Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Peetvader van “het Las Vegas van Azië” overleden
Stanley Ho (98) maakte van Macao een gokparadijs
Hij begon zijn carrière als berooide smokkelaar met amper een geldbriefje in zijn zakken, maar gokkoning Stanley Ho stierf op 98-jarige leeftijd als een multimiljardair. Veertig jaar lang had hij de touwtjes in handen van het grootste gokimperium ter wereld: Macao. Een casinostaat die nog meer een stad vol zonden, is dan de Amerikaanse tegenhanger Las Vegas.
sin city,
Als een arme vluchteling. Zo arriveerde Stanley Ho Hung Sun in Macao in 1941. Op de vlucht voor de Japanners die zijn thuisstad Hong Kong hadden veroverd en voor de armoede waarin hij was beland. Want zijn familie was volledig berooid uit de Grote Depressie gekomen.
“Ik was een zeer arme jongeman, ik had alleen maar een briefje van tien Hong Kong dollar in mijn zakken.” Maar Ho bleef niet lang een sukkelaar. Hij maakte als klerk bij een import- en exportbedrijfje in Macao al snel naam door zijn economisch inzicht. Zo zeer zelfs dat hij binnen de kortste keren partner werd in de firma. Onmiddellijk daarna begon Stanley Ho met het bedrijfje luxegoederen te smokkelen bestemd voor de Japanse bezetters op het Chinese vasteland.
Robin Hood of collaborateur
Daarom zien sommige Chinezen Stanley Ho vandaag nog altijd als een voormalig collaborateur. Anderen zien hem dan weer als de Robin Hood van Macao tijdens de Tweede Wereldoorlog, de rol die hij zichzelf ook altijd heeft toegedicht. “De opbrengsten van het smokkelen dienden om mijn landgenoten die stierven van de honheid ger eten te kunnen geven.”
Ho werd zelf ook niet armer van zijn handeltje. Hij kon daarom investeren in bouwbedrijven die Hong Kong hielpen heropbouwen na de oorlog, wat hem opnieuw geen windeieren legde. Hij werd zelfs zo rijk dat hij in de jaren zestig van de vorige eeuw het exclusieve recht kon kopen om casino’s uit te baten op Macao.
Zijn bedrijf maakte komaf met de traditionele Chinese gokhuizen en bouwde gigantische casino’s met internationale uitstraling. Omdat nergens anders in China legaal kon gegokt worden, werd Macao een echte trekpleister.
Alleenheerser
Stanley Ho bleef tot begin deze eeuw alleenheerser in Macao. Op een bepaald moment bezat Ho maar liefst twintig casino’s en verscheen hij in de Forbes-lijst van rijkste mensen ter wereld. Zelfs al wilde de maffia in de jaren negentig de macht met veel vertoon van hem overnemen. Even werd het schiereiland een toneel van vuurgevechten en steekpartijen, maar de veiligheidstroepen van de Chinese regering maakten daar een eind aan.
Vanaf 2001 liet de Chinese overook buitenlandse investeerders toe in Macao. De gokstad werd toen nog populairder en stak in 2006 Las Vegas voorbij. De bankrekening en het zakenimperium van Stanley Ho groeide aan. Naast casino’s stond hij ook aan het hoofd van hotelketens, warenhuizen, vastgoedfirma’s, ferrybedrijven die met hun boten tussen het vasteland en Macao varen en zelfs de luchthaven van de gokstad. Een kwart van alle mensen die in Macao werkt, is werknemer van een bedrijf van de gokkoning. Hij betaalde op zijn eentje 70% van alle belastingen van Macao, toch een van de rijkste steden ter wereld.
Pas in 2018 trok Ho zich definitief als voorzitter van de raad van bestuur terug. Hij was toen 96. Nu Ho gestorven is, zal zijn enorme nalatenschap verdeeld worden onder zijn zeventien kinderen, die hij met vier vrouwen kreeg.
Nabestaanden verenigd?
“De vier gezinnen hebben zich verenigd in hun verdriet en respect voor zijn legendarische verwezenlijkingen”, beloofden ze in een statement plechtig om het opgebouwde zakenrijk van Ho voort te zetten. Zoals de fervente ballroomdanser en tennisser zelf altijd heeft gewild. Of de ‘verzamelde’ nabestaanden daar echt in zullen slagen blijft natuurlijk de vraag. Net na de hersenoperatie van Stanley Ho tien jaar geleden was er al heel wat juridisch getouwtrek over zijn geld en macht. Niemand in Macao die zijn geld durft te vergokken op hoe dit zal aflopen.
Ho zelf zou het alleszins afraden om hierop een gokje te wagen. “Ik gok niet. Ik ben alleen in sport geinteresseerd”, zei de man, die de Olympische toorts in 2008 even mocht dragen. “Verwacht trouwens geen geld te verdienen met gokken. Het geld is voor het huis.”