Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zeg nooit Holland tegen Nederland
Een Amerikaanse toerist gaat niet op reis naar “the Netherlands”, maar “to Holland”. Een
Duitser bezoekt niet “die Niederlande”, maar “geht nach Holland”.
Een Fransman gaat “en vacances en Hollande”, een Spanjaard trekt naar “Holanda”. Een Arabier komt
naar “Hulanda”, een Chinees naar “Hélán”, een Japanner naar “Oranda” (geen grap!). Zelfs een Vlaming zegt nog steeds makkelijker “We gaan naar Holland” dan “We gaan naar Nederland”. Nochtans is “Holland” slechts de verzamelnaam voor de provincies Noord- en Zuid-Holland. En heet Nederland officieel, u raadt het nooit... Nederland.
De verwarring dateert uit de tijd toen Nederland nog een lappendeken van onafhankelijke adellijke vorstendommen was. In de 17de eeuw werd het graafschap Holland (met de grote steden Amsterdam, Rotterdam én Den Haag) zo rijk van de handel en bijgevolg politiek zo dominant, dat die naam werd gebruikt als aanduiding voor een veel groter gebied. En bij de onafhankelijkheid van de Spanjaarden kreeg het land dan wel de naam Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar dat is nogal een mondvol. Dus bleef het in de meeste talen gewoon Holland.
Zijn walletjes, zijn wiet
Maar nu hebben onze noorderburen er genoeg van. De Nederlandse overheid heeft de term Holland verbannen van alle officiële communicatie en gaat voluit voor “The Netherlands”. De operatie maakt deel uit van een marketingcampagne die het land in de aanloop naar het Eurovisiesongfestival in Rotterdam en de Olympische Spelen in Tokio wereldwijd onder de aandacht moet brengen met de juiste naam. “We zijn natuurlijk Nederland, en we leven in de 21ste eeuw”, aldus minister
van Buitenlandse Handel Sigrid Kaag. Alle Nederlanders moeten in het buitenland trots kunnen zijn op hun land.
Nederland wil dan ook alle twaalf provincies promoten, niet enkel Noord- en Zuid-Holland. Nu trekken de meeste toeristen die Nederland aandoen vooral naar Amsterdam: 17 miljoen bezoekers in 2019, en tegen 2030 mogelijk 42 miljoen. Voor een vluggertje op de wallen, of voor een bezoek aan de wietshop. Maar net van dat imago wil Nederland af.
Men wil meer duurzaam toerisme, met bezoekers die beter verspreid zijn over het hele land, en die langer blijven en dus meer geld opbrengen. En dus moet het heel Nederland in de etalage.
Politieke correctheid
Tot ergernis van veel Nederlanders. “Dit is onvoorstelbare politieke correctheid”, zegt Stephen Hodes, de voormalige marketingmanager bij het Nederlands Bureau voor Toerisme. “Honderd
jaar lang hebben we geïnvesteerd in de promotie van de naam Holland in het buitenland. En dat wordt nu overboord gegooid omdat Limburgers, Zeeuwen en
Groningen zich niet met Holland identificeren.”
Hij krijgt bijval van columnist Nico Dijkshoorn. “Als ik ergens niet in geloof, dan wel in nationale trots. Ik kan werkelijk niet bevatten dat je trots bent op de plek waar je toevallig uit je moeder bent gevallen. Het is trouwens van een ongelooflijke knulligheid. Stel je voor: daar hebben dus écht acht volwassen mensen in een foeilelijke vergaderzaal diep over zitten nadenken: Die tulp is te ouderwets, wat zullen we anders doen?” Voor alle duidelijkheid, Nico: de tulp zit ook in het nieuwe logo.
Nico Dijkshoorn
Columnist
‘‘Daar hebben dus écht acht volwassen mensen in een foeilelijke vergaderzaal diep over zitten nadenken.’’
200.000 euro
Op het eerste gezicht lijkt de campagne al een groot succes:
“Why Dutch officials want you to forget the country of Holland”, “Niederländer machen Schluss mit Holland”, “Pourquoi il ne faudra plus appeler les Pays-Bas ‘Hollande’” en “Los Países Bajos abandonan el nombre de Holanda”, kopten grote buitenlandse media.
Maar toch lijkt de kans klein dat Joe Sixpack, Jean Baguette of Juan-met-de-pet het straks over Nederland zullen hebben. “Ik betwijfel of deze campagne een succes zal worden”, zegt Gino Van Ossel, professor marketing aan de Vlerick Business School. “Je moet bijna de hele wereldbevolking bereiken, en laat ons eerlijk zijn: die ligt niet bepaald wakker van deze kwestie.” Een oplossing voor een probleem dat niet bestaat, noemde de New York Times het. Zeker omdat men er amper 200.000 euro voor uittrekt. “En daar betaal je nu ook geen reclamespotjes in de hele wereld mee.”
“Misschien ben ik nu een ouderwetse lul”, zegt Nico Dijkshoorn. “Maar dan denk ik: ga eens naar de voedselbank, en leg daar uit waar je nu weer 200.000 euro aan gespendeerd hebt. Neen, jongens... Het belang dat men wereldwijd steeds meer hecht aan nationale trots: dat is de bron van alle kwaad.”