Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Nieuwe plaat voor Regi: “De klop van de zomerfestivals moet nog komen”
“Ik hoop echt dat er eens een jonge gast opstaat die zegt: vijftig toptiennoteringen in de Ultratop, dat wil ik ook!” Voorlopig blijft Regi de enige Vlaamse artiest die zo’n succes kan voorleggen en daar doet hij nu nog een nieuw album bovenop. Met dank aan Liefde voor Muziek en een dikke neus richting corona, het virus dat hij in snelheid wist te pakken.
Vergeet de tijd, zo heet het nieuwe album van Regi Penxten (44) en het lijkt wel alsof de Limburger dezer dagen inderdaad een beetje buiten de tijd leeft. “Ik zit nog altijd in die heerlijke bubbel van mijn nieuwe plaat”, zegt hij. “Dat is zo’n sneltrein geweest dat ik me nu amper realiseer dat ik deze zomer geen enkel festival heb. De klop moet nog komen. Wellicht zal pas midden juni mijn bubbel openspatten. Tegelijk ben ik niet het type om te kniezen. Je schiet er geen meter mee op.”
Dat Regi op een rollercoaster zit, is begrijpelijk: een wereldwijd virus ben je niet elke dag te snel af. “Het album was nét klaar toen het land in lockdown ging. Ik heb geluk gehad. Alle gastartiesten hadden hun ding gedaan, ik hoefde niemand nog persoonlijk te ontmoeten. Alleen het persen van de cd-schijfjes werd nog spannend. Maar zelfs die kreeg de fabriek gelukkig op tijd geleverd.”
Het is sinds Voices uit 2015 geleden dat je nog een album uitbracht. Had jij je niet voorgenomen je op singles te concentreren?
Regi Penxten: Ik loop al enkele jaren een mooi traject met twee succesvolle singles per jaar, maar ondertussen had ik ook zoveel nieuw materiaal geschreven dat het stilaan op een album begon te lijken. Bovenop die goede flow werd ik dan nog eens gevraagd voor Liefde voor Muziek. Toen viel eigenlijk alles op zijn plaats.
Waarom focuste je de voorbije jaren op singles?
In het verleden maakte ik de fout twee jaar van mijn leven aan een album te spenderen. In plaats van een album vol te maken, besloot ik mijn energie te steken in singles die zózeer op punt stonden dat ze nauwelijks nog fout konden lopen. Met Vergeet de tijd wijk ik daar trouwens niet van af. Dit album staat quasi vol singles waarvoor ik de lat heel hoog heb gelegd.
Met dank aan Liefde voor Muziek, dat goed was voor zes tracks.
We hebben met hart en ziel aan die nummers gewerkt en het programma is een onvergelijkbare ervaring. Dankzij Liefde voor Muziek staat er een monsterhit (Kom
wat dichterbij, red.) op de plaat. Altijd fijn om met een gigatrekker te kunnen uitpakken.
Kom wat dichterbij is je allereerste Nederlandstalige nummer. In de dancewereld is Engels toch de standaard?
Vijf, zes jaar geleden had ik in
Liefde voor Muziek alles in het Engels vertaald. Maar de tijdgeest is veranderd. Als Armin van Buuren, een van de grootste dj’s ter wereld, een Nederlandstalige plaat maakt, dan zal het wel cool zijn, zeker? Ik heb niet één negatieve commentaar gekregen op dat Nederlands. Dat wil wat zeggen met sociale media vol azijnpissers.
Je werkt met gastvocalisten. Hoe kies je hen?
Puur op basis van talent. I am a
sucker for vocals. Ik ben altijd op
zoek.
Dus zit je hele dagen naar The
Voice en #LikeMe te kijken?
Ik niet, dat doen mijn dochters.
(lacht) Echt waar, via Ellie Martha en Renée heb ik Camille ontdekt. Zij zijn grote fan van #LikeMe en op weg naar school staat steevast de muziek van de serie op in de auto. Daardoor ben ik ook zelf naar het programma beginnen te kijken en vrijwel meteen sprong voor mij Camille eruit. Natuurlijk heb ik ook een eigen muziekuitgeverij en zo kom ik ook wel aan goede zangers en zangeressen. Maar tegelijk: OT
(Olivia Trappeniers, red.) ontdekte ik via Instagram.
Een album met veel troeven, maar tegelijk: de hele boel ligt nu plat. En uitgerekend jouw muziek vraagt om de beleving van die handjes die in de lucht gaan. Kan dat een nadeel zijn voor het succes van je album?
Ik zit gelukkig in de slipstream
van Liefde voor Muziek. Ik maak me geen zorgen. Bovendien zitten veel mensen opgehokt thuis en kunnen ze wel wat opfleuring van hun dag gebruiken, denk ik. En voor wie beleving wil: ik heb net een show in het Sportpaleis aangekondigd voor 1 mei (zie kader).
Kom je daar niet wat vroeg mee? Geen mens die er nu over denkt naar een massa-event te gaan.
Ik ben een positivo en ook een tikkeltje tegendraads. Daarom kom ik uitgerekend nu met dat Sportpaleis. Er moet toch hoop zijn?
Je kan financieel wel tegen een stootje, maar hoe is dat voor veel van je collega-artiesten?
Voor velen is dit een zwarte periode. En heel eerlijk: er moet niet nog een tweede festivalzomer wegvallen, want dan is het ook voor mij niet grappig meer. Momenteel weiger ik evenwel te wanhopen. De muzieksector is veerkrachtig, op termijn recupereren we het verlies.
Mis je het publiek?
Absoluut, ik zit graag in de studio, maar voor mijn mentaal evenwicht heb ik het publiek nodig. Dat terwijl ik niet eens zo’n sociaal beest ben. Elke (Van Elderen, zijn vrouw, red.) en ik gaan maar weinig uit, zien weinig vrienden en zijn geen caféhangers. Een restaurantje doen we graag, maar die zijn nu natuurlijk gesloten. Maar eenzaam? Met twee kinde- ren? Nooit.
Je oudste dochter is 7, moet jij haar thuis lesgeven?
Helaas wel. Elke doet dat het vaakst, maar ik help. Ellie Martha is gelukkig een goede leerlinge, dus het loopt vrij vlot. Het grote probleem is haar aan het werk te krijgen. Een kind doet nu eenmaal liever iets anders.
Loop jij in deze coronatijden je vrouw niet te veel voor de voeten?
Elke zorgt fulltime voor de kinderen en ik ben natuurlijk vaker thuis. Ik moet dus iets beter mijn best doen. Wat achter me opruimen, vaker een handje toesteken. Ik kook trouwens bijna elke dag. En ik doe ook de afwas… machine. (lacht) Da’s ook werk! Met twee kinderen draait er meer dan eentje per dag.
Ga je thuis wel eens tevreden voor je muur vol gouden platen staan?
Ik ben best trots dat ik meer gouden platen heb dan haakjes in mijn muur. Ik ben niet het soort artiest dat daar meewarig over doet en beweert dat ze op zolder liggen. Ik heb er tenslotte hard voor gewerkt. Het leuke is ook dat ik een muur vol kan hangen met goud en platina van de jongste vijf jaar. Het zou zielig zijn alleen het verleden te koesteren. Een Regimuseum zou ik pijnlijk vinden.
Zie je al een opvolger voor jezelf?
Ik zie veel talent, maar iemand die Regi kan worden, nee. Maar die komt er zonder twijfel. Als zo’n jong geweld zich aandient, dan kan dat op mijn volle steun rekenen.