Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Virologen ongerust: opnieuw stijging besmettingsgraad
Sp.a maakt nieuwe berekening op basis van cijfers van welzijnsminister Beke
Net nu er versoepelingen aankomen, blijkt dat elke besmette patiënt opnieuw meer anderen aansteekt. Elke tien met het virus besmette patiënten steken momenteel acht anderen aan, blijkt uit data van Sciensano. Vorige week waren dat er nog maar zes. Kleine schommelingen van dit zogenaamde reproductiegetal zijn op zich niet verontrustend, zeggen experts. Ook was het te verwachten dat het cijfer zou stijgen na de eerste versoepelingen. “Maar als die stijging van 0,6 naar 0,8 zich zou doorzetten, dan is het wel zorgwekkend”, zegt professor biostatistiek Geert Molenberghs (UHasselt en KU Leuven). “Geen enkele van de bijkomende versoepelingen zal dat getal verlagen en we hadden al niet veel speelruimte.”
Bovendien zijn in de laatste cijfers de recentste versoepelingen – de vierpersonenregel en de opening van alle winkels – nog niet of amper te zien. “Vandaar de bezorgdheid bij virologen dat we vrij snel aan het lossen zijn”, zegt viroloog Steven Van Gucht.
De drie weken tussen maandag en 8 juni worden gebruikt om de impact van alle versoepelingen te kunnen waarnemen. De experts blijven waarschuwen. “Het gevoel heerst dat de politici de kleine speelruimte meer dan maximaal ingevuld hebben”, zegt Molenberghs. “We houden dus ons hart vast.”
Van alle coronaoverlijdens vindt de helft in een woon-zorgcentrum plaats. Maar er zijn ook rusthuisbewoners die in het ziekenhuis overlijden. Oppositiepartij sp.a heeft nu een berekening gemaakt van het totale aantal, op basis van cijfers van welzijnsminister Wouter Beke (CD&V). Zij komt zo tot een hoger aantal: 70 procent van alle overleden coronapatiënten zijn rusthuisbewoners.
“Dit stelt nog scherper hoe zwaar de woon-zorgcentra zijn getroffen”, zegt Vlaams Parlementslid Hannes Anaf (sp.a). “Het wordt steeds duidelijker dat zij echt in de frontlinie staan.” De studiedienst van zijn partij heeft berekend hoeveel rusthuisbewoners tot nog toe zijn overleden aan het coronavirus. Zij komt aan een totaal van 69,8 procent.
Dat is een pak meer dan we gewoon zijn. Tot nog was de verdeling: ruim de helft is overleden in een rusthuis en een kleine helft in een ziekenhuis. “Maar daarbij is geen rekening gehouden met de rusthuisbewoners die naar het ziekenhuis zijn overgebracht en daar overlijden”, aldus Anaf.
“Als we die erbij tellen, komen we aan 3.092 overleden rusthuisbewoners, in plaats van de gerapporteerde 2.472 in de woon-zorgcentra. Op een totaal van 4.425 overlijdens is dat zeven op de tien.”
Enorm overwicht 75-plussers
Sp.a baseert zich hiervoor op gegevens die minister Beke zelf in het parlement heeft gegeven. “Hij heeft aangegeven hoe hoog de oversterfte is van rusthuisbewoners in het ziekenhuis. Tegelijk weten we dat er 1.382 bewoners vanuit een woon-zorgcentrum naar het ziekenhuis zijn overgebracht. Statistisch gezien betekent het dat er 620 van hen in het ziekenhuis zijn overleden.”
Deze verdeling ligt in lijn met het massale overwicht van 75-plussers in de overlijdensstatistieken. Maar volgens het kabinet-Beke geeft dit een vertekend beeld omdat er in de statistieken te veel overlijdens zijn opgenomen waarvan niet zeker is dat ze corona-gerelateerd zijn. Het kabinet gaat uit van de oversterfte om het aantal overlijdens te tellen. Dat is het verschil tussen het aantal overlijdens tijdens de coronacrisis tegenover het gemiddeld aantal overlijdens in dezelfde periode de voorbije jaren. Dat is een pak lager dan wat sp.a zegt.
Maar Anaf blijft bij zijn cijfers. “Minister Beke probeert al de hele tijd de cijfers plat te nuanceren”, zegt hij. “Deze berekening toont aan hoe zwaar de woon-zorgcentra echt zijn getroffen. Hieruit moeten lessen worden getrokken. Eens de crisis voorbij is, moeten we nagaan wat er goed is gelopen en wat er is fout gegaan. Dat kan via een onderzoekscommissie, zoals sommigen voorstellen, maar evengoed op een andere manier. Zolang het ernstig gebeurt.”
Hannes Anaf
Vlaams Parlementslid
“Het wordt steeds duidelijker dat de woon-zorgcentra echt in de frontlinie staan.”