Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ben in de eerste plaats in Zweden om ervaring op te doen”
Tienkamper Jaan Bal lijkt klaar voor eerste internationale kampioenschap
Eindelijk is het zover voor Jaan Bal. Vandaag en morgen komt de tienkamper uit Ekeren in actie op het EK voor juniores in het Zweedse Boras. Op zijn eerste internationale kampioenschap mikt de 18-jarige atleet op een totaal van 7.500 punten.
“Dinsdag zijn we naar Zweden vertrokken”, zegt de atleet van AC Break. “De laatste voorbereidingen zijn prima verlopen. Mijn laatste sessies heb ik nog netjes kunnen afwerken. De voorbije weken heb ik vooral nog aan het verspringen gewerkt. In de winter zat dat zeer goed en sprong ik 7m25. Maar in de zomer heb ik dat een beetje laten hangen. Nu heb ik het opnieuw opgepikt om vooral de aanloop goed te krijgen.”
Vorig jaar miste Bal met enkele luttele punten de limiet voor het WK onder 20. Nu is hij wel van de partij. “Het wordt mijn eerste grote kampioenschap. Ik ben in Zweden vooral om ervaring op te doen. In de eerste plaats wil ik mijn record verbeteren. Lukt dat, dan zal ik wel zien waar ik uitkom. Van welke proef ik specifiek veel verwacht? In het hoogspringen heb ik wel enkele mooie trainingen gedaan. Maar ik verwacht niets speciaals. Ik wil gewoon globaal sterk presteren. Ik hoop ergens rond de 7.500 punten uit te komen. Misschien dat ik daarmee hoog kan eindigen, maar er zijn nog enkele Duitsers die 7.800 punten kunnen scoren. Al heb ik de deelnemerslijst eerlijk gezegd nog niet zo gedetailleerd uitgeplozen.”
Een goede leerschool wordt het alleszins voor de Ekeraar. “Zo’n kampioenschap is een heel nieuwe ervaring. Ik weet totaal niet waaraan ik me mag verwachten. Er zullen me het hele kampioenschap alleen maar nieuwe dingen te wachten staan.”
Bal zal er gelukkig niet alleen voor staan. Ook zijn trainingsgenoot Daniël Segers is van de partij. “Natuurlijk helpt het dat hij erbij is. We helpen en motiveren elkaar. Daniël is sowieso al een goeie vriend. Maar ook op competitievlak betekenen we veel voor elkaar. We trainen samen en je wil toch altijd beter doen dan de andere. Het is een voordeel dat we ons aan elkaar kunnen optrekken.”