Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Mijn buren zijn vrienden geworden”
Fotografe An De Smedt legt portretten vast van buurtbewoners aan hun voordeur in coronatijden
Door de coronacrisis kwam professioneel fotografe An De Smedt van Otentik Fotografie zonder werk te zitten. Stilzitten is niet haar ding, en zo kwam ze op het idee om haar buren op de gevoelige plaat vast te leggen voor hun eigen voordeur.
“De huidige omstandigheden hebben me aan het denken gezet”, vertelt An (50). “Ik maak vooral portretten van kinderen, al ben ik de laatste tijd iets breder aan het gaan. Het leek me dus een tof idee om de buren te fotograferen, gezien de omstandigheden voor hun eigen voordeur. Daarbij vraag ik ze ook om hun ervaringen tijdens deze lastige maanden op papier te zetten, waardoor het geheel een mooie herinnering vormt.”
Het concept sloeg aan, ondertussen heeft An al dertig buren, vrienden en kennissen op de foto gezet. “Het initiatief spreekt de mensen wel aan, zo ben ik al tot in Boom geweest om mensen te fotograferen. Samen met mijn man hebben we daar in één moeite een leuk fietstochtje van gemaakt.”
Solidariteit
Een positief gevolg is dat An al haar buren heeft leren kennen. “Vroeger zeiden we goedendag, nu zijn de buren mijn vrienden geworden. In het begin maakte ik de portretten gratis. Uit dankbaarheid heb ik bijvoorbeeld al een boeket veldbloemen gekregen en een andere buur bezorgde me planken om een insectenhotel van te maken. De solidariteit in deze buurt is groot, eigenlijk vind ik die attenties leuker dan betaald te worden, maar ik heb natuurlijk ook mijn onkosten, daarom vraag ik nu wel een kleine bijdrage.”
An droomt ervan om alle portretten en getuigenissen te kunnen publiceren. “Hoe dat zal gebeuren, weet ik nog niet. Mogelijk wordt het een album of een magazine, we zien wel. Ik moet daarvoor uiteraard ook de toestemming krijgen van de mensen die ik portretteerde.”
En verder nog wensen? “Zeker. Ik hoop dat we met z’n allen ons hart kunnen blijven openhouden voor anderen en dat de ongelijkheid in de wereld ooit verdwijnt.”