Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Directeur Europees Milieuagentschap blikt terug en kijkt vooruit
“In 2000 wisten we perfect dat we een klimaatprobleem hadden en dat we dat ook zouden moeten oplossen. Onze kennis was toen minder gedetailleerd en definitief dan nu, maar de basisinzichten waren dezelfde. Dus ja, hadden we sinds 2000 veel meer en veel sneller gedaan wat we hadden moeten doen, dan stonden we er vandaag een stuk beter voor.” De boodschap van Hans Bruyninckx, directeur van het Europees Milieuagentschap is glashelder: we hebben nog tien jaar om het tij te keren. Om de gevolgen van de klimaatverandering te beperken, moeten we niet alleen meer doen, we moeten het ook anders doen. Het goede nieuws is dat Europa de voorbije twintig jaar op het vlak van milieu en klimaat ook successen heeft geboekt. En dat we met de Green Deal, die van Europa tegen 2050 een klimaatneutraal continent wil maken, het meest ambitieuze klimaatplan ooit hebben.
Een dubbelinterview met Anuna De Wever en Hans Bruyninckx; het leek een goed plan om het in onze eindejaarsreeks Hiernumaals 2000-2020 over het klimaat te hebben. Ze wonen allebei in Mortsel, zijn beiden bezig en begaan met het klimaat en hun leeftijdsverschil – Anuna is 18, Hans Bruyninckx 55 – zou een ideale invalshoek kunnen zijn om te bekijken wat de late babyboomers hebben gedaan of hadden moeten doen om de wereld climate proof te maken. Helaas, Anuna is nog op de terugweg uit Zuid-Amerika, dus spreken we Hans Bruyninckx alleen, op een zeldzaam vrij moment in zijn drukke agenda.
De expert in milieupolitiek en duurzaamheid – hij was jarenlang professor in deze materie – is in Brussel, en dat is een meevaller want doorgaans verblijft hij in de week in Kopenhagen, waar het Europees Milieuagentschap gevestigd is. Wanneer we elkaar in het Centraal Station van Antwerpen ontmoeten, heeft hij er net een belangrijke meeting op zitten. In de Europese Raad voor Milieu heeft hij de milieuministers van de 28 EU-landen het vijfhonderd pagina’s dikke SOER 2020 (State and Outlook of the European Environment 2020)
voorgesteld, het vijfjaarlijkse rapport van het EMA. Met een zeer duidelijke boodschap van urgentie.
“We kunnen de toekomst niet voorspellen, natuurlijk niet, maar we kunnen haar wel mee vormgeven, mee creëren”, zegt Hans Bruyninckx. “We hebben de kennis en de technologieën in huis om de noodzakelijke transitie te maken naar een gezonde, duurzame en koolstofarme samenleving. Het komt er nu op aan de bestaande oplossingen, inspanningen en innovaties te versnellen, te stroomlijnen en te verbreden. Alleen zo kunnen we Europa opnieuw op weg helpen om zijn klimaat- en milieudoelen op lange termijn te halen en onomkeerbare veranderingen en schade te voorkomen. Ik beweer niet dat er de voorbije twintig jaar niets is gebeurd, maar speeding up en scaling up zijn nu absoluut noodzakelijk.”
De Klimaattop in Madrid is nochtans weinig ambitieus geëindigd.
Hans Bruyninckx: Ik denk niet dat er van de top in Madrid een doorbraakakkoord verwacht werd, dat moet er volgend jaar in Glasgow komen. Wel was er de hoop dat de grote vervuilers, zoals de VS, Rusland, China en de olielanden, meer ambitie zouden tonen. Vooral omdat het voorbije anderhalf jaar een pak nieuwe rapporten heeft aangetoond dat de situatie zéér ernstig is. We beginnen voor het eerst de tipping points te zien: letterlijk ‘kantelpunten’ die een versnelde klimaatverandering in gang kunnen zetten.
Een voorbeeld van een tipping point is het afsmelten van de Noordpool: als het ijs smelt, zijn er minder witte (sneeuw)oppervlakken, waardoor er meer zonlicht wordt geabsorbeerd en minder wordt weerkaatst. Dit zogenoemde albedo-effect zorgt voor een snellere opwarming, waardoor gletsjers nog sneller afsmelten, er meer zeestromingen zijn en de zeespiegel sneller stijgt. Dit zijn onomkeerbare effecten. Concreet: zelfs als we vandaag zouden stoppen met de uitstoot van alle broeikasgassen, dan nog zullen de temperatuur en de zeespiegel blijven stijgen en de ijskappen en gletsjers blijven smelten.
Dit zijn de weinig opbeurende inzichten anno 2020. Wat wisten we in 2000 over de klimaatverandering?
In 1990 zijn we voor het eerst beginnen te onderhandelen over het klimaat. Ter voorbereiding van de VN-conferentie in Rio in 1992, waar het eerste Klimaatverdrag is afgesloten met als doel de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren; in 1994 is het in werking getreden. Drie jaar later, in 1997, is vervolgens het Protocol van Kyoto opgesteld, over de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 5,2% tegenover 1990.
Pas in 2005 waren er voldoende landen om het te ratificeren. We hebben lang moeten wachten op Rusland.
Dus ja, twintig, zelfs dertig jaar geleden wisten we dat het klimaat aan het veranderen was en wat de oorzaken waren. Omdat er minder satellietgegevens waren om die veranderingen te kunnen waarnemen, was onze kennis misschien minder gedetailleerd en de modellen minder performant, maar de basisinzichten waren dezelfde als nu. Desondanks stoten we vandaag wereldwijd 65% meer uit dan in 1990. Globaal gezien zijn we dus hardleers geweest. Behalve in Europa, en daar mogen we best trots op zijn.
Hans Bruyninckx
Directeur Europees Milieuagentschap
‘‘Ik vind het onheus de klimaatjongeren naïef te noemen en hen tegelijk te vragen welke oplossingen ze voorstellen. We hebben in België van de beste kennisinstellingen van Europa, dan moet je niet aan 16-, 17-jarigen vragen om antwoorden te geven.’’
U bedoelt dat Europa het niet over de hele lijn slecht heeft gedaan?
Absoluut. Door de Europese samenwerking en regelgeving hebben we sinds 2000 zowel op het vlak van milieu als klimaat vooruitgang geboekt. Zo beschermen we onze natuur beter, sorteren we ons afval beter en gaan we op een betere manier om met toxische stoffen. Hierdoor is de industriële vervuiling gedaald, waardoor de wateren luchtkwaliteit zijn verbeterd. In 2000 stierven er meer mensen door de milieuverontreiniging. Let wel: vandaag tellen we in Europa nog steeds 450.000 vroegtijdige sterfgevallen door de slechte lucht.
Voorts heeft Europa dankzij zijn klimaatbeleid de voorbije twintig jaar 23% minder broeikasgassen uitgestoten, is de energieefficiëntie verbeterd en hebben we de circulaire en de bio-economie op de kaart gezet. Dat terwijl onze economie met 60% is gestegen, wat aantoont dat je ook welvarend kan zijn zonder meer uit te stoten.
Voor alle duidelijkheid: zonder de EU zouden we nooit zo ver staan. Door de gelijke wetgeving en de dreiging van sancties en boetes kan Europa toekijken of landen en ook bedrijven zich houden aan gemaakte afspraken. Maar zoals gezegd, we gaan niet snel genoeg. Het huidige tempo van vooruitgang zal niet volstaan om de klimaaten energiedoelstellingen voor 2030 en 2050 te halen. Het akkoord van Parijs, met de norm van well below two degrees, is nochtans duidelijk. Vandaag laten álle modellen zien dat als we boven een opwarming met twee graden gaan, de toekomst onveiliger, gevaarlijker en duurder zal worden.
‘‘We zijn bewust in Mortsel gaan wonen. Mortsel heeft de reputatie onmogelijk te zijn voor mobiliteit, maar dan heeft men het over de auto. We wonen vlak bij twee treinstations, een busen enkele tramstations en doen zo veel mogelijk met de fiets.’’
Wat bedoelt u precies?
Onveiliger omdat door water- en voedseltekorten conflicten kunnen ontstaan die miljoenen mensen op de vlucht zullen drijven. Maar ook gevaarlijker door extremer weer, bosbranden, overstromingen, stormen. En duurder, want er zullen meer oogsten mislukken. In een deel van het Middellandse Zeegebied zal het bijvoorbeeld zo goed als onmogelijk worden om aan landbouw te doen. En ook het toerisme zal er door watertekorten en extreme temperaturen veel minder evident worden.
Ook zullen we, omdat we nu al onomkeerbare effecten zien, meer geld moeten investeren in onze aanpassing of transitie. Denk aan Nederland dat nu al bezig is met het verhogen van zijn dijken. Of aan de
nieuwe maïs-, graan- en druivensoorten waarmee vandaag wordt geëxperimenteerd. En vergeet niet dat we ook aankijken tegen nieuwe ziektepatronen waarop we ons moeten voorbereiden. Deze kennis is niet nieuw. Daarom is het zo verbazingwekkend dat de besluitvorming, zowel door de politiek als binnen de bedrijven, zo
traag verloopt.
Wat moet er concreet gebeuren?
We zullen het afgesproken beleid beter en sneller moeten toepassen. Dit zijn niet alleen de afspraken over klimaat, ook over water- en luchtkwaliteit, over energie-efficiëntie, over omgaan met afval en zeker ook over de biodiversiteit die zwaar onder druk staat. Voorts zullen we onze kennis en technologieën moeten gebruiken om onze productie- en consumptiesystemen aan te passen. Hoe we ons verplaatsen, hoe we omgaan met energie, hoe we wonen, wat we eten en hoe we ons voedsel produceren; het zal allemaal duurzamer moeten.
Deze noodzakelijke transitie kost geld, maar het niet doen, zal nog veel meer geld kosten. Het is geen kwestie van nog meer middelen in de economie te pompen, wel om de huidige middelen in een duurzame richting te duwen. Vandaag worden er nog honderden miljarden geïnvesteerd in nietduurzame projecten. In fossiele brandstoffen bijvoorbeeld, of in gas- en kolencentrales, in het verbeteren van de ontploffingsmotor en in landbouwmethoden zoals de monocultuur. Deze ‘verkeerde’ investeringen moeten we inzetten op vernieuwende technologieën.
Kan België en bij uitbreiding Europa het verschil maken als de grote spelers zoals de VS, Rusland en China de boot afhouden?
Met een uitstoot van 10% kan
Europa natuurlijk niet alleen het verschil maken. We kunnen wel aantonen dat je een succesvolle economie en samenleving kan hebben die tegelijk gezonder is en meer future proof. En natuurlijk zal ook België een duit in het zakje moeten doen. Het kan, maar alles hangt af van de politieke moed en het gebruiken van onze kennis om met de juiste oplossingen te komen die de zaak kunnen doen kantelen.
2019 was het jaar van de klimaatspijbelaars, aangevoerd door Greta Thunberg en Anuna De Wever. Staat u achter hun engagement?
Ik kan heel goed begrijpen dat een grote groep jongeren zich zorgen maakt over de toekomst. Ze krijgen dan ook wat op hun bord: behalve de slechte toestand van het klimaat zijn er de problemen rond de pensioenen, de kwaliteit van het onderwijs, de gezondheidszorg. Hun bezorgdheid is terecht, net zoals hun vraag om te luisteren naar de wetenschappers en te doen wat nodig is. En natuurlijk komt het er soms op een ongenuanceerde manier uit, so what?
Ik vind het onheus hen in één adem naïef te noemen en hen te vragen welke oplossingen ze voorstellen. We hebben in België van de beste kennisinstellingen van Europa, dan moet je niet aan jongeren van 16, 17 jaar vragen om antwoorden te geven.
Herkent u zichzelf in de klimaatjongeren?
Ik was op mijn 18 geen activist, wel iemand met een uitgesproken mening en enorm gemotiveerd om zo veel mogelijk kennis te vergaren. Tijdens mijn studies politieke wetenschappen in Antwerpen heeft professor Herman Deleeck me de passie voor wetenschap bijgebracht, maar vooral ook voor de maatschappelijke relevantie ervan, voor het opnemen van verantwoordelijkheid. Ik heb altijd een grote drive gehad om op basis van feiten, kennis en analyse aanwezig te zijn in de samenleving en in het debat. Ik heb vandaag dus de beste job ter wereld: in mijn vakgebied kennis overbrengen naar bindend beleid, in de meest ambitieuze regio, met een netwerk van de beste wetenschappers.
Wat heeft u de afgelopen twintig jaar zelf gedaan voor een beter klimaat?
We hebben thuis ons voedselpatroon stevig aangepast: veel meer fruit en groenten, minder vlees. Ons huis is geïsoleerd, we hebben zonnepanelen en een zonneboiler, we vangen regenwater op voor toilet en wasmachine. We zijn ook bewust in Mortsel gaan wonen. Mortsel heeft de reputatie onmogelijk te zijn voor mobiliteit, maar dan heeft men het over de auto. We wonen vlak bij twee treinstations, een bus- en enkele tramstations en doen zo veel mogelijk met de fiets. Maar ik ben niet heilig. Voor mijn werk ben ik natuurlijk veel onderweg: het agentschap is in Kopenhagen en ik werk voor Europa, dus ik word verondersteld op veel plaatsen aanwezig te zijn.
Een positieve noot om mee af te sluiten?
Zeker, we moeten beseffen dat we in een continent leven dat de voorbije twintig jaar heel wat vooruitgang heeft geboekt op het vlak van klimaat en milieu. En met de Green Deal hebben we in Europa het meest ambitieuze klimaatplan dat ooit ergens werd geformuleerd. Voor België en Vlaanderen zal het een pittige uitdaging zijn de plannen voor 2030 te concretiseren en mee te gaan in de langetermijnstrategieën voor 2050, op hetzelfde ambitieniveau als dat van Europa.