Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Architectuur vroeger en nu
Blijf in je kot. Maar als de muren op je af dreigen te komen, dan moet een mens al eens naar buiten. Let wel: met maximaal twee, of met de inhuizige familie, en altijd afstand houden. Omdat altijd dezelfde rondjes lopen of steeds dezelfde beren tellen al eens wil vervelen, stippelen onze journalisten in hun gemeente of district een wandeling uit die volgens hen de moeite loont. Een tochtje van maximaal twee uur, alleen voor wie er woont. Wandelt u mee?
Plaats van afspraak in Kapellen is het oude gemeentehuis, pal in het centrum. Aan de overkant maken we meteen kennis met de bekendste inwoner van Kapellen: Louwke Poep, het beeld van de Treurende Moeder gemaakt door kunstenaar Theo Blickx.
1. Treurende Moeder
Louwke Poep werd in 1926 onthuld en is – niet oneerbiedig bedoeld – het Manneken Pis van Kapellen. Iedereen kent het en passeert er dagelijks. Het monument voor de gesneuvelden heet eigenlijk Treurende
Moeder, maar in de volksmond wordt het Louwke Poep genoemd, naar de vrouw die model stond. Wie al op het soldatenkerkhof in het West-Vlaamse Vladslo is geweest, ziet de gelijkenissen met het befaamde beeld Treurend Ouderpaar van de Berlijnse kunstenares Käthe Kollwitz. Uit het Kapelse monument zijn 67 namen van oorlogsslachtoffers gehouwen. Een aantal onder hen kreeg ook een straatnaam in Kapellen. Kijk hier ook even naar het speciale gebouw achter Louwke Poep, het hol gebogen Postgebouw, ontworpen door het Kapelse architectenkoppel François en Mot Ponette.
2. De Bloemenbak
We gaan nu de Stationsstraat in, naar de spoorovergang. Die steken we over en we lopen de Koningin Astridlaan in. We draaien links de Lobelialaan in en komen in de wijk die ook wel eens de “bloemenbak” wordt genoemd. Via de Gardenialaan komen we aan de Fuchsialaan. Op dit pleintje zie je enkele zeer merkwaardige kunstwerken. Zij zijn de resultaten van de tweejaarlijkse kunstprojecten in de wijk. We stappen de Bernard De Vadderlaan in. De Vadder was een verzetsstrijder die in 1945 in het concentratiekamp Ellrich overleed. De straat ligt in het schootveld van het Fort en daarom stonden er vroeger veel houten huizen die indien nodig vlug konden worden afgebroken. Vandaag staat er nog één, zij het niet origineel.
3. De manege Sint-Hubert
We vervolgen de Bernard De Vadderlaan tot aan de Hoogboomsteenweg. Hier kom je wellicht enkele wandelende bewoners van het asielcentrum tegen. Draai links de Hoogboomsteenweg in en ga dan opnieuw links de Bosdreef in. Je wandelt langs een groot terrein dat vroeger al eens dienst deed als poloveld. Het hoort bij de Manège Saint-Hubert van de familie Van Paesschen. Stanny Van Paesschen pakte tijdens de Olympische Spelen van 1976 in Montréal brons en zijn zus werd verschillende keren Belgisch kampioen.
4. Kopieën van het Parthenon
Op de hoek van de Bosdreef en de Heidestraat, een beetje verscholen achter het groen, staat een zeer merkwaardige woning. Het huis wordt gekenmerkt aan de buitengevel door Griekse friezen en metopen, de stenen platen tussen de friezen. Advocaat Leo Dreessen woonde er tot in 2011. De Griekse ornamenten zijn kopieën van de friezen en metopen van het Parthenon in Athene. Volgens Leo Dreessen stootte hij ooit, toen hij een put groef voor de waterafvoer, op twee perfect bewaarde houten planken. Er werd hem toen verteld dat er ooit een tunnel lag om gestrande Engelse piloten naar het buurhuis te doen vluchten. Aan de overkant van de Griekse woning ligt een grote herenboerderij. Daar bevond zich achter de open haard een ruimte waarin vijf mensen zich konden verschuilen. De schuilplaats was bedoeld voor de monniken die bedreigd waren tijdens de Franse Revolutie.
5. De afscheidstuin
Draai links de Heidestraat en loop tot aan de begraafplaats. Het toegangsgebouw werd ontworpen door architect Jo Crépain die op zesjarige leeftijd in Kapellen kwam wonen. Hij ontwierp dit in opdracht van de gemeente Kapellen. Crépain won ooit de Andrea Palladio Prijs in Italië, de ‘Nobelprijs’ voor architecten jonger dan 40 jaar. De inmiddels overleden Jo Crépain ontwierp het gebouw in 1993. Het is geen monumentaal poortgebouw geworden, maar wel een omhullend, licht gebogen en uitnodigend welkomstoord voor de Kapellenaar. De bezoeker komt in een dreef met een boomrijke omgeving. Een kleine twee jaar geleden creëerde het gemeentebestuur er een intieme afscheidstuin, afgebakend met beukenhagen. In het midden kan de urne worden geplaatst.
We volgen de Heidestraat, steken de spoorovergang over en komen zo in de Christian Pallemansstraat. Let hier vooral op de woningen met de nummers 100 en 104, beide uit 1963. Het zijn twee mooie voorbeelden van moderne bouwkunst. De twee woningen hebben een dak dat nét niet plat is. Misschien was een volledig plat dak niet toegelaten en werd dit reglement zo omzeild. Wandel verder en je komt terug uit bij Louwke Poep en het oude gemeentehuis.