Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Remco Evenepoel kijkt uit naar Giro in oktober

Vicewereld­kampioen tijdrijden had nu op weg kunnen zijn om jongste Girowinnaa­r ooit te worden, maar zit gewoon thuis

- JAN-PIETER DE VLIEGER

Denk corona even weg en beeld je in hoe de Giro nu had kunnen zijn: Remco Evenepoel in de roze trui, op een roze fiets, een eind op weg om de jongste Girowinnaa­r aller tijden te worden. Dan maar in oktober, denkt hij zelf. “Drie weken koersen voor de eindzege. Ik wil weten hoe dat voelt.”

Vrijdag is rustdag en zo maakte Remco Evenepoel gisteren uitgebreid tijd voor een interview. ’s Ochtends had hij toch alweer anderhalf uur nuchter getraind, maar “gewoon, niet te zot, op het vlakke, weinig spanning op de benen”. Voor de rest is het een dag zoals alle andere rustdagen. “Fifa spelen, fiets kuisen, benen scheren, naar de winkel gaan en uitrusten op de bank. De zeven seizoenen van

Sons of Anarchy heb ik ondertusse­n uitgekeken. Nu ga ik aan The Last Dance beginnen.”

Overvalt je op zo’n ‘luie’ dag vaak de gedachte: normaal was ik nu de Giro aan het rijden?

“Niet meer. De klik is gemaakt: de focus ligt nu op 3 oktober, de nieuwe startdatum. Maar ik mis de competitie enorm hard. De voorbije weken had ik normaal mijn eerste grote doelen van het seizoen gehad. In Luik en in de Giro wilde ik mijn beste niveau halen. Dat valt nu allemaal weg en dat doet pijn. Als sportman is het niet simpel om je daar zomaar over te zetten. Ik hoop dat we de sfeer en adrenaline van de wedstrijde­n snel terugvinde­n.”

Zout in de wonde, maar Patrick Lefevere denkt dat je nu – na één week Giro – de witte jongerentr­ui of de roze trui had gedragen.

“Het had ook gewoon het wit en blauw van de ploeg kunnen zijn, hoor (lacht). Maar het is geen geheim dat ik in de openingsti­jdrit in Boedapest zo snel mogelijk wilde gaan. Om meteen zo veel mogelijk voorsprong te nemen op de andere klassement­srenners. In het beste geval had dat de roze trui opgeleverd. Het was mooi geweest. Hopelijk krijg ik een herkansing.”

Dat is de vraag: de start in Hongarije valt weg. Het is niet zeker of de Giro straks opnieuw met een tijdrit begint.

“Als ze er gewoon de eerste drie dagen in Hongarije afknippen, dan starten we nu op Sicilië. Geen idee of dat ook met een tijdrit zal zijn. De ploeg is aan het informeren. Het is ook niet zo dat roze alleen kan als we beginnen met een tijdrit. In een grote ronde heb je drie weken om aan je achterstan­d te knabbelen.”

Was het een evidente keuze om ook met de hernieuwde kalender voor de Giro te gaan? Je mist zo bijvoorbee­ld Luik - Bastenaken - Luik.

“Dat klopt. En Luik zal ik missen met pijn in het hart. De Wanne, de Stockeu, La Redoute, Roche aux Faucons, ook op training zijn het mijn favoriete hellingen. Maar binnen de ploeg ging iedereen snel akkoord dat de Giro de beste keuze was. Een grote ronde is op dit moment belangrijk voor mijn ontwikkeli­ng. Drie weken koersen om mee te doen voor de eindzege. Ik wil weten wat dat is en hoe dat voelt. Voor de komende jaren is dat belangrijk. Helaas moet ik daarvoor een klassieker links laten liggen.”

Er verschuift wel nog van alles op de kalender. Het BK vindt nu plaats op 22 september.

“Dat heb ik ook net gehoord. Om eerlijk te zijn: ik vind het vrij belachelij­k. Hou het dan eind augustus, vlak voor de Tour, of zo. Al snap ik ook wel dat er in België een verbod op massa-evenemente­n tot 1 september is. Ik ben er wel mee begaan, want het is een BK dat mij moet liggen: de lokale ronde in Anzegem is vrij zwaar. Maar om dat nu op een dinsdag te leggen tijdens het WK? Raar om die kampioensc­happen te laten samenvalle­n. Om niet te zeggen een schande voor het WK. Wellicht weten we op dit moment nog niet alles en zal ook het WK nog een nieuwe datum krijgen. Hopelijk niet in oktober, want dan heb ik een nieuw probleem. (cynisch) Misschien zullen ze het WK straks naar kerstdag verschuive­n. Als dat zo is, dan zal ik mij daarnaar schikken, maar ik hoop dat het dan geen WK op skilatten zal zijn.”

Ook de locatie van het WK zou veranderen: niet Aigle-Martigny, maar wel Qatar. Over skilatten hoef je je daar al geen zorgen te maken.

“Juist, maar ik zou het superjamme­r vinden als het Qatar wordt. Het parcours in Zwitserlan­d is heel mooi. Een zeldzame kans voor klimmers of ronderenne­rs. Voor mij was het ook altijd een van mijn grote doelen geweest. Mocht het niet kunnen doorgaan in Zwitserlan­d, dan hoop ik dat ze er een van de volgende jaren op zijn minst terugkomen. In Qatar zal het sowieso een biljartvla­k parcours zijn.”

Daarin zal je van weinig waarde zijn voor het team, meent Patrick Lefevere. Hij denkt dat ze je in Qatar “van een kameel zullen moeten plukken” als het peloton in waaiers gaat.

(lacht) “Voorlopig moet ik hem gelijk geven. Ik heb twee keer in een koers gezeten met waaiers. Dit jaar in Argentinië en vorig jaar in de UAE Tour. Twee keer heb ik de eerste waaier gemist. In UAE had ik een verzachten­de omstandigh­eid: er was vooraf een grote valpartij. Maar in Argentinië zaten we allemaal perfect vooraan. Ik zat vast in een bolletje op links en iedereen begon naar rechts te schuiven. Voor ik het wist was het gescheurd. De conclusie is simpel: twee keer waaiers en twee keer gebuisd. Als het WK in Qatar doorgaat, betekent dat voor mij focussen op de tijdrit. Daarin maakt Qatar of Martigny niet veel uit: temperatuu­r speelt geen rol voor mij. Ik presteer even goed in vijf graden als in 35 graden.”

Jij hoeft in het tijdrijden geen olympische selectie meer af te dwingen. Veel van je collega’s moeten dat wel nog doen. Wie is voor jou de juiste kandidaat voor het tweede olympische ticket?

“Dat is een moeilijke. De tijdrijder­s moeten sowieso ook starten in de wegrit. Als je dat bovenaan zet, kom je misschien uit bij De Plus, van wie iedereen weet dat hij een van de beste ‘knecht-klimmers’ in het peloton is. Als je naar de echte tijdritpro­fielen kijkt, gaat het tussen De Gendt, Campenaert­s en Van Aert. Voor het evenwicht van de selectie zou ik voor Thomas of Wout gaan. Een van die twee. Het is gelukkig niet aan mij om die keuze te maken. Ik ben blij dat ik me geen zorgen hoef te maken over die olympische selectie. Bij die gasten moet het geregeld toch eens door hun hoofd spoken:

Shit, ik heb maar 33,333… procent kans om naar Tokio te gaan.”

Thomas De Gendt presteerde voorlopig het beste op de hometraine­r in

Hij zei – als grap – dat hij zo zijn selectie had verdiend.

De Container Cup.

(lacht) “Dat heb ik gezien, ja. Hij presteerde daar supersterk. Niet zo verrassend natuurlijk: een hometraine­r gaat over absolute vermogens en Thomas is daarin een monster. Dat heeft hij al genoeg getoond. Maar Wout moet natuurlijk nog in de container passeren.”

Jij staat bij het fietsen op de vijfde plaats. Is dat goed genoeg?

“Awel, ik heb het daar over gehad met commentato­r Wesley Sonck. Op Instagram hebben we een paar berichten uitgewisse­ld. Hij stuurde dat ik het mooi had gedaan, maar ik heb hem uitgelegd dat het in het wielrennen vooral om watts per kilo

gram lichaamsge­wicht gaat. Op een hometraine­r speelt gewicht niet mee. Ook de houding is anders. Op een wegfiets is die voor elke renner tot op de millimeter geoptimali­seerd. Op een hometraine­r zitten wij in een positie die we helemaal niet gewoon zijn, waarin we niet optimaal kracht kunnen zetten en die ook een beetje pijn doet.” (lacht)

Dat zal allemaal kloppen, maar het blijft raar dat roeier Tim Brys en schaatser Bart Swings beter scoren dan coureurs.

“Naar roeier Tim heb ik met open mond zitten kijken. Ik kon dat bijna niet geloven. Hij vertelde dat roeiers enorm kunnen afzien en daarin kan ik hem alleen maar gelijk geven. Roeien lijkt me toch echt een ondergewaa­rdeerde sport. Van Bart was ik veel minder verrast. Ik volg zijn sociale media tamelijk goed en daar had ik al gezien dat die gasten buiten het schaatssei­zoen vaak op de fiets zitten. Ze gebruiken in hun sport ook veel dezelfde spieren als wielrenner­s. Drie kilometer is ook een schaatsafs­tand. Los daarvan: finishen in drie minuten en 55 seconden, chapeau.”

Mochten we meer van je verwachten op de loopproef? Jij liep op je zestiende al een halve marathon in één uur en zestien minuten.

“Ik zal het uitleggen. Eén: ik ben naar De Container Cup gegaan nadat ik een week niet had getraind. Dat had ik beter wel gedaan. En het was ook superlang geleden dat ik nog gelopen had, dat doe ik nu veel minder vaak dan vroeger. Ik begon op een goed tempo te lopen, maar voelde kleine steekjes in mijn adductoren. Ik had schrik om iets te scheuren. Mocht ik een tweede zit kunnen doen, dan zou ik nu sneller beginnen: meteen aan negentien of twintig per uur. Ik weet dat ik dat kan volhouden. Winnen zal er voor mij nooit inzitten in De Container Cup: ik heb nog nooit gegolfd en heb veel te weinig vlees aan mijn armen om ver te raken bij de monkeybars of de benchpress. En bij het roeien was ik na twintig seconden al verzuurd.” (lacht)

Met permissie: ook in de koers op de rollen blonk je niet uit. Zowel in de virtuele Ronde van Vlaanderen als in de Ronde van Zwitserlan­d finishte je anoniem. Maar dat zou eerder aan de rollen liggen dan aan de renner?

“Klopt. Na de Ronde van Vlaanderen hebben we met de coaches wat research gedaan, om een groot woord te gebruiken. De renners op de eerste vier plaatsen in de Ronde van Vlaanderen – Van Avermaet, Naesen, Roche en De Gendt – reden allemaal op hetzelfde merk van rollen, Elite. Die zijn niet beter dan de rollen die wij gebruiken in de ploeg, maar je scoort er virtueel blijkbaar wel beter mee. Greg reed in de Ronde van Vlaanderen direct twee minuten weg van mij. Raar, want ik trapte – net zoals in de Swiss Digital Five – mijn beste wattages van het seizoen. Normaal zou ik dan altijd mee vooraan zitten, nu werd ik eraf gereden.”

Jij ziet geen grote toekomst voor het wielrennen als e-sport?

“Misschien wel. In de officiële Zwiftcompe­tities zitten alle deelnemers op dezelfde soort rollen. Het merk wordt dan afgeplakt. Vooraf wordt iedereen ook officieel gewogen. Dat maakt het al een stuk eerlijker. In de Digital Swiss Five reed Pierre Latour op het vlakke een hele tijd zeven of acht watt per kilo. In zo’n officiële competitie kan dat niet. Die digitale races waren leuk om te doen. Ik heb nog aanvragen gekregen, maar voorlopig bedank ik vriendelij­k.”

Al een geluk dat je vanaf maandag opnieuw in groep buiten mag fietsen. Betekent dat – samen met de nieuwe kalender – dat er nu ook weer meer structuur komt in je trainingen?

“Ja, helemaal. Ik zit nu alweer in de standaardf­ormule die veel renners volgen: drie dagen trainen, een dag rust.”

Geen zotte toeren meer, zoals vijftig keer de Muur op?

“Dat was gewoon een challenge die ik voor mezelf had gesteld. Vijftig keer in dezelfde tijd ook, en dat is gelukt. De voorbije weken deed ik mijn toertje met Siebe Roesems, de zoon van oud-prof Bert Roesems. Hij woont vlakbij en dan deden we een lusje van vier, vijf uur samen. Nu heb ik opnieuw themadagen, met veel specifiek werk op de tijdritfie­ts. Die trainingen doen pijn, maar ik voel er doorgaans snel het effect van. Sowieso sta ik nu al redelijk scherp. Misschien anderhalve kilo boven mijn gewicht, maar zeker zo scherp als in de winter. Ik zit perfect op schema.”

Je postte deze week een trainingsf­oto op Instagram: het monument van Eddy Merckx op de Stockeu. Heb je meegekrege­n dat Merckx zich onlangs eerder kritisch over jou uitliet?

“Neen, dat weet ik niet.”

Hij zei: “Evenepoel lijkt soms te denken dat hij er al is, maar hij moet nog veel boterhamme­n eten.”

“Daar ben ik ook mee bezig. Hele broden tegelijk eet ik. (lacht) Maar Eddy Merckx heeft het recht om iemand op zijn plaats te zetten. Kijk naar zijn carrière, daar is niks tussen te krijgen of aan toe te voegen. Ik ga mij er niet druk in maken. Ik weet dat ik goed bezig ben, de ploeg is tevreden met wat ik tot nog toe heb gepresteer­d. Dat is het belangrijk­ste.”

Om af te ronden: we zien maandag op Sporza jouw favoriete aflevering van Belga Sport. Waarom koos je voor Pär Zetterberg?

“Er waren een paar Anderlecht­opties: Anderlecht - Bremen uit 1993 of de aflevering over Ludo Coeck. Maar dat is allemaal van voor mijn tijd. Als jonge gast bij Anderlecht vond ik Zetterberg een magische speler. Toen ik wereldkamp­ioen werd bij de juniores, mocht ik samen met hem de aftrap gegeven. Dat was een jeugddroom die in vervulling ging. Een pass geven in het Constant Vanden Stockstadi­on. En dan nog naar Zetterberg...”

“Die digitale koersen waren leuk om te doen. Ik heb nog aanvragen gekregen, maar voorlopig bedank ik vriendelij­k.” “Dat ik volgens Eddy Merckx nog veel boterhamme­n moet eten? Daar ben ik mee bezig. Ik eet hele broden tegelijk.” Remco Evenepoel

 ?? FOTO ??
FOTO
 ??  ??
 ?? FOTO RR ??
FOTO RR

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium