Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ontmaskerd door een slordigheidje
FBI-agent onthult per ongeluk mogelijke link tussen terroristen 9/11 en Saudische overheid
Al sinds de dag van de aanslagen van 9/11 zoeken de Amerikaanse veiligheidsdiensten naar de Third
man, een contactpersoon die de terroristen linkt aan de Saudische overheid. Maar al even lang wordt dat onderzoek tegengewerkt, zelfs door Bush en Obama. Door een flater van een FBI-agent lijkt de ‘derde man’ nu toch ontmaskerd. Het zou gaan om Musaed Ahmed al-Jarrah, een Saudische diplomaat die in 1999 en 2000 in Washington werkte.
Bij de herdenking van de aanslagen op de Twin Towers nodigden president Trump en first lady Melania vorig jaar een aantal nabestaanden van de slachtoffers uit in het Witte Huis. De families die ze ontvingen zijn al sinds 2018 aan het procederen om de betrokkenheid van Saudi-Arabië bij de aanslagen aan te tonen en een schadevergoeding te krijgen. Ze smeekten de president om hen te helpen een aantal FBI-documenten in handen te krijgen over de speurtocht naar de
(de ‘derde man’), die de connectie zou zijn tussen de vliegtuigkapers en de Saudische overheid. Om Trump makkelijker te laten toehappen, maakten ze duidelijk dat twee van zijn aartsvijanden er wat mee te maken hadden: de door Trump ontslagen FBIdirecteur James Comey en Robert Mueller, de speciale aanklager die de betrokkenheid van Rusland in de verkiezing van Trump onderzocht.
De truc leek te werken. “Hé, Melania”, zei Trump, “hetzelfde uitschot dat zich tegen mij gekeerd heeft, vecht nu ook tegen de slachtoffers van 9/11.
Third man
Het komt in orde, jongens.” Eindelijk een president die de nabestaanden wilde helpen. Want zowel George Bush als Barack Obama hadden altijd met een wijde boog rond de mogelijke betrokkenheid van de Saudi’s gelopen.
Mislukte censuur
Groot was de ontgoocheling bij de families toen ze een dag later alleen een naam kregen van justitieminister William Barr. Onder de dwingende voorwaarde dat die niet bekendgemaakt mocht worden. Het dossier waarnaar ze hadden gevraagd, zouden ze niet krijgen. “Staatsgeheim”, klonk het. Om zeker te zijn dat de families
de naam nooit openbaar zouden maken, stapten zowel het ministerie van Justitie als het National Intelligence Agency, de Amerikaanse geheime dienst, naar de federale rechter. Het FBIdossier werd aan de rechtbank gegeven ter inzage, om het voorgoed als staatsgeheim te laten klasseren.
Maar daar liep het mis. De FBIagent die het dossier indiende, moest de naam van de Saudische diplomaat in het document onleesbaar maken. Maar dat was hij op één plaats vergeten. Zo kwam de naam van Musaed Ahmed AlJarrah plots toch naar buiten. Dat de FBI de naam geheim wilde houden, is volgens de advocaat van de families hét bewijs dat het bureau er al lang van uitgaat dat er een derde man, de Third man, in het spel was, die de connectie vormde tussen de kapers – bijna allemaal Saudi’s – en de Saudische overheid. De Amerikaanse autoriteiten en de presidenten Bush, Obama en Trump, zouden die “bewijzen” altijd hebben proberen weg te moffelen.
Contact met radicalen
Musaed Ahmed al-Jarrah is overigens geen onbelangrijke persoon. Hij was in de jaren 1999 en 2000 als ambtenaar van Buitenlandse Zaken gedetacheerd naar de ambassade in Washington. Daar was hij bevoegd voor het werk van het ministerie van Islamitische Zaken in Amerikaanse moskeeën en islamitische centra. Dat ministerie heeft als hoofdopdracht van de strenge Saudische vorm van de islam de enige wereldreligie te maken. Al-Jarrah stond toen in nauw contact met Fahad al-Thumairy, een radicale Saudische geestelijke, en met Omar al-Bayoumi, een Saudische agent. Die twee werden eerder al door de FBI verdacht van actieve betrokkenheid bij de aanslagen op basis van meerdere getuigenissen. Zo zou Al-Bayoumi twee kapers geholpen hebben die hun vliegtuig lieten crashen op het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie. Al-Thumairy en Al-Bayoumi zouden gestuurd en gesteund zijn door de Third man.
In 2003 werd Al-Thumairy officieel op een lijst gezet van personen verdacht van steun aan terrorisme. Zijn visum werd ingetrokken. Toen hij dat jaar via Los Angeles het land weer probeerde binnen te komen, werd hij opgepakt en teruggestuurd. De FBI, die hem wat graag had willen spreken, werd pas dagen later ingelicht. Al-Thumairy en Al-Bayoumi werden later in Saudi-Arabië ondervraagd door de
Saudische geheime dienst. Ze ontkenden alles, zelfs dat ze elkaar kenden. Nochtans bewijzen telefoontaps het tegendeel.
Twee groepen
Binnen de FBI ontstond na verloop van tijd tweespalt. Aan de ene kant was er een groep die vond dat het grote aantal indirecte bewijsstukken geen toeval kon zijn. Aan de andere kant stond de traditionele lijn, die vond dat er zonder bewijs geen zaak is. Enkele FBI-agenten van de eerste strekking hebben zich bij de families van de nabestaanden aangesloten om de waarheid aan het licht te laten komen.
Die families geloven na deze ontwikkelingen in elk geval niet meer dat Musaed Ahmed Al-Jarrah niet wist van de plannen van zijn contacten. Anders hadden de Amerikaanse autoriteiten er geen topprioriteit van gemaakt om hem tot staatsgeheim te bombarderen, zo luidt de redenering. Het versterkt alleen hun geloof dat er de Amerikaanse overheid er alles aan doet om de waarheid over de rol van de Saudi’s niet aan het licht te laten komen.