Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hartenkreet tegen de eenzaamheid
Er verschenen de voorbije weken artikels waarin professoren en psychologen erop wezen dat de lockdown vooral begon te wegen bij alleenstaanden en mensen die alleen in hun appartementje wonen. Er volgden getuigenissen van mensen die enorm te lijden hebben onder het gebrek aan fysiek contact. Dat hoeft niet noodzakelijk seks te zijn: een knuffel, een schouderklopje of zelfs een eenvoudige high five worden eveneens gemist. Als de coronacrisis een ding beklemtoont, is het dat elkaar aanraken tot onze basisbehoeftes behoort. Het gemis ervan versterkt het gevoel van eenzaamheid.
Cijfers uit 2014 geven aan dat 7% van de Vlamingen zich ‘meestal tot altijd’ eenzaam voelt. Het lijdt geen twijfel dat dat percentage sinds de lockdown aanzienlijk is toegenomen. Zelfs nu de maatregelen gelost worden en de regel van vier een beetje meer ruimte geeft, blijven velen angstig thuis. Er zijn nummers zat over eenzaamheid en alleen zijn, het is dan ook een populair thema in de popmuziek. Maar niemand wist het gevoel zo perfect te vatten als Al Green, die met Tired of Being Alone in 1971 zijn grote doorbraak beleefde. Green had vijf jaar eerder in Michigan met een paar vrienden The Creations opgericht, een band waarmee ze door het chitlin’ circuit van de zuidelijke staten tourden. Dat waren zalen waar vooral zwarte Amerikanen naartoe gingen. Hij groeide in een mum van tijd uit tot een publiekslieveling. Het duurde dan ook niet lang voor het gezelschap zich omdoopte tot Al Green And The Soul Mates. Ruimer succes bleef evenwel uit, niet in de laatste plaats omdat het de band niet lukte om onder de schaduw van zijn invloeden (Jackie Wilson, James Brown, Wilson Pickett en Sam Cooke) uit te komen.
De kentering volgt wanneer Green Willie Mitchell ontmoet, zelf een voormalige bandleider die intussen was opgeklommen tot platenbaas en producer. Green is de wanhoop nabij en heeft er zich op dat moment al bij neergelegd dat voor hem geen leven in de schijnwerpers is weggelegd. Mitchell overtuigt hem ervan om zijn eigen stijl te volgen, eerder dan die van anderen te imiteren. Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan, maar met een paar covers lukt het alvast om de fenomenale soulstem van Green in de kijker te zetten. Green schrijft op dat moment ook al eigen nummers, maar daar heeft Mitchell geen boodschap aan. In eerste instantie ziet de producer zijn gelijk bewezen: met een eigen versie van een oude Temptations-classic klimt zijn poulain naar de eerste plaats in de Amerikaanse soul charts. Green blijft evenwel voet bij stuk houden. Vooral omdat hij in zijn kladschrift een nummer heeft teruggevonden dat hij drie jaar eerder al schreef in een hotelkamer na een concert in Detroit. “Ik heb dagen aan een stuk met dat nummer lopen leuren, maar Willie wilde er niet van weten. Pas nadat er nog tijd voor opnames over was, mocht ik het proberen.”
Gouden singles
Het nummer dat op de tape terechtkomt –
Tired of Being Alone – is een hartenkreet. Door de tranen heen bezingt Green zijn eenzaamheid: “I’m so tired of being alone. I’m so tired of on my own. Won’t you help me, girl. Just as soon as you can.” De boodschap komt binnen. Het nummer wordt op single uitgebracht en betekent zijn internationale doorbraak. Het wordt de eerste van zeven opeenvolgende gouden singles. De creatieve tandem levert classic na classic af: Mitchell zorgt voor een gesofisticeerd, gestroomlijnd geluid met veel ruimte voor bas. Daarover zingt Green met de intensiteit van een gospelzanger. Zijn rauwe stem klimt moeiteloos naar het hoogste falset. Het zorgt voor een reeks sensuele platen die populair blijven in de slaapkamer.
Eigen kerk
Al Green wordt naast Marvin Gaye en Stevie Wonder een van de grootste soulsterren uit de jaren zeventig, met onverwoestbare hits als Let’s Stay Together en Take Me To
The River wint hij twee keer een Grammy. Het leven van de zanger verandert evenwel drastisch wanneer zijn vriendin Mary Woodson in een opwelling van jaloezie kokende maispap over hem heen gooit en vervolgens voor zijn ogen zelfmoord pleegt. Green loopt tweedegraads brandwonden op aan zijn rug, armen en buik. Hij ziet het als een signaal van God om zijn leven over een andere boeg te gooien: op het hoogtepunt van de roem keert Green de popmuziek de rug toe. Hij richt zijn eigen kerk op. Hij wordt dominee in het Full Gospel Tabernacle in Memphis, op een steenworp van Elvis Presley’s Graceland. Hij blijft wel zingen, maar neemt alleen nog religieus geïnspireerde gospelplaten op. Ook daarmee verzamelt Green in die categorie overigens nog een karrenvracht Grammy’s.
Het is Eurythmics-zangeres Annie Lennox die hem twaalf jaar later in 1988 terug richting popmuziek trekt met Put A Little
Love In Your Heart, een nummer dat ze opnemen voor de soundtrack van de komische film Scrooged. Het duet wordt een wereldhit. Er volgt nog een gastrol op een plaat van topproducer Arthur Baker – The
Message Is Love, opnieuw een megasucces –, maar uiteindelijk duurt het tot 2003 voor hij opnieuw een popplaat maakt. Op het toepasselijk getitelde I Can’t Stop werkt Al Green opnieuw samen met zijn oude mentor Willie Mitchell. De reacties zijn laaiend enthousiast. Hij blijkt in tussentijd zelf een nieuwe generatie artiesten geïnspireerd te hebben. Succesvolle muzikanten als The Roots, John Legend, Corinne Bailey Rae en Anthony Hamilton staan in de rij om met hem de studio in te duiken. Zo introduceren ze hun grote soulheld weer bij een nieuw, nog jonger publiek. Sowieso spreken de songs van Al Green tot de verbeelding van collega-artiesten. De comeback van Tina Turner in de vroege jaren tachtig begint bijvoorbeeld met een bewerking van zijn Let’s Stay Together. Nadien boeken uiteenlopende acts als Maroon 5, Boz Scaggs, Willie Nelson, Living Colour, Bryan Ferry en Talking Heads successen met zijn songs.
Tired of Being Alone wordt een jaar na de originele versie van Al Green opnieuw een hit voor Tom Jones en in 1992 klimt de Schotse band Texas er nog een keer de hitparade mee in. Vorig jaar dook het nummer nog op in de Netflix-reeks Sex Education.
Na de dood van zijn vriendin Woodson hertrouwt Al Green met Shirley Kyles, een achtergrondzangeres is zijn kerkkoor. Het wordt een gewelddadig huwelijk waarbij ze elkaar meermaals voor de rechtbank slepen wegens huiselijk geweld. Na vijf jaar gaan ze definitief uit elkaar, maar niet voordat Green gedwongen wordt om meer dan 400.000 euro alimentatie op te hoesten. Pas in de jaren negentig stapt hij, dit keer in alle discretie, opnieuw in het huwelijksbootje. Met zes kinderen en een resem kleinkinderen heeft de intussen 74-jarige Al Green het vandaag te druk om vaak alleen te zijn, wellicht is dat de reden waarom er sinds 2008 geen nieuw werk meer verschenen is.