Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ouders Laurens Sweeck: “’t Is begonnen met te koersen voor een zakje chips”
Stefaan en Christine Sweeck, ouders van kampioen Laurens, over een leven in het teken van drie crossende broers
De Belgische driekleur van Laurens Sweeck was niet alleen voor de renner zelf een bekroning, maar ook voor papa Stefaan en mama Christine. Al achttien jaar runnen ze een gezin met drie koersende broers. Met vallen en opstaan. “Soms juicht de ene en huilt de andere. Het is een mix van emoties.”
Uiteraard hadden Stefaan Sweeck (55) en Christine Verhaegen (56) zondagavond mee gefeest met de supporters in Schriek. Maar een dag later stonden de fiere ouders van de nieuwe kampioen van België in Otegem wel opnieuw paraat voor hun crossende zonen. Want naast de tweeling van Pauwels Sauzen Bingoal Laurens en Diether (26) bekommeren ze zich ook over hun zoon Hendrik (28), die bij de elite zonder contract rijdt. Stefaan is mecanicien en onderhoudt de fietsen. Tijdens de week zit hij ook uren op de brommer op training met een van de zonen. Christine zorgt voor eten en drinken voor iedereen, onderhoudt de campers en doet de was.
Hebben jullie handen en ogen te kort als ze alle drie crossen, zoals op het BK?
Stefaan: “Het is niet altijd makkelijk. Laurens reed zondag aan de leiding, maar ook Hendrik leek op weg naar een medaille bij de elite zonder contract. Tot hij lek reed. Ook hij heeft hard gewerkt om er te staan en ook voor hem moest dit een hoogtepunt zijn.”
Christine: “We maken het vaak mee: soms juicht de ene en huilt de andere. Het is een mix van emoties. Maar wie tegenslag kent, heeft vaak meer aandacht nodig dan de winnaar. Daar letten wij wel op. Nu zijn ze volwassen en kunnen ze dat beter plaatsen. Maar als kind was dat toch moeilijk. Bij de jeugd was Hendrik de gelijke van de tweeling, maar door pech zakte hij volledig weg. Als ouder doet dat pijn. Je zit ook met de vergelijkingen, zeker tussen Diether en Laurens. Maar Diether kan dat makkelijk plaatsen, hij laat dat van zich afglijden. Mocht Laurens de mindere zijn van Diether, dan zou die daar meer moeite mee hebben. Omdat hij meer een strever is en ook harder is voor zichzelf.”
Stefaan: “Maar ze hebben zoveel aan elkaar. Hendrik is toch de eerste supporter van zijn broers geworden sinds hij besefte dat de top niet haalbaar was. Dat is voor een ouder mooi om te zien.”
Ze zijn allemaal het huis uit en hebben een vrouw of vriendin. Maakt dat het nu makkelijker?
Christine: “Ik heb vroeger vijf jaar verlof zonder wedde genomen, want het was niet te doen toen ze alle drie nog thuis woonden. Twee trainingen per dag, ’s middags en ’s avonds voor eten zorgen. De was en de plas… Dat is nu weggevallen en daar ben ik niet kwaad om. Ik werk nu weer een beetje als administratief bediende en Stefaan is zelfstandig onderhoudsman. Maar de weekends zijn nog altijd heel hectisch. Tijdens de week moet ik niet iedere dag wassen, dat doen hun vrouwen wel. Maar na de wedstrijd, zeker als het een slijkcross was, gooien ze hun vuile kleren toch allemaal in één bak. En uiteraard neem ik die dan mee. (lacht) Ik heb al een paar wasmachines versleten.”
Hun opa Alfons was een gewaardeerde prof en Stefaan reed bij de amateurs. Het stond dus in de sterren geschreven dat Hendrik, Laurens en Diether de wielertraditie in de familie zouden voortzetten.
Stefaan: “Ze waren meteen zot van de koers. Ik croste wekelijks bij de cyclosportieven en ze gingen altijd mee. Ik was na de koers amper in de kleedkamers of ze waren vertrokken met mijn fietsen. Met hun benen door het frame, want ze waren uiteraard nog te klein.”
Christine: “Achter ons huis was er een groot stuk grond en daar bouwden ze parcoursen. En ze konden van daar rechtstreeks het bos in. Ze hadden meteen een grote speelruimte om te fietsen, het was hun paradijs.”
Stefaan: “Ze hebben eerst anderhalf seizoen gevoetbald, maar toen ze hoorden dat er in Nederland crossjes waren vanaf acht jaar, wilden ze dat proberen.
En het was meteen raak.”
Christine: “Toen we naar huis reden na die eerste cross, zei mijn man meteen: Dat zal het worden, we hebben het zitten.”
Stefaan: “Al was dat heel plezant en weinig werk voor ons. Een keer per week naar Nederland, meer niet. Trainen was nog niet aan de orde, dat was spelen. Zo hebben we samen die eerste jaren doorgebracht.”
Christine: “Dat was een supermooie tijd. Niet zo hectisch als nu, gewoon ontspannen. Ze reden voor een zak snoep of een pakje chips.”
Stefaan: “We kwamen daar toen al iedere week Mathieu van der Poel tegen. Die reed gelukkig in een andere categorie, want hij was dan al dominant. Maar Laurens en Diether wonnen al die jaren ook alle klassementen. Ze gaven ook niks weg.”
“Hendrik is toch de eerste supporter van zijn broers geworden sinds hij besefte dat de top niet haalbaar was. Dat is voor een ouder mooi om te zien.” Stefaan Sweeck Vader van Laurens
Alfons overleed een maand geleden. Hij volgde zijn crossende kleinzonen op de voet.
Stefaan: “Van in het begin ging hij mee naar de wedstrijden. Hij
vertelde heel te tijd: Hier heb ik ooit gewonnen, hier had ik pech.
Bij iedere koers had hij wel een verhaal en de kinderen hingen aan zijn lippen. Zijn dood heeft ons allemaal erg aangegrepen. Die zege van Laurens was echt wel emotioneel.”
Dat jullie het succes en verdriet samen beleven, maakt dit jullie gezin hechter?
Stefaan: “Ja. Ten opzichte van andere gezinnen zijn we heel veel samen. Zes maanden volle bak in de winter, dan is er even rust en dan starten de wegwedstrijden.”
Christine: “Dat zijn onze vakantiedagen. We trekken naar een rittenkoersje en gaan onderweg wat kijken. Je bezoekt dan ook stukjes van het land die je anders niet ziet. En we nemen onze fiets mee om zelf wat rond te rijden voor of na de wedstrijd.” Stefaan: “We moeten dan niks
doen, hé. Daar zorgt de ploeg voor hen.”
Christine: “Alleen ben ik wel bang, want op de weg is het toch veel gevaarlijker. Ik ben toch altijd blij als de koers gedaan is.”
Er waren al wat kleine strubbelingen in het team. Moeten jullie Laurens dan wat moed inpompen?
Christine: “Het was voor ons moeilijker dan voor hem. Hij trekt zich daar weinig van aan. Hij kon ook van zijn oren maken, maar dat zit niet in hem. In zijn binnenste zal hij wel gezegd hebben: Ik
antwoord wel met de pedalen.”
Stefaan: “Ik was ervan overtuigd dat hij heel goed zou zijn.
Nooit gedacht: wat als jullie zonen een gewone job zouden hebben?
Stefaan: “We kunnen ons dat niet voorstellen. Mocht de cross voor ons wegvallen, dan zou dat heel raar zijn. We zouden onze weg wel vinden, maar ik wil het toch nog graag een tijdje doen.”
Christine: “Het is geen opgave. Je doet dat gewoon met heel veel liefde voor je kinderen.”
Gianni Meersman belde mij op stage en ik zei: Ik heb hem nooit
beter geweten.”
Christine: “Toen hij donderdagnacht thuiskwam, bleek zijn vrouw buikgriep te hebben. Ik zei meteen: Hij gaat niet naar huis en komt bij ons slapen.
(lacht) Hij heeft niet heel de maand naar die koers toegeleefd om dan ziek te worden. Hij is bij ons in quarantaine gebleven.”