Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Aandacht van de koning is me meer waard dan de uitkering van de RVA”
Koning Filip heeft gisterenvoormiddag een videogesprek gevoerd met drie Antwerpenaren die in armoede zijn beland, maar er door hulp van de vzw ArmenTeKort uit klauteren. “De aandacht van de koning is mij meer waard dan de uitkering van RVA”, zegt Ness De Keyser (27).
De koning praat met mensen die het moeilijk hebben in deze coronacrisis. Ness is een van hen. “Het gesprek overtrof mijn verwachtingen. Ik was even vergeten dat de vorst ook maar een mens is”, zegt Ness. “Hij liet me twee minuten mijn verhaal doen en heeft daarna nog enkele vragen gesteld. Ik heb hem verteld dat waardering voor mij veel belangrijker is dan geld en dat ik heb geleerd wat empathie is. Ik heb het gevoel dat de koning mij helemaal begrepen heeft.”
Ness heeft het moeilijk gehad in deze coronacrisis. “Het was lang geleden dat ik paniekaanvallen had, maar door de lockdown heb ik ze weer gekregen”, zegt hij. “Het sociaal contact, de erkenning en de aandacht van andere mensen vielen grotendeels weg. Dat was zwaar. Maar sinds een lang videogesprek met mijn buddy John, die me via ArmenTeKort begeleidt, gaat het weer beter. Ik heb intussen ook een relatie, voor het eerst met een meisje dat een normale opvoeding heeft gehad. Dat is een heel nieuwe ervaring. En mijn studie psychologie aan de KU Leuven verloopt ook goed. Eindelijk is er weer licht aan het einde van de tunnel.”
Op 17de thuis weggegaan
Ness heeft een moeilijk parcours achter de rug. “Ik ben jarenlang verslaafd geweest aan cannabis, ben na een mislukte zelfmoordpoging in het ziekenhuis beland en heb twee keer euthanasie aangevraagd, maar die is me gelukkig geweigerd”, zegt hij.
De problemen begonnen met zijn opvoeding. “Ik ben op mijn 17de thuis weggegaan, omdat ik geen goede relatie had met mijn ouders”, zegt hij. “Ik werkte toen met een leercontract als elektricien en kon met dat geld een klein kamertje huren. Maar ik zat heel slecht in mijn vel. Na mijn zelfmoordpoging moest ik me laten behandelen door een psycholoog, maar mensen vertrouwen lukte me gewoon niet.”
“Ik besloot om niet meer naar de psycholoog te gaan en nam mijn antidepressiva te onregelmatig, waardoor er zware schommelingen waren in mijn emoties. Toen ik ging samenwonen met een vriend die cannabis rookte, werd ik na een tijdje zwaar verslaafd. Dat heeft zeven jaar geduurd. Daardoor is de relatie met mijn toenmalige vriendin stukgelopen, raakte ik veel vrienden en mijn job kwijt, kon ik de huur niet meer betalen en belandde ik uiteindelijk op straat.”
Eerste vriend was een kat
Ness was twee jaar dakloos. “Met mijn leefloon van het OCMW ging ik elke maand naar Nederland om drugs te kopen. Uiteindelijk heeft het OCMW me een plaats gegeven in het daklozencentrum De Plataan. Daar heb ik mijn eerste echte vriend leren kennen: de kat Willy. Als ik pijn had, kwam hij naast me zitten. Hij sliep ook bij mij. Met de andere daklozen kon ik geen connectie maken, maar met dat beestje wel.”
Van toen af is het beter beginnen gaan met Ness. “Het daklozencentrum heeft me naar de vzw ArmenTeKort gestuurd. Daar werd ik gekoppeld aan mijn buddy John. We zagen elkaar elke week en hij heeft me er uiteindelijk bovenop geholpen, omdat ik voor de eerste keer in mijn leven het gevoel had dat die mens mij iets wilde geven zonder er zelf iets voor in de plaats te krijgen.”
Verzoening met ouders
“Hij heeft me altijd als een medemens behandeld. Als ik eens niet naar een afspraak met hem kon komen, vond hij dat geen probleem. Er was geen druk. Intussen ben ik van de drugs af en heb ik zelfs weer contact met mijn ouders. Ik heb ze vergeven en zij mij ook. Mijn vader zei me onlangs dat hij trots was op wat ik heb bereikt. Dat was een heel emotioneel moment. Ik kan eigenlijk nog altijd niet geloven dat ik tevreden ben over mezelf. Maar het is wel zo.”
Ness heeft ook een positiever beeld van de maatschappij gekregen. “Ik ben bijvoorbeeld de VDAB heel dankbaar dat ik een vrijstelling krijg en dus geen werk moet zoeken en psychologie mag studeren aan de KU Leuven. Ik wil iets teruggeven aan de maatschappij door mensen te helpen die het moeilijk hebben. Niet voor het geld. Wel voor de menselijkheid. Als ik een dakloze zie zet ik me soms naast hem om een babbeltje te doen. Aandacht is zo veel belangrijker dan geld.”