Gazet van Antwerpen Stad en Rand
We lijden allemaal aan solastalgie
Heimwee naar gezonder klimaat knaagt in historische eilandroman van Dimitri Bontenakel
In tijden van hamsteren en lockdown stelt Dimitri Bontenakel een historische roman voor over… schaarste en isolatie. En over ‘solastalgie’: heimwee naar het gezondere klimaat van vroeger. Want op het ruwe eiland uit De berenrug staat geen boom meer overeind. “Eigenlijk is die plek een metafoor voor hoe onze planeet er vandaag voor staat.”
Zijn vierde roman Schaduw en vuur (2017) speelde deels in 2042, voor De berenrug neemt Dimitri Bontenakel (49) de lezer mee naar het einde van de 19de eeuw. Twee broers, Vlamingen maar ook IJslandvaarders, lijden schipbreuk en spoelen aan op een eiland in het noorden van de Atlantische Oceaan. De kolonisten die er wonen hebben het eiland gestroopt. Zonder hout kunnen er geen boten meer gebouwd worden, zodat de bewoners volledig op elkaar zijn aangewezen.
DE BERENRUG DIMITRI BONTENAKEL | WERELDBIBLIOTHEEK | 224P
Je vorige roman speelde in de toekomst. Waarom kies je nu voor een historisch verhaal?
De kiem van dit boek werd gelegd in 2008. Op doorreis in Chili bezocht ik het natuurreservaat Torres del Paine, een oogverblindende plek. Ik vroeg me af wat het zou betekenen mocht al die natuurpracht plots verdwijnen uit een mensenleven. Al mijmerend heb ik daar toen een pagina over geschreven, die aanvankelijk gewoon in een la verdween. Intussen had ik al twee andere romans uitgebracht, toen in 2017 weer de vraag rees: wat als er een eiland bestaat met een vernietigde natuur? Het historisch kader voor deze roman creëerde zichzelf. De bewoners zitten vast op het eiland, zonder enig contact met de buitenwereld. Van moderne communicatiemiddelen kon dan geen sprake zijn.
Alleen een boot kon destijds redding brengen. Ben je zelf thuis in de scheepvaart?
Nee, aan dit boek ging heel wat research vooraf. Grasduinend door eiland- en botenboeken kreeg ik Alleen met de Spray de wereld rond in handen. In deze klassieker uit 1900 beschrijft
Joshua Slocum hoe hij als eerste een solozeiltocht rond de wereld maakt. In botenbouw ben ik een absolute leek, maar in de bibliotheek van het MAS trof ik een boeiende gids aan, waarin stap voor stap wordt uiteengezet hoe je een houten schip van de kiel af kan bouwen. Ook in visserijmuseum Navigo in Oostduinkerke vind je nuttige info over het ambacht van boten bouwen.
Het verhaal speelt zich af in de noordelijke wateren. Ken je die regio?
Als reiziger ben ik dol op de koude kusten. Eerder al voer ik langs de kustlijn van IJsland en Scandinavië, en voor deze roman ben ik tweemaal naar Schotland gereisd. In Wick, in vroegere tijden het
Schotse centrum van de haringvisserij, is een belangrijk heemkundig museum met een schat aan oude zwart-witfoto’s. Zo kon ik me een beeld vormen van de Vlaamse IJslandvaarders die eind negentiende eeuw vanuit Noord-Frankrijk aan boord gingen van een schip dat in zes maanden naar IJsland voer. De noordelijke wateren stonden destijds bekend om hun rijke visbestand. Het ruwe karakter van de zeevaart en de noordelijke kusten is sterk doorgesijpeld in deze roman. Het eiland waar de roman speelt is zelf uitgegroeid tot een personage.
De boot waarmee de broers schipbreuk lijden heet Nauru. Een verwijzing naar de kaalgeplukte eilandstaat in Oceanië?
Impliciet wel. Op Nauru leven vandaag tienduizend mensen op een maanlandschap. In de loop van de 20ste eeuw is deze kleine eilandstaat geruïneerd, omdat men er op fosfaten jaagde. Het eiland is om zeep geholpen door het kapitalisme. Ook het eiland in De berenrug is kaal, omdat alle bomen er werden omgehakt. Eigenlijk is die plek een metafoor voor hoe onze planeet er vandaag voor staat. Net als in het boek, zijn ook in deze tijden van klimaatcrisis de seizoenen op hol geslagen. Maar De berenrug blijft een roman, het is geen pamflet.
In De berenrug ontstaat een nieuwe economie onder de grond. Geloof je dat het bij ons ook zo ver kan komen?
In het boek keren de bewoners het eiland hoe langer hoe meer de rug toe door in tunnels te gaan wonen. Om in leven te blijven, kweken de bewoners gewassen in groeves.
Een knipoog naar The Time Machine (1895) van H.G. Wells. In zijn verfilmde klassieker schetst de Brit een toekomst waarin de rijken bovengronds floreren, terwijl de armen zich onder de grond voor hen uit de naad werken. Zo ontstaat een dubbele maatschappij. Extreem, maar tegelijk niet zo vergezocht. Tot 1992 werd er ook bij ons steenkool bovengehaald uit mijnen.
De mensen op Nauru leiden aan ‘solastalgie’, oftewel klimaatdepressie. Staat ons dat ook te wachten?
Ik denk dat het al zover is. Ons klimaat is in enkele decennia sterk veranderd. Tot voor enkele jaren had je bijvoorbeeld nog veel meer stilteplekken. Op vlak van klimaat kijkt men met heimwee naar vroeger. Toen ik in de jaren zeventig opgroeide in Edegem, lag er tegenover ons huis een speelveld met boomhutten. Waar kinderen toen nog volop in de natuur konden spelen, kan dat nu vaak niet meer. Toch blijft dat verlangen naar een ongerepte natuur overeind. Kijk maar eens hoeveel protest er de kop opsteekt als er bomen worden geveld.
Ook isolatie is ons dezer dagen niet vreemd. Hoe beleef jij de lockdown?
Als schrijver werkte ik sowieso al vaak alleen. Maar na acht weken noodgedwongen isolement ben ik me er meer dan ooit van bewust hoezeer je anderen nodig hebt om gelukkig te zijn. Die gedachte wens ik mee te dragen uit deze periode. Als straks het economische leven stilaan weer op gang komt, hoop ik dat de beleidsmakers ook het groene element in het debat zullen betrekken. Helaas vrees ik dat geldgewin de bovenhand zal halen. Of we deze lockdown achter ons zullen laten als betere mensen, is maar de vraag. Ik kan het alleen maar hopen.