Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Sommige trainers zien het niet zitten”
Hockeyclub en voetbalclubs Olse en Olvac weer actief
In Edegem denken enkele grote sportclubs na het versoepelen van de maatregelen weer aan trainen. Voetbalclub Olvac staat het verst, want de spelertjes van de U10 kwamen maandag weer op het veld.
Met Royal Victory als grootste Belgische hockeyclub en voetbalclubs KSC Olve en Koninklijke Olvac die tot de grootste verenigingen van Voetbal Vlaanderen behoren, staan veel leden in Edegem en omgeving te trappelen om weer te sporten. Bij Olvac betraden de spelers van de U10, spelers van 9 en 10 jaar, meteen voor een anderhalf uur het veld.
Zelf kiezen
“We hebben op onze website de mogelijkheid gecreëerd voor onze trainers om een terrein of de helft van een terrein anderhalf uur te reserveren. Sommige trainers gaan hier op in, anderen zien het niet zitten om in deze situatie weer te voetballen. Bij iedere groep die komt voetballen, moet zeker één trainer aanwezig zijn en liefst nog een ouder ook. Iedereen heeft een handleiding ontvangen met richtlijnen, zoals een eigen bal meebrengen, maar geen drank om samen te gaan zitten. Vooral voor de oudere ploegen is dit belangrijk. Na een week zal dit systeem, dat normaal tot eind juni loopt, worden geëvalueerd”, legt voorzitter Stijn De Ranter uit.
Voor de eerste week hebben achttien van de veertig ploegen gereserveerd.
Circulatieplan
Bij KSC Olve wordt alles in gereedheid gebracht om volgende week maandag de bal weer te laten rollen. “In onze club zijn twee leden professioneel bezig als veiligheidsadviseur. We zijn met hen rond geweest in de club om een circulatieplan uit te tekenen en een wacht- en ontsmettingszone te voorzien”, geeft voorzitter Patrick Poth aan.
Ook hier moeten trainers online reserveren. “Er zal steeds een halfuur worden voorzien tussen twee groepen. Onze spelers staan echt te popelen om weer te trainen. Ook al is de competitie voor de jeugd gedaan, het is onze plicht om weer op te starten voor onze 650 leden.”
Bij hockeyclub Victory wordt ook aan een doorstart gewerkt. “We hebben 82 ploegen en we willen ze allemaal één uur per week toegang geven tot onze terreinen. Dit is een gigantische logistieke operatie want er moeten ook vrijwilligers worden ingezet voor het toezicht. Maar we werken eraan en zullen snel communiceren”, zegt communicatieman Stijn De Preter.