Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Fenomeen
PETER GORIS
Voor de gemiddelde werknemer in België duurt het nog tot 1 februari 2030 voor de wettelijke pensioenleeftijd opgetrokken zal zijn tot 67 jaar. Ladislau ‘Laszlo’ Bölöni bereikte twee maanden geleden die leeftijd. Of zijn gedwongen vertrek bij Antwerp FC ook het definitieve einde van zijn carrière als voetbalcoach zal zijn, is niet zeker. Hopelijk niet.
Ik geef het grif toe: ik heb hem vaak verfoeid. Omdat hij weer eens te laat op een afspraak was of ze gewoon ‘vergat’, weer eens moedwillig enkel persconferenties voor dag en dauw wilde geven, weer eens ongeïnteresseerd en snel wat dooddoeners afdreunde om even snel weg te lopen, weer eens op geen enkele vraag fatsoenlijk wilde antwoorden, weer eens boos werd omdat hij een te kritische vraag hoorde, weer eens geïrriteerd was omdat niemand hem scheen te begrijpen, weer eens in de clinch ging met alles en iedereen, weer eens meer onhandelbare clown dan prman was.
Maar ik heb even vaak veel plezier beleefd. Van hem gehouden, zelfs. Door zijn uitgesproken je m’en foutisme, zijn excentrieke karakter, zijn grappen en grollen, zijn bijna aandoenlijke onhandigheid, zijn al dan niet gespeelde onwetendheid, zijn onderhuidse warmte ook, zijn immense voetbalkennis.
Was hij een goede coach voor Antwerp? Veeleisend was hij zeker. Een beul, bij momenten. Als we de spelers mogen geloven. Maar was dat daarom fout? Tactisch liep het soms minder gesmeerd. Maar dan was er nog altijd Wim De Decker, zijn assistent. En zijn tegenpool. Misschien was er net daarom chemie tussen die twee. Complementair, heet dat. Lijmde de ene de brokken die de andere maakte, leerde de ene elke dag van de wijsheid en ervaring van de andere.
De pure rapportcijfers spreken in zijn voordeel. Hij haalde, samen met zijn technische staf, in drie seizoenen op Antwerp telkens opnieuw het onderste uit de kan. Zeker niet altijd met briljant of flitsend voetbal, hij deed de Bosuil even vaak zuchten als dansen. Maar hij behaalde wel resultaat. De aarzelende promovendus werd snel een vaste subtopper, haalde weer als vanouds Europees voetbal, deed zelfs mee voor prijzen. De Great Old rook door zijn toedoen nadrukkelijk aan de top.
Wellicht wrong daar het schoentje. Volstond de aanpak van Bölöni ook voor die noodzakelijke volgende stap richting échte voetbaltop? Of was zijn houdbaarheid overschreden en had de Bosuil nood aan een frisse wind? Vragen waarop iedereen, van analist tot fan, maar vooral ook binnen het Antwerpbestuur, een ander antwoord had.
Het ene antwoord bleek doorslaggevender dan het andere. Exit een fenomeen. Antwerp mag hem heel dankbaar zijn. En niet alleen het stamnummer 1 gaat Bölöni missen. Een ‘man met een hoek af’, hij paste wonderwel in DeurneNoord. Maar ook de rest van de voetbalwereld kan meer Bölöni’s gebruiken. Om die al te vaak afgelikte, steeds meer modern flitsende en door geld en macht gedirigeerde wereld te kleuren. En af en toe te doorprikken.