Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Waarom enfant terrible meer mag dan de rest
Waarom enfant terrible Didier Lamkel Zé meer mag dan de rest
De voorbije week op stage heeft Didier Lamkel Zé zich nog wat onmogelijker gemaakt bij Antwerp. Maar terwijl andere enfant terribles allang afgeserveerd zijn, lijkt de Kameroener wel intouchable. Waarom blijft hij maar wegkomen met zijn fratsen? “Als ze hem bij Antwerp zwaar zouden schorsen, gooien ze alles weg.”
Een domme rode kaart in een beslissende wedstrijd om Europees voetbal. Onnodig provoceren van tegenstanders. Knokken op training. Een stage waarin hij maar weinig interesse leek te hebben en die hij afsloot met een rode kaart wegens natrappen tijdens een vriendenmatch. Een trainer die zegt dat hij “psychische problemen” heeft. Ploegmaats die het gehad hebben met hem. Een boze voorzitter.
Eender welke andere voetballer zou voor zo’n indrukwekkend lijstje vergrijpen allang naar de B- of C-kern gevlogen zijn. Voor Mbaye Diagne volstond een ‘gepikte’ strafschop voor maanden eenzame ballingschap bij Club Brugge. Dieumerci Ndongala sloot “enkele seconden” de ogen tijdens een teambespreking en kreeg van Genk een enkeltje richting Turkije. Maar Didier Lamkel Zé niet. Hij blijft voorlopig gewoon in de A-kern van Antwerp. Aan zijn oren trekken: ja. Hem een wedstrijd aan de kant houden: oké. Maar hem voor lange tijd verstoten, dat zal sportief directeur Luciano D’Onofrio nooit doen. “Luciano is niet dom, hè”, vertelt Paul Stefani, die als spelersmakelaar al jarenlang een goed contact heeft met de sportief directeur van Antwerp. “Lamkel Zé is op zich een voetballer met uitzonderlijke kwaliteiten. Als ze hem bij Antwerp nu zwaar zouden schorsen, gooien ze alles weg. Op het veld, want daar moeten ze zich de komende negen matchen verzekeren van Play-off 1. Maar daarnaast is het ook heel belangrijk te weten dat een voetballer waarde verliest als hij niet speelt.”
Gratis laten gaan
Dat laatste is vooral waar het schoentje knelt. Als sportieve baas is het niet alleen de taak van D’Onofrio een complementaire groep te smeden, maar ook
“Er zijn voorbeelden genoeg van moeilijke jongens die na een transfer ineens op het rechte pad kwamen. Mbokani is toch ook niet slecht terechtgekomen?” Paul Stefani Spelersmakelaar
om de gezamenlijke waarde van de spelersgroep te doen pieken. Waar andere clubs afhaken bij getalenteerde jongens met moeilijke karakters, hapt hij juist wél toe. “In zijn periode bij Standard
was de trainer (Michel Preud’homme, red.) in alle staten toen Dieumerci Mbokani enkele dagen voor de titelmatch tegen Anderlecht zijn kat stuurde naar de training”,
herinnert Stefani zich. “’Blijf rustig
en laat hem maar doen’, zei Luciano toen. Enkele dagen later scoorde Mbokani twee keer en waren ze kampioen.”
Lamkel Zé past helemaal in dat plaatje. Volgens de gespecialiseerde website ‘Transfermarkt.de’ vertegenwoordigt de kersverse Kameroense international de hoogste transferwaarde van iedereen die bij Antwerp onder contract ligt: 4,5 miljoen euro. “Vroeg of laat zullen ze hem verkopen en tegen dan hebben ze er alle baat bij dat zijn waarde niet keldert”, legt Stefani uit. “Daarom is dit een delicate situatie. Ze zullen hem ook niet te veel tegen de haren in willen strijken.
Dan loop je zelfs het risico dat het escaleert en ze hem gratis moeten laten gaan.”
Makkelijk te verkopen?
Een cynicus zou het zo verwoorden: van alle spelers die Antwerp op de bank kan zetten, is Lamkel Zé de optie die hen het meeste geld zal kosten. “Maar zo werkt het bij elke ploeg in België, hoor. Elke club zit te hopen op de jackpot en in die zin is het vertrek van een van je sterkhouders altijd ingecalculeerd. Wees er maar zeker van dat D’Onofrio nu al in zijn hoofd heeft wie Lamkel Zé moet vervangen als die vertrekt.”
Maar of Lamkel Zé zo makkelijk te verkopen zal zijn, is nog maar de vraag. Want die geïnteresseerde clubs zien zijn fratsen natuurlijk ook opduiken in de media. “Maar clubs redeneren niet zo”, wuift Stefani alle bezwaren weg. “Zij kijken in eerste instantie naar de voetballende kwaliteiten. Zij denken: ‘het is niet omdat hij bij de ene club fratsen uithaalt, dat hij dat bij ons ook zal doen’. Er zijn voorbeelden genoeg van moeilijke jongens die na een transfer ineens op het rechte pad kwamen. Mbokani is toch ook niet slecht terechtgekomen?”