Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Sympathie voor (de muziek van) de duivel
Kalmthoutenaar stelt muzikale roadtrip door diepe zuiden van VS te boek
DES DUIVELS? NAAR DE ROOTS VAN DE POPULAIRE MUZIEK MAARTEN SCHUERMANS | EPO | 260P
Maarten Schuermans (44) heeft zijn jongensdroom waargemaakt. Samen met gitarist Bjorn Eriksson en collega-muzikant Alain Rylant trok hij drie weken door het diepe zuiden van de VS. In Des
duivels? doet de Kalmthoutenaar het relaas van zijn bedevaart langs plekken waar een eeuw geleden blues, folk, jazz en country ontkiemden.
Des duivels? leest als een prikkelend reisverslag van een enthousiaste muziekliefhebber die voor het eerst heilige grond betreedt. Auteur Maarten Schuermans is nochtans niet grootgebracht met de blues, bekent hij in zijn voorwoord. “Mijn ouders waren kinderen van de sixties. Bloemenkinderen van het brave soort. Geen joints, maar appelkersensap”, schetst hij.
The Rolling Stones wezen hem als tiener de weg naar de ‘muziek van de duivel’. Voor een schooltaak maakte Schuermans een werk over de blues en het gevangenisleven. “Terwijl mijn leeftijdgenoten in de jaren negentig naar grunge luisterden. Wat mij in die oude muziek aantrekt? De tristesse en de melancholie, hoewel ik absoluut geen neerslachtig persoon ben.” Met Des duivels? maakt de Kalmthoutenaar zijn literair debuut. Het boek is de ongeplande uitloper van de 3.000 kilometer lange roadtrip door de Deep South die hij heeft gemaakt met zijn buur, gitarist Bjorn Eriksson, en Alain Rylant, drummer in diens groep Eriksson Delcroix. “Tijdens die reis zijn we op zoek gegaan naar de bronnen van muziekgenres waarmee het allemaal is begonnen. Op mijn blog hield ik daarover een dagboek bij. Een uitgeverij was snel enthousiast om die stukken te bundelen en uit te brengen.”
Was het een jongensdroom om drie weken in een witte Chevrolet te cruisen door de bakermat van de blues, in het spoor van iconen als Bessie Smith, Robert Johnson, Lead Belly en Muddy Waters?
Ja, al was die droom met de jaren wat op de achtergrond geraakt. Door de voorstelling over platenlabel Paramount Records die ik in 2017 met Bjorn en zijn jazzcombo Les Blauw had gemaakt, kwam die weer bovendrijven. Toen hebben we plannen gesmeed om samen te gaan. De voorstelling zouden we normaal dit jaar hernemen, maar dat is nu uitgesteld tot 2021.
Je koesterde ongetwijfeld een romantisch beeld van de streek van voodoo, cajun,
swamps en bayous. Hoe ontnuchterend was de vaststelling dat niet alles op je route zo idyllisch oogde als je muzikale hart had gewild?
Teleurgesteld was ik zeker niet. Ik was erop voorbereid dat het waarschijnlijk allemaal niet zo mooi zou zijn als ik me had ingebeeld. Ik ging er ook van uit dat veel zou zijn verdwenen. De wereld van toen, de jaren twintig, bestaat natuurlijk niet meer. Toch hebben we veel onverhoopte dingen ontdekt die een serieuze indruk op mij hebben gemaakt, zoals ons verblijf in het Riverside Hotel.
Bij jullie passage in dat hotel in Clarksdale sta je in het boek uitgebreid stil. Bjorn vernoemde er het jongste album van Eriksson Delcroix naar. Wat maakt dat etablissement bijzonder?
Dat oude, aftandse hotel was vroeger een ziekenhuis waar in 1937 Bessie Smith, bijgenaamd Empress of the Blues, is overleden. Tal van andere blueslegendes, onder wie Muddy Waters, hebben in het hotel overnacht. In 1951 heeft Ike Turner er
Rocket 88 geschreven, een van de eerste rock-‘n-rollhits. Dat gebouwtje is nu helemaal onderkomen, maar het heeft dus een rijke geschiedenis. Dat je er ook nog eens kunt overnachten, maakt het voor de bluesliefhebber een must-see. De vergane glorie maakt het net authentieker; het armoedige van de blues zit in dat gebouw vervat. Het is puur en wordt niet toeristisch uitgebuit, zoals Graceland en Dollywood (ter ere van respectievelijk Elvis Presley en Dolly Parton, red.).
Naast de evidente muzieksteden Memphis, Nashville, New Orleans en Austin link je ook veel kleine plaatsjes onderweg aan muzikale feiten en personen. Wat is je het meest bijgebleven?
Vooral plekken zoals de Dockery Plantation (waar de Deltablues
zich kon ontwikkelen, red.) en het graf van Robert Johnson in Greenwood hebben een indruk nagelaten. Ontmoetingen met mensen waren er ook wel, maar minimaal. Een volgende keer zou ik graag meer van hun verhalen horen. De Blues Route langs de Mississippi is een populair traject dat veel toeristen volgen. Toch merk je bijvoorbeeld in Como, het dorpje van Mississippi Fred McDowell, dat inwoners verbaasd opkijken van Europeanen. Die hebben in die armoedige streek weinig te zoeken. Zelfs de Ground Zero Blues Club in Clarksdale, waarvan acteur Morgan Freeman medeeigenaar is, bleek weinig meer dan een houten barak; een bizarre juke joint met volgeschreven muren.
Praktisch alle hedendaagse muziek stamt af van wat begin twintigste eeuw in het zuiden van de VS weerklonk, stel je. “Zonder die muziek geen Netsky of Novastar”, schrijf je. Terloops leg je ook de muzikale roots van Beyoncé en Kanye West bloot. Wil je het historisch perspectief bij muziekliefhebbers wat uitdiepen?
Misschien wel, ja. Als ik muziek op de radio hoor, vraag ik me altijd af waar die is ontstaan. Met dit boek wil ik dat toch een beetje proberen te duiden. Voor de muziek van een willekeurige artiest teruggaan in de geschiedenis om te tonen waar die vandaan komt, dat vind ik een leuke denkoefening. De elektronische drum ’n bass die Netsky maakt, breng ik terug tot house en soul uit de jaren zeventig, die dan weer is voortgekomen uit gospel.
Ben je hier nu mee klaar, of smaakt dit naar meer?
Een vervolg komt er voorlopig niet. Wel hoop ik in het najaar of volgend jaar wat boekvoorstellingen te kunnen doen. Een van de komende weken verschijnt ook een vinylplaat met muziek uit de Paramountvoorstelling; op 10 inch, het formaat van de oude 78-toerenplaten. Daarvoor hebben we via crowdfunding geld bijeengehaald. Alle hoezen bedrukken we handmatig, waardoor het kostelijke maar knappe collector’s items worden. Daarnaast heb ik al zin om nog eens terug naar Amerika te gaan. Zo wil ik ginds zeker ooit op een zondagochtend een gospel-mis bijwonen. Dat was nog niet gelukt.
‘‘Inwoners van dorpjes in de Deep South kijken verbaasd op van Europeanen. Die hebben in die armoedige streek weinig te zoeken.’’
Maarten Schuermans