“Zestien jaar geleden waren er nog amper zwaluwen te bespeuren”

Regio telt weer 180 bewoonde huiszwaluwnesten

De huiszwaluw is terug in de Rupelstreek. In 2003 waren er nog maar enkele te bespeuren, maar met de inzet van Natuurpunt en de bewoners is het tij langzaam gekeerd. In Rumst boeken ze de grootste vooruitgang, met net geen twintig broedparen meer dan vorig jaar.

In Rumst werden bij de laatste telling 71 bewoonde nesten geteld, tegenover 53 vorig jaar. In Boom is er wat verlies. Daar wordt gewerkt aan een groot gebouw in de Groene Hofstraat. “De beestjes daar wat opgeschrikt. Mogelijk is een deel van die kolonie naar Rumst vertrokken”, zegt Erik De Keersmaecker van Natuurpunt Rupelstreek.

In Boom bevindt zich aan PTS Boom nog een kolonie van een 25-tal paartjes en in de Groene Hofstraat-Bassinstraat zijn er dat nog vijftien. Schelle heeft de grootste kolonie, met vijftig paartjes op de Electrabel-site. In Hemiksem, in de Herbekestraat, zijn er ruim twintig gehuisvest. In Niel beweegt voorlopig niets.

“In 2003 was de huiszwaluw als broedvogel bijna verdwenen in de Rupelstreek. In de Rumstse centrumstraten werden toen door vrijwilligers van Natuurpunt tijdens dat broedseizoen amper vijf broedpaartjes geteld. In de dorpskernen van Hemiksem, Niel, Reet en Schelle was de huiszwaluw helemaal verdwenen.”

Zeker in Rumst is de toename het gevolg van een volhoudende samenwerking tussen Natuurpunt, het gemeentebestuur en later ook met Regionaal Landschap Rivierenland. Het plaatsen van kunstnesten helpt en het systeem van peterschap voor een kleine vergoeding stimuleert. “Deze bewoners zorgen ervoor dat de zwaluwen welkom blijven in hun straat en onder hun dakgoten. Het beetzijn je hinder van vogelpoep op de stoep of op een andere plek nemen ze er zonder problemen bij”, zegt Erik De Keersmaecker.

FOTO RR Kunstnesten en een ‘poepplankje’ doen het zwaluwenbestand in de Rupelstreek goed.