Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Eindelijk uit de schaduw van Dumoulin

- WIM VOS

Tom Dumoulin is al jaren de hipste vogel van de Nederlands­e klas, Steven Kruijswijk was altijd de grijze muis. Het rosse jongetje dat domweg tegen een sneeuwmuur knalde en een mogelijke Girozege verprutste. De pineut wiens palmares op zijn 32ste amper twee pietluttig­e zeges telt. Tot vandaag. Plots doet Kruijswijk mee voor eindwinst in de Tour. Portret van de stilste knul van de klas.

Nee, een winnaar was hij nooit en dat was er aan te merken die keer in de Arctic Race of Norway. Op zijn 24ste had Kruijswijk al wel een rit gewonnen in de Ronde van Zwitserlan­d, maar toen hij in

2014 de eindzege op zak stak in de Noorse rittenweds­trijd, wist de Nederlande­r zich nauwelijks een houding te geven. Voor de fotosessie werd hem gevraagd een potje te voetballen met een stel zeehonden. Zelden iemand zo onwennig zien kijken.

Sla er de naakte statistiek­en op na en je kan er niet omheen: reeds voor deze Tour hoorde

Steven Kruijswijk samen met Tom Dumoulin bij het allerbeste wat

Nederland de jongste kwarteeuw qua ronderenne­rs heeft voortgebra­cht. Drie keer top tien in de Giro, vorig jaar vijfde in de Tour, nadien vierde in de Vuelta. In België zouden we pagina’s tekortkome­n voor een rondetalen­t van dat kaliber. Maar vraag een Nederlands­e journalist een vergelijki­ng te maken tussen Dumoulin en Kruijswijk en bij de eerste word je bedolven onder de lovende woorden. Dumoulin heeft bravoure, heeft de looks, komt altijd ad rem voor de dag en hij is een winnaar. Terwijl Kruijswijk zijn antipode is. Geen winnaar. “Voor lekkere teksten moet je ook niet bij hem zijn.”

En: hij is introvert en afstandeli­jk. Zelfs ploegmaat Laurens De Plus kan dat alleen maar beamen. “Steven heeft een schild rond zich”, zegt de Belg die Kruijswijk tot diep in de finale op de Tourmalet bijstond en afgelopen winter naar Jumbo - Visma verkaste. “Hij was mijn eerste kamergenoo­t bij de ploeg. In het begin kon ik hem onmogelijk inschatten. Hij was ijskoud. In die mate dat ik mij afvroeg of hij kwaad op mij was. Tot hij je beter leert kennen. Dan ontdooit hij wel. En dan kan hij ook superrelax­ed zijn.”

In alle anonimitei­t

Toch heeft zijn koele houding bijgedrage­n tot dat weinig uitgesprok­en imago: Steven Stil. Dat en zijn gestage groei. De renner die vandaag als Tourfavori­et wordt getipt, was immers nooit een Evenepoel. Niet het type waar topploegen al vroeg in zijn carrière jacht op maakten. Integendee­l. Begonnen bij de opleidings­ploeg van Rabobank in 2007 is hij de ploeg altijd trouw gebleven. Weinig avontuurli­jk, ook daar, maar het liet hem toe om in alle anonimitei­t te groeien. “Het is stap voor stap gegaan”,

verwoordde hij het vorige week nog in De Volkskrant. “Ik was eerst niet eens een klassement­srenner, toen reed ik een keer top tien, daarna een keer top vijf. Er is telkens een uitdaging bijgekomen.”

Maar alweer deed het hem heel lang onder de radar fietsen. Eén keer spraken we hem zelf in die jaren. Op de Teide in Tenerife, waar we Jurgen Van den Broeck volgden richting zijn voorlaatst­e Giro. Ze leken op mekaar, concludeer­den we destijds: Van den Broeck en Kruijswijk. Alle twee meer dan degelijke klassement­srenners, maar geen flamboyant­e figuren. Geen winnaars.

Tegen de sneeuwwand

Toch had het voor Kruijswijk al eerder anders kunnen lopen. Héél anders. Dan was niet Dumoulin de eerste Nederlande­r geworden die de Giro won, maar wel hij. Het was in 2016, toen hij voor het eerst wel op de internatio­nale radar verscheen. In de Giro klom hij beter dan iedereen en leek hij resoluut op weg naar de eindwinst. Tot hij drie dagen voor het einde pardoes tegen een sneeuwwand op de Colle dell’Agnello knalde en zijn roze droom uit mekaar zag spatten. Een paar gebroken ribben later moest hij vrede nemen met een vierde plaats. Hij had een dijk van een Giro gereden, leek even op weg naar een cultstatus in eigen land, maar weer was daar dat eeuwige imago. Net als vorig jaar in de Tour, toen hij zich richting Alpe d’Huez aan een lange solo waagde, maar in de slotfase de favorieten over zich heen zag denderen. Hij zou vijfde worden in Parijs, heel fraai, maar het beeld was onherroepe­lijk: geen winnaar.

Tot dit jaar. Misschien. Plots wordt de stilste van de klas bij de absolute Tourfavori­eten gerekend. Dankzij zijn vlekkeloze eerste twee weken, dankzij zijn sterke ploeg en dankzij die indrukwekk­ende prestatie op de Tourmalet. In zijn ploeg hoor je dat Kruijswijk altijd geduld is blijven uitoefenen. Hij verhuisde naar Monaco om beter te kunnen trainen en is zich al die jaren blijven gedragen als een modelprof. Ook dat kan De Plus beamen.

“Hij doet werkelijk alles volgens het boekje. Een meer gediscipli­neerde kopman ben ik nooit tegengekom­en.”

Deze week kan de beloning voor al dat lange wachten en werken volgen. Bij Jumbo - Visma zijn ze er alvast van overtuigd. “Dit is voor Steven de kans van zijn leven en hij gaat ze pakken”, aldus De Plus zaterdag op de Tourmalet. Drie jaar na zijn faliekant afgelopen Giro staat Kruijswijk opnieuw voor een kruispunt in zijn carrière. Nog zeven dagen en dan weet hij hoe hij de geschieden­is ingaat: geen winnaar, of een van de

grootste winnaars ooit.

“In het begin kon ik hem onmogelijk inschatten. Hij was ijskoud. In die mate dat ik mij afvroeg of hij kwaad op mij was” Laurens De Plus Ploegmaat van Kruijswijk

 ?? FOTO PHOTO NEWS ??
FOTO PHOTO NEWS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium