Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Onderzoek naar Jan Fabre in eindfase
Vijftiental personen verhoord na beschuldigingen grensoverschrijdend gedrag
Het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag door kunstenaar Jan Fabre zit in een eindfase. Dat bevestigt het Antwerpse arbeidsauditoraat. Vijftien danseressen, getuigen en (ex-)werknemers van vzw Troubleyn zijn verhoord, en ook Fabre zelf kwam zich vorig najaar verdedigen. “Binnenkort valt de beslissing of hij al dan niet vervolgd wordt”, zegt woordvoerder Pieter Wyckaert.
“Vernedering is in en rond de repetitiezaal van Troubleyn dagelijkse kost”, stelden twintig werknemers, ex-werknemers en stagiairs in een open brief. We schrijven najaar 2018 en Jan Fabre (62), een van ’s lands bekendste kunstenaars, komt in volle #MeToo-periode in een storm terecht.
Acht (ex-)werknemers ondertekenen de vlammende brief met hun naam, twaalf anderen onderschrijven de inhoud anoniem. De twintig vrouwen schetsen het beeld van een tirannieke Fabre die geregeld bewust schoffeert en zijn machtige positie als artistiek leider misbruikt. “Het uitwisselen van seks is binnen het gezelschap een verborgen valuta geworden, die de performer toegang verzekert tot solo’s of toekomstige werkaanbiedingen in ruil voor hun respons op Fabres avances. Performers die deze avances hebben afgewezen en proberen om een respectvolle en professionele relatie in stand te houden, kregen te maken met subtiele of minder subtiele vormen van bestraffing – inclusief stalking, verbale vernedering, agressie en manipulatie.”
Fabre reageerde volgens zijn advocaat Hans Rieder zwaar aangeslagen op de beschuldigingen. “Hij ontkent alle aantijgingen met klem”, zei hij tijdens een debat in De zevende dag. Toenmalig Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld) liet vzw Troubleyn doorlichten en dreigde in de subsidies te knippen als er geen interne maatregelen werden genomen rond goed bestuur en integriteitsbeleid. Er kwam ook een nieuwe en uitgebreide raad van bestuur.
Een externe consultant gaf in het najaar van 2019 een positief advies, waarna het dans- en theatergezelschap rond Fabre alsnog de tweede schijf van het toegekende subsidiebedrag (45% van in totaal 927.000 euro) kreeg van huidig cultuurminister Jan Jambon (N-VA).
Vijftien verklaringen
Ook het arbeidsauditoraat van Antwerpen, bevoegd voor werkgerelateerde zaken, startte in het najaar van 2018 meteen een onderzoek naar de kunstenaar en zijn handelen binnen theatergezelschap Troubleyn. “In eerste instantie hebben de inspectieen politiediensten alle ondertekenaars van de open brief proberen te identificeren”, zegt woordvoerder Pieter Wyckaert. Dat bleek geen evidentie, klinkt het, wegens het deels anonieme karakter en door het feit dat een deel van de danseressen en ex-werknemers veelal in het buitenland vertoefde. Wyckaert stelt dat een vijftiental personen inging op de vraag tot verhoor. “Sommigen legden positieve, anderen dan weer negatieve verklaringen af.”
Geen mea culpa
Ook Fabre zelf werd in het bijzijn van zijn advocaat in het najaar van 2019 aan de tand gevoeld. Hij zou zijn grensoverschrijdend gedrag veeleer minimaliseren, en vooral in de context plaatsen. Een mea culpa kwam er niet.
Eline Tritsmans, de advocate die samen met Hans Rieder de belangen van de kunstenaar behartigt, beklemtoont dat Fabre altijd heeft meegewerkt met het onderzoek. “Hij heeft vanaf dag 1 het arbeidsauditoraat aangeschreven en zelf aangedrongen om gehoord te worden. Hij werd uiteindelijk voor het eerst uitgenodigd voor verhoor in de zomer van 2019 en heeft onmiddellijk zijn volle medewerking verleend. Het enige wat men Fabre verwijt, zijn inbreuken op de welzijnswetgeving. Voor het overige kan en wenst mijn cliënt op dit ogenblik niet verder te reageren, gelet op het geheim van het onderzoek en om de sereniteit te bewaren.”
Eindfase
Voor alle duidelijkheid: een onderzoeksrechter is nooit belast geweest met het onderzoek. Het arbeidsauditoraat bevestigt dat alle ondervragingen intussen achter de rug zijn en dat er ook overleg is geweest met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat zich officieel als benadeelde had gemeld. “Het dossier zit in een eindfase. Binnen afzienbare tijd wordt beslist of er al dan niet een vervolging en eventuele bestraffing voor de correctionele rechtbank moet volgen.”