Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een tuin vol eten en leven
Zelf je groenten kweken, velen dromen ervan. En echt moeilijk is het niet. Als je op enkele basics let, heb je al snel een gezond tuintje waar je verbazend veel uit haalt. Misschien wel in de eerste plaats voldoening.
Moestuinieren zit al een aantal jaren in de lift, en de coronacrisis heeft het kweken van je eigen kostje een flinke boost gegeven. Tijdens de lockdown was werken in de tuin een erg populaire, veilige en deugddoende buitenbezigheid. Bovendien is het in onzekere tijden een geruststellende gedachte dat je tuin eigenlijk een extra provisiekast is, waar je een heleboel lekkers kunt oogsten zonder dat je ervoor de deur uit moet. “Door de crisis hebben we heel veel extra aanvragen voor een lidmaatschap gekregen”, zegt Jan Vannoppen, directeur van Velt (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren). “En ook onze Facebookgroep is sterk gegroeid.” HOE BEGIN JE ERAAN? HOE LEG JE ZELF EEN GEZONDE EN PRODUCTIEVE MOESTUIN AAN? Jan Vannoppen: “Zoek eerst een geschikte plek uit. Het mag geen moeras zijn, maar ook geen al te droge zandheuvel. En liefst een zonnige plek, met niet te veel schaduw. Begin met de grond die je hebt gekozen vrij te maken van begroeiing, steek hem los met een spitvork of riek, en hark hem fijn. Best niet spitten, want dan haal je eigenlijk de ondergrond naar boven en dat is niet de bedoeling. Ideaal is dat je eerst een bodemanalyse laat doen, maar daar is het nu wat laat voor, dat doe je het best in het najaar. Nu kun je nog wel de grond voeden. Bijvoorbeeld met Vlaco-compost, die je in de meeste containerparken kunt kopen, of met biologische bodemverbeteraar. Mijn favoriet is die op basis van kokosvezel. Op die manier wordt je grond luchtig en voeg je voedingsstoffen toe.” WAT ZIJN DE BESTE VUISTREGELS VOOR BEGINNERS? “Overschat jezelf niet en maak je tuin aanvankelijk niet te groot. Op twaalf vierkante meter kun je al heel wat telen, later kun je nog altijd uitbreiden. Breng structuur aan. Bijvoorbeeld zes bedden van 1,1 à 1,2 meter breed en met een pad van 30 à 50 centimeter ertussen. Eén bed voor elke groep groenten: aardappel, peul-, kool-, blad-, vrucht- en wortelgewassen. Op die manier kun je roteren, zodat je groenten telkens op een andere plek staan, vermijd je ziektes en onkruid en put je de grond niet uit. Kweek eerst gemakkelijke groenten zoals snijsla, radijzen, tuinkers, rode biet, warmoes, bonen, pastinaak, courgette of pompoen. En begin niet te vroeg, zodat je plantjes niet te lijden hebben van nachtvorst. Toom je ongeduld dus wat in: wachten, rustig kijken en genieten behoren ook tot de charmes van het tuinieren.” DE IJSHEILIGEN ZIJN NET VOORBIJ, DUS WE KUNNEN ERAAN BEGINNEN. WAAR VINDEN MOESTUINIERS IN SPE BEKNOPTE, NUTTIGE INFO OM HEN OP WEG TE HELPEN? “Op onze site vind je de ‘5 tips voor beginnende moestuiniers’ (www.velt.nu/nieuws/ 5-tips-voor-beginnende-moestuiniers. Je hebt ook heel wat Facebookgroepen, onder andere die van Velt, die zeer actief en leuk zijn. Mensen wisselen er continu handige tips uit, kunnen er terecht met vragen enzovoorts. Dan zijn er nog de vele lokale Veltgroepen waarbij je je kunt aansluiten. En je hebt ook de vereniging Tuinhier (www.tuinhier.be), die op hetzelfde terrein actief is.” GA IK VOOR ZADEN EN PLANTEN BEST NAAR HET TUINCENTRUM? EN WELKE ALTERNATIEVEN ZIJN ER NOG? “Ook in hoevewinkels waar ze groenten verkopen, kun je dikwijls plantjes kopen. En in tuiniersgroepen worden meestal intensief planten en zaden uitgewisseld. Er bestaan trouwens echte plantenruilbeurzen, en wij organiseren jaarlijks een zadenruilbeurs,maar dat kan nu natuurlijk even niet. Van een aantal groenten, zoals warmoes, pompoen, kool of tomaat, is het zaad overigens gemakkelijk te winnen. En met Velt organiseren we elk jaar een samenaankoop van zaden, maar dat is in het najaar.” IS IN DEZE ONZEKERE CORONATIJDEN DE KANS NIET GROOT DAT TUINIERS HUN PRODUCTIE WILLEN OPDRIJVEN MET KUNSTMEST EN PESTICIDEN? “Ik wil je toch tegenspreken: ik denk dat in deze tijden veel mensen juist veel bewuster omgaan met hun gezondheid. Sproeistoffen laten we beter over aan de boeren, die ze oordeelkundig weten te gebruiken. Kunstmest brengt een onevenwicht in de bodem, want het zijn eigenlijk zouten, die het bodemleven
verminderen. Terwijl we net het omgekeerde moeten doen: compost toevoegen aan de bodem, zodat hij rijker en luchtiger wordt en dus meer voeding bevat en water gemakkelijker opneemt. Met een gezonde bodem, het systeem van vruchtwisseling en aangepast plantgoed heb je die dure extra middelen helemaal niet nodig.” KAN IK EEN SIERTUIN MET EEN MOESTUIN COMBINEREN: ZIJN ER GROENTEN DIE IK GEWOON TUSSEN MIJN VASTE PLANTEN KAN KWEKEN? “Als je plaats vrij hebt en je sierplanten zijn niet te hoog, dan kun je daar gewoon groenten als sla, warmoes, peterselie, rode biet, boerenkool en dergelijke tussen zetten. Bepaalde groenten zijn ook doorlevend, en dan kom je bij de permacultuur terecht. ‘Perma’ van permanent, omdat je met vaste planten werkt. Dat is bijvoorbeeld het geval bij asperges, zwartmoeskervel, de koolsoort ‘eeuwig moes’, maar ook (bos)aardbei en struiken met kleinfruit. Zelfs woekeraars kunnen interessant zijn. Zevenblad heeft bijvoorbeeld een slechte reputatie, maar je kunt er wel lekkere soep van koken. En van daslook kun je pesto maken. Dat zijn planten die een vochtige grond nodig hebben. Op onze site vind je nog veel meer info over permacultuur en doorlevende gewassen.” “Daarnaast heb je natuurlijk ook nog eenjarigen die zichzelf uitzaaien en dus elk jaar weer terugkomen, zoals peterselie, warmoes, sla, winterpostelein. Op drogere stukken kun je kruiden tussen je sierplanten zetten. Zelfs gewoon het gebruikte bieslook-, tijm- of dragonplantje uit de supermarkt kun je vaak nog in je tuin zetten: met wat zorg doet die het weer.”