Gazet van Antwerpen Stad en Rand
14. Oostende
De Kustboys trekken naar het casino in Oostende. Geen levende ziel die momenteel kan voorspellen hoe KVO dit seizoen voor de dag zal komen. Er kwam begin 2019 een nieuwe voorzitter en later ook een nieuwe coach en een batterij aan nieuwe spelers. Maar er kwam vooral een nieuwe wind.
Dat was nodig na de collectieve depressie waarin Oostende vorig seizoen gesukkeld was. De kleedkamer was een mijnenveld waarin elke trilling een explosie kon veroorzaken en op het veld zagen we geen vijf deftige wedstrijden. Voorzitter Frank Dierckens greep in – enkele rotte appelen gingen eruit – en beloofde opnieuw feest en lachende gezichten op KVO. Mooie woorden, maar het is erg twijfelachtig of een gitzwart seizoen als het voorgaande in enkele maanden recht te zetten valt.
Een veertiende plaats is eigenlijk een compromis tussen de believers en de doemdenkers. Enerzijds werden enkele mooie transfers gerealiseerd. Topfit zijn Vargas (ooit koning bij Club Brugge) en Neto (kampioen met Gent) aanwinsten voor een middenmoter als Oostende, terwijl met Skulason een ervaren soldaat gehaald werd. Palaversa, gehuurd van City, heet een groot talent te zijn. Maar als die drie transfers niet meevallen, zit men al snel weer bij de ploeg die er vorig seizoen niets van bakte. Tel dat op bij de aartsmoeilijke competitiestart en dan weet je dat een ploeg al snel kan ploeteren in het moeras. Voorts is er nog steeds geen nieuwe spits aangetrokken, al wordt die op korte termijn verwacht.
Degradatieproblemen verwachten we niet meteen, een rustig seizoentje lijkt plausibel. Of verbaast Kare Ingebrigtsen – steevast in een 4-3-3 – meteen tijdens zijn eerste seizoen in België? De man nam adelbrieven mee uit Noorwegen – hij werd er drie keer kampioen met Rosenborg –, maar is hier een nobele onbekende. Vooralsnog, weliswaar.