vereffenen heeft met iemand die gelinkt is aan de Willebroekse shishabar Lounge Havana. “Eigenlijk is het in februari van vorig jaar begonnen”, zucht uitbater Mo. “Toen is er aan de voorgevel al eens een kleine explosie geweest. Een rugzak, gevuld met een soort pvc die tegen het gebouw was gezet, is toen ontploft. De schade bleef gelukkig beperkt en ook de aanwezigen bleven ongedeerd. Maar nadien is het helemaal uit de hand gelopen en zijn er dus twee granaten gegooid.”
“De eerste keer hebben ze het raam met een halter stukgeslagen en nadien is de granaat naar binnen gegooid. De tweede keer wilden ze de granaat door het raam gooien, maar is het springtuig afgeketst en op de straat ontploft, waardoor zowat alle panden in de buurt schade hebben geleden.”
Een raadsel
“Ik heb er het raden naar wie achter die aanslagen zit”, gaat Mo verder. “Ik weet dat veel mensen zeggen dat het om een afrekening in het drugsmilieu gaat. Maar ik heb helemaal niets te maken met drugs. Als ik nog maar merk dat er iemand stiekem een jointje rookt op straat, spreek ik hem daarover aan. Echt, ik weet totaal niet waarom ze nu al voor de tweede keer met een granaat naar de zaak gooien. Laat staan dat ik weet wie er achter de aanslagen zit. Ik weet het echt niet. Ik heb ook met niemand problemen.”
“Uiteraard grijpt mij dit alles mij zwaar aan. De eerste keer was er alleen schade bij mij, nu in de hele buurt. Hier hadden slachtoffers kunnen vallen. Sommige granaatscherven zijn in het raam van slaapkamers van buren gevlogen. Ik ben er niet goed van. Het gaat hier niet om een baksteen waarmee gegooid wordt. Het gaat over granaten.”
Mo weet ook niet of de daders de vzw viseren of iemand die gelinkt is aan de shishabar. “Als ze echt mij zouden viseren, dan hadden ze me persoonlijk al kunnen aanpakken. Ze hadden me kunnen opwachten of minstens dreigberichten kunnen sturen. Dat is niet gebeurd. Met onze vzw zijn we trouwens niet alleen een gelegenheid waar men een waterpijp kan roken, we brengen Marokkaanse, Turkse en Belgische jongeren samen en organiseren ook allerlei evenementen. Eigenlijk zijn we een buurtclub. Zo spelen we zaalvoetbal, gaan we af en toe paintballen en kijken we ook gewoon voetbal of maken we een uitstapje. Met onze activiteiten halen we ook jongeren van de straat. Het is beter dat ze naar ons komen dan dat ze in groepjes blijven rondhangen.”
Nooit problemen
FOTO'S Mo Uitbater Lounge Havana
“Ik ben hier geen dader, maar een slachtoffer, ook al word ik door sommigen als dader beschouwd. Dat doet pijn.”
Na de granaataanval van afgelopen maandag besliste de Willebroekse burgemeester Eddy Bevers (N-VA) om de vergunning van Lounge Havana (tijdelijk) te schorsen. “Al zeker tot 5 augustus en dan zal er een nieuw onderhoud komen. Om te bekijken of de vzw langer gesloten moet blijven of opnieuw kan openen”, aldus nog Mo. “Ik begrijp de beslissing van de burgemeester. Het gaat uiteraard om de openbare veiligheid. Maar ik hoop dat het niet definitief is. Dat ik binnen afzienbare tijd kan voortdoen met de Lounge Havana. Dat is uiteindelijk ook mijn broodwinning. Ik baat de zaak ondertussen al acht jaar uit. Nooit zijn er problemen geweest. Geen lawaaihinder, geen drugs, geen vechtpartijen, geen zwerfvuil. Niets. De politie heeft al controles uitgevoerd in onze vzw en nooit zijn er inbreuken vastgesteld. Alleen zijn er nu de granaataanslagen. Ik ben hier geen dader, maar een slachtoffer. Ook al heb ik het gevoel dat ik door sommigen als een dader word beschouwd. En dat doet pijn.”