Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Tussen de kippen en stukken hout moesten we door de modder waden”
Robert Prinsen
“We konden onze verzekeraar nog niet bereiken. Het bankkantoor is immers ook onder water gelopen en dus gesloten.”
Robert Prinsen
De mensen zijn hier al heel erg behulpzaam geweest.”
Robert Prinsen (64) en zijn vrouw Rina Jacobs (64) verhuisden afgelopen april van Sint-Lenaarts naar Catral in Spanje. Om er te genieten van hun pensioen. Twee dagen geleden stroomde de modder door hun huis. “Het is 140 jaar geleden dat dit zich hier nog eens heeft voorgedaan.”
Door het aanhoudende noodweer in het zuiden van Spanje, dat al aan zeker zes mensen het leven kostte, stond het stuwmeer Santomera in Murcia op doorbreken. Het water werd daarom afgeleid naar de rivier Segura. De stad Murcia werd zo gered, maar het wassende water trof diverse wijken van Orihuela, Catral, Rojales, San Isidro, Daya Nueva en Daya Vieja. Die zijn ondergelopen, nadat de rivier uit zijn oevers was gebroken.
In een van die wijken, in Catral, wonen Robert Prinsen en zijn vrouw al sinds april. Ze zijn allebei met pensioen en ruilden de Leonarduslaan in Sint-Lenaarts voor de weilanden van Catral. “Het zijn juist alle woningen rondom het dorp zelf, die landelijk gelegen zijn, die het zwaarst werden getroffen. Vrijdag stond er nog 15 à 20 cm water door de hevige regenval, maar dat begon weg te trekken. We waren er gerust in, maar toen zagen we plots het waterpeil opnieuw stijgen. In anderhalf uur stond het een meter hoog. Onze huizen staan dan al op zo’n 80 à 90 cm hoogte, maar we zagen het water gewoon naar binnen stromen”, vertelt Prinsen.
Luchtmatras
Die avond werden ze om 23u geevacueerd door de Guardia Civil. “Er waren geen boten meer beschikbaar en dus moesten we een waterdicht pak aan. Zo moesten we zelf te voet door de modderstroom stappen. Onze twee honden werden in een plastic bak op een luchtmatras meegetrokken. Zo stapten we tussen drijvende kippen, stukken hout en ander materiaal.”
In een college in het centrum van Catral was een opvangcentrum ingericht. Daar had het Rode Kruis gezorgd voor verzorging, eten en slaapgelegenheid. Toch zouden de twee Brechtenaars de nacht uiteindelijk in het ziekenhuis doorbrengen. “Toen ik onze twee honden op het droge wilde zetten, kwam ik ten val, met een spierscheur tot gevolg. Om 4u ’s nachts werd de ambulance gebeld. Die bracht ons naar het ziekenhuis in Elche zo’n twintig kilometer verderop. Aangezien er door het noodweer geen taxi’s meer reden, moesten we in het ziekenhuis overnachten.”
Gisterochtend konden Robert en zijn vrouw opnieuw poolshoogte gaan nemen in hun woning. “De auto is helemaal ondergelopen en total loss. We huren er nu een. Alle meubels zijn om weg te gooien, de muren zijn kletsnat en de deuren gezwollen door het water. In de garage die één meter lager ligt, drijft alles.”
Toch willen ze in hun woning blijven. “Of het gezond is, betwijfel ik, maar we hebben opnieuw stroom en we hebben al eens inbrekers over de vloer gehad. Daarom willen we in onze woning blijven.”
Verzekering
Of het sprookje nu voorbij is? “Neen, in geen geval. Dit is een uitzonderlijke situatie. Het was 140 jaar geleden dat dit zich nog eens heeft voorgedaan. We zitten hier nog altijd goed. De mensen, en opvallend veel jonge Spanjaarden, zijn al heel erg behulpzaam geweest.” Robert Prinsen weet ook nog niet of de verzekering hierin tussenkomt. “Het wordt wel beschouwd als een ramp, maar we konden onze verzekeraar nog niet bereiken. Het bankkantoor is immers ook onder water gelopen en dus gesloten.”