Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Plastic deeltjes in zee bedreigen oesterkweek
Als oesters lange tijd blootgesteld worden aan microplastics in het water, is er een veel grotere kans dat ze vroeg sterven. Het kan een bedreiging zijn voor de delicatesse, zegt onderzoek van de Vlaamse wetenschapper Thomas Maes.
Microplastics, de piepkleine deeltjes plastic die in onze zeeën ronddrijven, zijn dodelijk voor oesters. Dat blijkt uit onderzoek van Vlaming Thomas Maes, hoofdonderzoeker aan het Britse onderzoekscentrum Cefas, een agentschap van het Britse ministerie van Milieu.
Hij onderzocht ruim 1.400 oesters en gaf ze allemaal tachtig dagen lang een verschillend dieet van plastic: sommige tienduizend deeltjes per liter water, andere honderdduizend, nog andere één miljoen. “Bij die hoogste concentratie bleken er na tachtig dagen significant meer oesters dood”, zegt Maes. “In sommige tanks waren er van de dertig oesters maar twintig meer in leven na dik twee maanden.”
Hoe dat komt? “Je kan het vergelijken met een kind dat je elke dag een maaltijd voorschotelt waar een paar nagels in zitten”, zegt Maes. “Het zal veel moeite kosten om die nagels er elke keer uit te halen en het kind zal er ook een paar binnen krijgen. Dat is ook zo bij de oesters: het kost hen heel veel energie om voortdurend die plastics uit te scheiden. Een deel krijgen ze eruit, een deel blijft erin en eten we zelf op als we oesters eten.”
Er wordt geschat dat er op dit moment maar een tiental plastic deeltjes per liter in het zeewater zitten. “Maar de plastics die worden gemeten, zijn deeltjes tot 333 micrometer groot (zowat een derde van een millimeter, red.)”, zegt
Maes. “Wij meten deeltjes van zes micrometer en daar zijn er veel meer van. ”
Dat zou betekenen dat ook de oesterkwekerijen nog meer last zullen ondervinden als de plasticvervuiling toeneemt. Dat zou ook de Belg jammer vinden: elk jaar voert ons land liefst 2.600 ton oesters in. “Er is dringend meer onderzoek nodig om de problematiek verder uit te klaren”, zegt Maes.