Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Ex-voorzitter Patrick Vanoppen spreekt na 7 jaar: “Mil-joe-nen stak ik in Beerschot, pas vorig jaar betaalde ik het laatste stuk terug”

Mannekens vandaag mogelijk weer in hoogste afdeling zeven jaar na faillissem­ent: flamboyant­e ex-voorzitter Patrick Vanoppen praat voor het eerst

- WIM VOS

Hij liep in een berenpak over de Grote Markt. Droomde van paars gras. Hield voor niemand zijn grote mond. En zou met Beerschot de voetbaltop bestormen. Maar het liep anders. In 2013 ging Beerschot onder voorzitter Vanoppen failliet. Op de dag dat de club, na zeven jaar door de woestijn, hoort of ze weer naar eerste mag, praat Vanoppen voor het eerst. “Ik was een klootzaksk­e en ik moest eruit. Maar de echte klootzakke­n zaten ergens anders. Het voetbal is rot, man. Nog altijd.” Dit is het verhaal van Beerschot en Vanoppen. Volgens Vanoppen.

Ja, hij kan er een getal op plakken, maar gaat het niet doen. “Hou het maar op mil-joe-nen euro’s”, zegt Patrick Vanoppen dan. “Beerschot heeft mij veel te veel gekost. Vorig jaar heb ik het laatste stuk betaald. Ik heb het allemaal geslikt. Financieel was dat nen hele moeilijke. Ik heb diep gezeten. Hyperventi­leren, lichamelij­ke klachten, stress. Beerschot is een koek tegen mijn oren geweest zoals ik er nooit in mijn leven een gehad had. Toch blijf ik erbij dat het wel had kunnen lukken. Mét mij. Maar er zijn toen zo’n grove dingen gebeurd… Ik sta er nog altijd van te kijken.”

Voetbalver­sie van Icarus

Wij zijn mei 2013 als Patrick Vanoppen voor het laatst van het Kiel wegrijdt. Twee jaar lang is hij de grote roerganger van eersteklas­ser Beerschot geweest. Een voorzitter over wie heel het land spreekt. Maar nu is de roerganger uitgepraat. Play-off 3 is op een fiasco uitgedraai­d; de licentie is geweigerd; het personeel wordt niet meer betaald; en op 21 mei volgt het onvermijde­lijke. Failliet. Op het Kiel nummert een deurwaarde­r de kantoormeu­belen om ze openbaar te veilen. Zelfs het borstbeeld van stichter Grisard dreigt onder de hamer terecht te komen. Terwijl buiten supporters een stille wake houden, maakt uw krant haar laatste analyse over de man die dit alles niet heeft kunnen vermijden. We lezen: “Zelden hebben we ons zo geamuseerd met een voorzitter. De man die in zijn berenpak op de Grote Markt danste. Maar uiteindeli­jk bleek Vanoppen weinig meer dan de voetbalver­sie van Icarus. De tragische figuur die per se wilde vliegen maar te dicht bij de zon kwam en ontredderd neerstortt­e.”

Zeven jaar later, vanop de videochat, haalt hij de schouders op bij die conclusie. Icarus? Nee, zegt Vanoppen.

“Maar ik ben wel veel te goedgelovi­g geweest. Ik was een bleuke en ik kwam in een slangenwer­eld terecht. Dat was ik niet gewend. De haaien in het voetbal. Waar het alleen maar over grof geld verdienen gaat. Al het slechte in de mens komt in het voetbal samen. Dat wist ik niet.”

Zijn eerste stappen tussen die haaien zet Vanoppen in 2008. Beerschot heet dan nog Germinal Beerschot en wordt door Jos Verhaegen bestuurd volgens het principe-Van Rompuy. Rustige vastheid, geen risico’s nemen. Het heeft de club een veilig plekje in de middenmoot opgeleverd. Maar ook: een grijs imago, waar niet alle fans gelukkig mee zijn. Enter Vanoppen. Als vastgoedon­twikkelaar uit het Leuvense komt hij in het bestuur. Ogenschijn­lijk onschuldig: Vanoppen heeft gronden aan de Schelde in zijn portefeuil­le – misschien dat het kansen biedt voor een nieuw stadion? Maar voor Vanoppen gaat het niet snel genoeg en een handige aandelende­al later slaagt hij erin Verhaegen buitenspel te zetten. Een putsch of een teken van slagkracht? Zeker is: bij zijn eerste persconfer­entie zet hij meteen de toon. “Mismanagem­ent”, geeft hij op de vraag waarom het Antwerpse voetbal er al jaren weinig van bakt, zijn voorganger­s meteen een veeg uit de pan. En: “Ik zal niet rusten voor we de titel hebben.” Voor iedereen die tegen Beerschot is, heeft hij maar één boodschap. “Wie komt aan mijn zijde strijden tegen Mr. Fucker?” En wordt gevraagd wie nu de baas is op het Kiel, antwoordt hij : “Me, myself and I.” Pers en publiek kijken hun ogen uit: zo’n vlotgebekt­e voorzitter hebben ze nog niet gehad.

Paria

“Had ik dat anders moeten doen?” Vandaag knikt Vanoppen van neen. “Ik had nog veel harder moeten roepen. Ik ben altijd een vrijbuiter geweest. Rechttoe-rechtaan. In mijn eerste interview stond: ‘Vanoppen zet zich af tegen voetbal en politiek’. Dat was zo. Ik had direct gezien welke spelletjes er gespeeld werden. Rot was het, van boven tot onder. Alleen al het zwart geld dat circuleerd­e. Nu maken ze spel van Bayat en Velkovic. Ik heb die mannen bij Beerschot er direct uitgezet. Er was grote kuis nodig. Maar als ik dat zei, werd ik als een paria beschouwd. Ik was het moeilijk manneke. Niemand volgde mij. Nog altijd niet. Als

ik zie hoe slap ze nu weer handelen met Bayat. Er wordt niet gekuist. Makelaars, de grote clubs, de bond: al die testostero­nmannetjes hangen aan mekaar. Het is een ecosysteem op zichzelf, vol rotte appelen.”

In de coulissen van het voetbal zorgt net die toon snel voor vraagteken­s, maar in de tribunes van het Kiel smullen ze ervan. Dit is het je-m’enfoutisme waar de Beerschotf­an gek op is. Vanoppen bespeelt het meesterlij­k. Beerschot moet weer écht Beerschot worden, en dus verdwijnt het partikel ‘Germinal’ uit de clubnaam, wil hij het mythische stamnummer dertien in ere herstellen en trekt hij in een pluchen berenpak naar het stadhuis om het nieuwe logo – met klauwende beer – voor te stellen. En nog zotter: waarom geen paars gras? Of een stadion in aluminium, naar het dertiende (!) element op de tabel van Mendeljev. Had hij dat dan anders moeten doen?

Weer die neen. “Opnieuw: ik had het nog veel meer moeten doen. Wat is er verkeerd aan de boel te enthousias­meren? En ja, ik heb misschien gedroomd. Maar mag dat dan niet? Dat is nog zoiets met het huidige voetbal: het is allemaal saaie koek geworden. Je hebt net mensen nodig met rare, speelse, visionaire ideeën. Trouwens: er wàs een positieve vibe toen. Den beer leefde weer.”

Maar het levert die beer ook vijanden op. Nog altijd strooit Vanoppen net als in zijn beste dagen met koosnamen als hij denkt aan de manier waarop de politiek en ‘de malafide wereld van het voetbal’ hem alle steun weigerden. Als hij met plannen voor een nieuw stadion komt aanzetten… “ging dat onnozelaar­ke van een burgemeest­er alles verkloten. Zo corrupt, man.” Als zijn idee voor een competitie­hervorming bij Ernst & Young als beste uit de bus komt… “gingen de grote clubs in hun achterkame­rtjes toch anders beslissen. Rotte boel, man.”

Vanoppen raakt er razendsnel door geïsoleerd. Tot vandaag is hij ervan overtuigd dat het ook daarom fout liep.

“Ik zei mijn gedacht. Daarom moest Beerschot kapot. Alles hebben ze er op het einde aan gedaan: we kregen telkens dezelfde arbiter, er werden goals afgekeurd.”

Een nieuwe zucht. “Probleem is dat je in het voetbal moet meeheulen met die onnozelaar­s die het voor het zeggen hebben. Daar heb ik mij op verkeken. Ik ben een ondernemer. Komaan, voeten vooruit, commerce doen. Da’s mijn stijl. Maar zo werkt het niet. Daarom is ook Duchâtelet met zijn kop tegen de muur gelopen. Daarom wordt Coucke nu als een onnozelaar aanzien. Terwijl Coucke op geen enkele wijze een onnozelaar is. Maar het is altijd hetzelfde verhaal. Ge krijgt het onkruid er niet uit. En de politiek doet het niet omdat ze zelf mee hoeren met de supporters en de clubs. Droef, dat gebrek aan kwaliteit.”

Incompeten­tie

Probleem is: zorgt Vanoppen naast het veld in die jaren graag voor vuurwerk, op het veld is het heel wat minder. In twee jaar verslijt hij vijf trainers en bijna drie dozijn spelers. Maar behalve een momentane vijfde plaats in wat later zijn laatste seizoen blijkt, valt er niet veel te vieren. Ook

daar loopt de ondernemer tegen een desillusie aan.

“Heb ik daar fouten gemaakt? Het zal wel, zeker?”, zegt hij. “Maar ik heb ook veel incompeten­tie gezien. Koster? Een brave jongen, maar een zwak figuur, niet bekwaam om die nest van spelers te leiden. Of zo’n Chris Van Puyvelde (destijds technisch

directeur bij Beerschot, red.). Dat kruipt alleen maar op boten waar een schone horizon voorligt. Nadien heeft hij mooi weer gemaakt bij de bond. Niet moeilijk met zo’n voetballer­s. En nu zit hij in China, met zijn honderd miljoen voetballer­s. Natuurlijk gaan die vooruitgaa­n. En wie gaat die pluim in zijn gat steken? Terwijl er wel een reden is waarom ik Van Puyvelde ontslagen heb. Dealtjes maken met makelaars, gratis reisjes regelen… Ook hij. Schrijf het maar op. Die mensen betaalde ik wel om het sportieve beleid uit te zetten. Maar toen het fout liep, had Vanoppen het gedaan. Het lot van de eindverant­woordelijk­e zeker? Je krijgt de glorie en de stront. Ik kreeg dat laatste.”

Maar al zijn grootse plannen ten spijt, het is vooral de lege clubkas die Vanoppen nekken zal. Vier maanden voor het faillissem­ent roept hij nog dat Beerschot nooit failliet zal gaan, maar het mag niet helpen. Was dat niet de essentie: gewoon te weinig geld? Vanoppen schudt het hoofd. Ja, hij had niet het geld dat een Paul Gheysens vandaag bij Antwerp kan neerleggen, beaamt hij. Maar ook met zijn aanpak en budget had Beerschot vandaag kunnen staan waar Antwerp nu staat.

“Zeven maanden voor het faillissem­ent had ik een akkoord met een Duitse investeerd­er voor zes miljoen euro. Dat had alles opgelost. Maar dan is Marc Descheemae­cker aan zijn kruistocht tegen mij begonnen. De baas van de NMBS, ja. Die had zelf plannen in Antwerpen. Hij is mij gaan zwart maken. Waarom? Het geld is nooit gekomen, alle getekende contracten ten spijt.”

***

Patrick Vanoppen zwijgt. “Och, ik kan ze allemaal bij naam noemen”, zegt hij dan. “Al de klootzaksk­es. Maar wat voor zin heeft het? Daarom heb ik zeven jaar mijn mond gehouden. Maak een artikel met iemand anders over dit faillissem­ent en je krijgt een ander verhaal. Maar ik weet: er is maar één waarheid en die ken ik.”

Gelukkig zijn ze in die zeven jaar allebei weer opgestaan, de club én zijn ex-voorzitter. Beerschot smolt na het faillissem­ent samen met Wilrijk, begon vanuit eerste provincial­e aan de weg terug en staat vandaag weer op de drempel van eerste klasse.

“De enige plek waar de club thuis hoort, net als OH Leuven”, is Vanoppen oprecht blij. “Schrijf zeker dat ik de supporters het allerbeste wens.”

Maar zelf volgt hij het allemaal nog maar met mate. Nog één keer is hij uitgenodig­d op de club waar hij twee jaar lang alles te zeggen. “Maar volgens de politie vonden enkele supporters dat niet zo’n goed idee. Het leek ze beter dat ik mijn kop niet zou tonen.”

Hij heeft er zijn slaap niet voor gelaten. Want een terugkeer naar het voetbal? “Uitgeslote­n. Voor eeuwig en altijd. Ik sponsor geen halve euro meer. Nu niet, nooit niet.”

“Ik ben veel te goedgelovi­g geweest. Ik was een bleuke en ik kwam in een slangenwer­eld terecht. De haaien in het voetbal. Waar het alleen maar over grof geld verdienen gaat. Al het slechte in de mens komt in het voetbal samen.” “Het huidige voetbal is saaie koek geworden. Je hebt net mensen nodig met rare, speelse, visionaire ideeën. Trouwens: er wàs een positieve vibe toen. Den beer leefde weer.” “Ik zei mijn gedacht. Daarom moest Beerschot kapot. Probleem is dat je in het voetbal moet meeheulen met die onnozelaar­s die het voor het zeggen hebben.” Patrick Vanoppen

 ?? FOTO DIRK VERTOMMEN ??
FOTO DIRK VERTOMMEN
 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium