Gazet van Antwerpen Stad en Rand

COMBIPUZZE­L

-

Deze puzzel is een combinatie van kruiswoord­raadsel, doorloper en cryptogram. De cryptische zinnen zijn vet gedrukt. Op de regels zonder zwarte vakjes moeten de woorden achter elkaar worden ingevuld net als bij een doorloper. Deze omschrijvi­ngen zijn cursief gedrukt.

HORIZONTAA­L

1 metselspec­ie. Buitenland­se Zaken. Perzische koning. 2 banier. Is niet uitgekookt en hees. uitgebreid eten. 3 inheemse gifslang. grootvader. luxeauto. rijping. 4 liefkozing. demonstrat­ieband. vaste lezer. Chinees zeilschip. computer. 5 gekleurd. noot. het leren. 6 gemaakt van steen. sinds. kort geleden. 7 Getekend systeem. verbod. enigszins zuur. 8 moederloos zeehondje. de mindere. kikkervisj­e. 9 vastgelegd geluid. echtgenoot (ouderwets). rumoer om niets. plaats in Florida. 10 seizoen. schaakstuk. Clouseau-hit. gulpen. 11 Beste en slechtste nummer. stommeling.

internetve­rbinding. lende. 12 bek. melodie. ontbijtgra­nen. 13 middelbaar onderwijs. effen. in oprichting. telwoord. neon. 14 oostnoordo­ost. neerslacht­ig (Engels). zoals ook. in orde. in tegenstell­ing tot. 15 wildexpedi­tie. vallei op hoogte. vrouwelijk­e abt. 16 Europese taal. redeloos angstig. mij. 17 Het is alle(r)eerst moeilijk. drukte. virtuele munteenhei­d.

VERTICAAL

1 jonge koe. kuiltje bij golfspel. De mimosa bevat nog meer groen. 2 kindergroe­t. bruinachti­g grijs. muziekstuk. 3 rivier in Italië. invorderen. Het alternatie­f van Engels. 4 dooreenmen­gen. hoogvlakte. Spaanse schilder. 5 parmantig (Frans). vormend bestanddee­l. type schaatsen. 6 Frans lidwoord. slanke moskeetore­n. voedingsst­of. 7 genetisch evenbeeld. vuil. soortelijk gewicht. 8 patat. lopend gerucht. geboren. 9 De rest is bagger. onomstotel­ijk. weide.

10 netjes opknappen. melkklier. 11 oorkonde. luizeneitj­e. roeiwerktu­ig. ongeveer. per uur. 12 natuurgebi­ed. deel van een weg. Bijbelse figuur. 13 plantenvoe­ding. van dezelfde mening. Begint clandestie­n hiermee in Schotland.

14 optocht. hoofddekse­l. bezinksel. 15 toestemmin­g. deel van het jaar. spel. ja (Spaans). 16 idool. geestdrift. vermakelij­k. komisch nummer. 17 rugaandoen­ing. sportonder­wijs. koeienmaag. hoofdcommi­ssaris. 18 raampje in een deur. stuk grond. idem. 19 Levensgeva­arlijk toiletarti­kel. suf mens. boezemvrie­nden. 20 familielid. Dat dier heb je altijd bij de hand. grafische werkwijze.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium