Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Duizend bommen en granaten
Eerst het goede nieuws: hier in ’t stad is het op het gebied van explosieven en schietgeweren lang niet zo erg gesteld als in pakweg Italië. Daar vond de politie onlangs bij extreemrechtse militanten niet alleen een arsenaal vuurwapens, maar ook een heuse luchtdoelraket. Hoe die helse machine in het land is geraakt, is niet meteen duidelijk, al is het gegeven dat een voormalige inspecteur van de douane tot hun clubje behoorde mogelijk een aanwijzing. Anderzijds ontploffen er in het Antwerpse (den Dam, het Kiel, Willebroek en – gisteren nog – Berchem zijn maar een greep uit het recente aanbod) steeds meer handgranaten die door een drugsbende naar het huis, de shishabar of het restaurant van een concullega worden gemikt. Het doel lijkt vooral intimidatie, al lijkt die tactiek niet veel succes te hebben, aangezien de tegenpartij zich dan prompt inschrijft voor de volgende ronde van het lokale kampioenschap granaatwerpen. De hamvraag is natuurlijk: waar komen die granaten vandaan? Zou het Belgische leger een ondoordachte uitverkoop hebben gehouden? Overstock van de burgeroorlog in ex-Joegoslavië misschien?
Wat ik wel weet is dat ik zelf in het bezit ben van een granaat. Wacht, wacht! Laat het me even verduidelijken voor er hier zeven combi’s, ontmijningsdienst DOVO in hun zog, arriveren en gemaskerde mannen met machinepistolen mijn voordeur inbeuken.
Toen we een drietal jaar geleden gingen verhuizen en aan het inpakken waren, ging mijn echtgenote in de kelder kijken wat daar nog zoal van rommel lag. “Mischa!”, klonk het plots. Ik repte me naar beneden, waar ze met een beschuldigende – en lichtjes trillende – wijsvinger naar een oude doos stond te wijzen.
“Wat is dat?”
“Oh, een geweergranaat. Die heb ik ooit eens gekocht op een rommelmarkt.”
Mijn nonchalante antwoord hielp niet echt en dus verduidelijkte ik dat het een oefengranaat (voor de fans: van het type M-29, dat dateert uit de oorlog in Korea) was met in de plaats van explosieven een brok beton in de neus. Die worden in het leger vaak gebruikt wegens ongevaarlijk en economisch – je kunt het ding telkens opnieuw afvuren. Het staat er trouwens op: PRAC, wat staat voor practice.
Ze was blijkbaar overtuigd, want in onze nieuwe woonst staat het ding in de badkamer decoratief te wezen. Weliswaar vlak naast het medicijnkastje, want je weet maar nooit.
Zou het ten slotte geen goed idee zijn als de overheid nep-handgranaten op de zwarte markt bracht? Inclusief een gps-dingetje dat alarm slaat zodra de pin wordt uitgetrokken. Zodat wanneer de wannabe-aanslagpleger, verbaasd omdat zijn granaat niet is ontploft, op zijn schreden terugkeert om te kijken wat er is misgelopen (criminelen zijn doorgaans geen lid van Mensa), hij wordt begroet door zeven
combi’s en gemaskerde mannen met machinepistolen.