Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Provinciestraat: vroeger nu stukje underground vol nieuwe winkels
“In de jaren negentig was de Provinciestraat een zwarte vlek. Winkels sloten de deuren, en vlak na elkaar werd er vier keer bij me ingebroken”, vertelt Patrick Veyt van viswinkel Bij Trientje. Vandaag lijkt het tij gekeerd. “Steeds meer mensen zien de charme in van deze straat, die wat underground aandoet.” De afgelopen twee jaar kozen verschillende ondernemers de Provinciestraat uit om er hun ding te doen.
Zo openden de prille dertigers Marijke Boesmans en Mayken Craenen vorige week bloemenwinkel Wilder in een charmant pand waar vroeger een koffie- en wijnhandel gevestigd was. In november kreeg de straat er koffie- en fietsbar Vitesse bij. En anderhalf jaar geleden sloeg het jonge koppel Daan en Charlotte er aan het koken in het fris ingerichte Filipijnse restaurantje Baby Pinoy. Binnen datzelfde tijdsbestek werden ook frituur Mémé Frit, ambachtelijke bakkerij Graan en designwinkel Studio Helder boven de doopvont gehouden. Om maar te zeggen: er broedt iets in de Provinciestraat, nochtans niet meteen de straat die bekendstaat als de meest fleurige van ’t stad.
En dan is er niemand in de straat die de vinger beter aan de pols heeft dan Henry Maneles (66) van bakkerij Kleinblatt, de oudste zaak in de Provinciestraat en meteen ook een van de oudste Joodse bakkerijen van Europa. “Vroeger was dit een florerende Joodse buurt”, vertelt hij onder een koffie en een stukje beroemde Kleinblatt-kaastaart. “Na de Tweede Wereldoorlog verhuisden de meeste joden naar de andere kant van het station, naar de Belgiëlei, de Isabellalei. De Provinciestraat is er nadien fel op achteruitgegaan. Maar de laatste jaren is er beterschap op komst. Verschillende bouwpromotoren stelden me recent de vraag of ik de bakkerij (ondergebracht in zes panden, red.) niet aan hen wil verkopen. Maar natuurlijk wil ik dat niet.”
Vaste waarde
Want Kleinblatt is een vaste waarde, de landmark van de Provinciestraat zeg maar. “We hebben klanten van over de hele wereld, Joodse toeristen uit New York of Londen, bijvoorbeeld. Of Antwerpenaren die destijds naar Israël immigreerden en Kleinblatt associëren met nostalgie uit hun kindertijd. Maar ook veel buurtbewoners: van orthodoxe Joden – want onze producten zijn allemaal koosjer – tot moslims. In de Provinciestraat woont iedereen door elkaar, zonder dat dat, hout vasthouden, voor incidenten zorgt.”
“Al lachend noemen we het hier ook weleens de Gazastrook van Antwerpen”, vertelt Patrick Veyt (55), al 28 jaar zaakvoerder van viswinkel Bij Trientje. Een vergelijking die we nog eens te horen krij
“Als ik in deze buurt hulp nodig heb, staan de mensen hier voor me klaar.” Yassine Saddik
Bewoner ‘‘Al lachend noemen we het hier ook weleens de Gazastrook van Antwerpen. Alleen komen Joden en moslims hier wél overeen.’’ Patrick Veyt Viswinkel Bij Trientje
gen, uit de mond van buurtbewoner Yassine Saddik (30). “Alleen komen we hier wél overeen”, lacht die. “Valt hier een Joodse man van zijn fiets, dan staan er binnen een seconde verschillende mensen rond om hem te helpen. Ik zou nergens anders willen wonen.” Wonen wil Patrick Veyt dan weer absoluut niet in de Provinciestraat. “Al geef je me een koffer geld. Ik ben een natuurmens. Maar ik kan wel met iedereen overweg”, zegt hij. “Dat werk je natuurlijk zelf in de hand. Zo verkoop ik speciaal voor mijn Joodse klanten koosjere vis: vissen met vinnen en schubben. Met het paasfeest zorg ik zelfs voor nieuwe messen om de vis koosjer te prepareren. Maar omgekeerd geldt hetzelfde: als ik hulp nodig heb, staan de mensen hier voor me klaar.”
Moord voor de deur
Maar niet zo heel lang geleden was het minder gezellig in de Provinciestraat. “In de jaren negentig was de Provinciestraat een zwarte vlek”, zegt Patrick. “Winkels sloten de deuren, ik had in korte tijd te kampen met vier inbraken, er waren drugsproblemen. Het ging echt bergaf.”
“Je had toen ook veel oostblokkers die hier op een vaste dag in de week aan het drinken sloegen.
Sympathieke mannen, maar de Provinciestraat was toen niet om aan te zien”, lacht Yassine. “Vroeger, meer dan dertig jaar geleden, toen mijn ouders met de viswinkel startten, was dit een heel leuke straat met verschillende bakkers, een mooie schoenenwinkel, een drogist”, vertelt de flamboyante Soraya Hasnouni-Alaoui (41) van Rungis Fish. “Dat werd algauw minder en minder, vzw-cafés schoten als paddenstoelen uit de grond, met als dieptepunt een moord vlak voor mijn deur. Dat moet zo’n tien jaar geleden geweest zijn.” “Vandaag is het hier een stuk rustiger geworden, aangenamer ook”, vindt Yassine. “Er komen steeds meer jonge mensen in de buurt wonen”, zegt Soraya. “Aan die jonge gezinnen pas ik nu mijn aanbod aan. Zo voorzie ik kant-en-klaargerechten, want vandaag hebben jonge tweeverdieners minder tijd en zin om altijd zelf te koken. En ik ben ook ontzettend blij om te zien dat er de laatste twee jaar verschillende leuke zaakjes in de Provinciestraat zijn bijgekomen.”
“Ik zei het haar daarnet nog”, zegt Soraya’s raadsman-met-pensioen en klant aan huis Piet, terwijl die van zijn zoete muntthee nipt. “Je ziet hier de laatste tijd zo’n diversiteit aan winkels de kop opsteken.” “Maar evident is het niet, denk ik, om hier een eigen zaakje te starten”, zegt Bilal El Attari (29) van slagerij Attari. “Mijn vader startte destijds met de zaak en vandaag sta ik hier samen met hem. Maar toch denk ik dat ik, ook als ik er alleen voor zou staan, voor de Provinciestraat zou kiezen. Dit is mijn buurt.”
Underground
Charlotte Grandgaignage (30) en vriend Daan Sels (29) moeten anderhalf jaar geleden met hun Filipijns restaurantje Baby Pinoy zowat de spits hebben afgebeten onder de nieuwkomers. “We wonen vlakbij en vonden dat de Provinciestraat te weinig te bieden had. Toen we op dit pand botsten, hebben we niet getwijfeld. Ongeveer samen met ons is frituur Mémé Frit geopend. En het is nu keitof om te zien dat anderen volgen. Dit is voor buitenstaanders misschien niet de meest aantrekkelijke buurt, maar als bewoner zie je dat anders. Wij werden destijds ongelooflijk warm onthaald. Dit is een hele gemoedelijke wijk. Ook al zijn er nog steeds problemen met sluikstort, dealers en het drukke verkeer, toch lijken meer en meer mensen de charme van deze plek in te zien.” “Eigenlijk is de Provinciestraat een eiland, een grensgebied tussen Borgerhout en Antwerpen”, zegt Jo Adriaens van fiets-koffiebar Vitesse, gelegen op het Giraffenplein. “Maar eilanden zijn ook tof, hé. En het is hier goed samenwerken met de andere zaken in de straat. Mijn bagels haal ik bij Kleinblatt, mijn bloemen bij Wilder, mijn brood bij Graan. Ideaal.”
De zon schijnt op zijn terras. Oplettende klanten zien vanaf hun tafeltje nog net de kop van een giraf voorbijglijden achter de omheining van de Zoo. De tram passeert terwijl fietsers freewheelen tussen de sporen. En met dank aan het bouwverlof valt ook het autoverkeer best mee. Het loopt tegen sluitingstijd in Vitesse, maar verschillende buurtbewoners dringen bij Jo aan op dat laatste glaasje wijn. “Elke maand loopt het beter en beter. De Provinciestraat is de ideale b-locatie. Niet te duur en je kunt hier met je zaak nog echt iets betekenen voor de buurt.”